- 4 -
gezamenlijk over te nemen tegen een vergoeding ten bedrage van het voor
de verwerving en instandhouding van die bezittingen aangewende deel van
het eigen vermogen van de vereniging benevens eventueel een naar het
oordeel van Burgemeester en Wethouders billijke vergoeding voor
üquidatiekosten
11. alle kosten en renten, vallende op het afsluiten van de garantie
overeenkomst en op de eventuele hypotheekvestiging, komen ten laste van
de vereniging;
12. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, zolang de in de garantie
overeenkomst bedoelde geldlening niet geheel zal zijn afgelost, nadere
voorwaarden te stellen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Deelnota Onderwijs-Emancipatie met bijbehorende nadere standpuntbepaling.
Bijlage no. 155 Leeuwarden, 26 maart 1987.
Aan de Gemeenteraad.
In het Collegeprogramma 1986-1990 wordt vrouwenemancipatie als één van de
hoofdprioriteiten aangemerkt. Daarmee wordt een daarvóór gevoerd beleid geïnt
ensiveerd.
Reeds bij de ontwikkeling van de Emancipatienota Leeuwarden werd geconstateerd
dat het opstellen van een integrale nota, waarin alle beleidssectoren aan de
orde moesten komen, praktisch onuitvoerbaar bleek. De keuze viel toen op de
behandeling van een beperkt aantal beleidssectoren. In overleg met de Commissie
voor Emancipatie-aangelegenheden werd besloten in een vervolg-emancipatienota de
ontwikkeling van het onderwijs-emancipatiebeleid te formuleren; dit vanuit de
visie dat in het streven naar een geëmancipeerde samenleving voor het onderwijs
een belangrijke taak is weggelegd. Immers, enerzijds kan geconstateerd worden
dat de huidige maatschappij mede een produkt is van het onderwijs uit het verle
den, anderzijds kan men stellen dat de toekomstige maatschappij mede bepaald
wordt door het onderwijs van nu.
De taak van het onderwijs op dit gebied zal o.m. inhouden dat aan jongens en
meisjes een fundamenteel gevoel van maatschappelijke en persoonlijke gelijkwaar
digheid wordt meegegeven.
Deze taakstelling vraagt ook om verandering van de inhoud en de structuur van
het onderwijs.
In de deelnota is getracht een eerste aanzet te geven tot een dergelijk
onderwijs-emancipatiebeleid, in de wetenschap dat voor een werkelijk effectief
onderwijs-emancipatiebeleid een permanente dialoog tussen het gemeentebestuur en
het onderwijsveld, ouders en maatschappelijke organisaties nodig is.
Wij zijn er ons daarbij van bewust dat er een aantal weerstanden overwonnen moet
worden
Deze weerstanden zijn deels inherent aan het emancipatiebeleid, dat in feite
streeft naar doorbreking van maatschappelijke verhoudingen.
Daarnaast is een onderwijs-emancipatiebeleid tevens onderwijsvernieuwend en
onderwijsvernieuwing roept als zodanig ook weerstand op, veroorzaakt door orga
nisatorische problemen, innovatieproblemen, e.d.
Daarnaast zijn wij ons ervan bewust dat beïnvloeding zich noodgedwongen moet
richten op:
a. die scholen waarvan de gemeente tevens het schoolbestuur vormt;
b. het aanbevelen van bepaalde activiteiten, het verschaffen van informatie en
het eventueel toekennen van extra middelen voor scholen die zich bereid
verklaren ter zake activiteiten te ontwikkelen.
In de onderhavige nota wordt ruimschoots aandacht besteed aan de volgende
facetten van onderwijs-emancipatiebeleid:
- het landelijk onderwijs-emancipatiebeleid: Hfdst. II.;
- het tot nu toe gevoerde gemeentelijk beleid: Hfdst. III.;
- de positie van meisjes als leerling: Hfdst. IV.;
- de rol van de leerkracht m.b;t. onderwijs-emancipatie: Hfdst. V.;
- de invloed van leermiddelen m.b.t roldoorbreking: Hfdst. VI.;
- de positie van de vrouw als werkneemster in het onderwijs: Hfdst. VII.;
- de invloed van de ouders: Hfdst. VIII.