overige biedt het bestemmingsplan trouwens grotendeels de ruimte om het
terrein dicht te zetten, omdat is afgezien van het hanteren van een
bebouwingspercentage. Ten einde bij de invulling van het terrein de nodige
flexibiliteit te bieden, is niet de verplichting gesteld dat de gevels van
de bebouwing in de verticale vlakken van de grenslijnen moeten worden
geplaatst. Uit een inmiddels ontvangen bouwplan is ons gebleken, dat zulks
ten aanzien van de noord- en zuidzijde van het terrein feitelijk het geval
is en aan de oostzijde gedeeltelijk, terwijl de gevel van de parkeergarage
aan de westzijde in verband met het creëren van de nodige uitgangen aldaar
plm. 10 meter binnen de grenslijn der bebouwing is gesitueerd.
Deze ontwikkeling in aanmerking nemende zien wij onvoldoende grondslag voor
de opvatting dat de regeling in het bestemmingsplan te gering zou zijn om
het ruimtelijk aanzien van de te realiseren bebouwing in de hand te houden
dan wel te verbeteren. Het feitelijk benodigde ruimtebeslag heeft er ken
nelijk reeds toe geleid dat hoofdzakelijk gebouwd wordt op de grenslijn der
bebouwing. In het geheel genomen achten wij de in het plan opgenomen stede-
bouwkundige conceptie aanvaardbaar.
Wij stellen U dan ook voor de aangevoerde bezwaren ongegrond te verklaren.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuis
vesting in haar vergadering van 1987 over dit voorstel is gehoord, stellen wij.
voor het bestemmingsplan "Oude Veemarkt" vast te stellen conform het bijgevoegd
concept-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarder
mr. G.J. te Loo Burgemeester
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Nr. 6012
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
overwegende, dat het wenselijk is om het bestemmingsplan "Oude Veemarkt"
vast te stellen;
dat het ontwerp-bestemmingsplan vergezeld van een toelichting met ingang
van 21 januari 1987 gedurende een maand ter gemeentesecretarie voor een ieder
ter inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-bestemmingsplan binnen de in de Wet op de ruimtelijke
ordening voorgeschreven termijn zeven bezwaarschriften zijn ingediend;
dat hij onder overneming van de motivering zoals weergegeven in het hierna
omschreven voorstel van Burgemeester en Wethouders van oordeel is, dat reclamant
genoemd onder A niet-ontvankelijk in zijn bezwaren moet worden verklaard en dat
de bezwaren voor het overige ongegrond moeten worden verklaard;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 31 maart 1987
(bijlage nr. 158);
gelet op de Wet op de ruimtelijke ordening en het Besluit op de ruimtelijke
ordening;
BESLUIT:
onder overneming van de motivering zoals vervat in het hierbovenvermelde
voorstel van Burgemeester en Wethouders:
A. Reclamant genoemd onder A niet-ontvankelijk te verklaren in zijn bezwaren en
de bezwaren onder B t/m G ongegrond verklaren.
B. Vast te stellen het bestemmingsplan "Oude Veemarkt", zoals dit is vervat in
de bij dit besluit behorende:
a. kaartnr. 132D1b-35 met bijbehorende verklaring waarop de bestemming van
de in het plan begrepen grond wordt aangegeven;
b. voorschriften omtrent het gebruik van de in het plan begrepen gronden en
van de zich daarop bevindende opstallen welk plan niet afwijkt van het
ontwerp, dat ter visie heeft gelegen.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
- 6 -