- 4 -
3Toelichting op de herwaarderingsvoorstellen per spoor.
STRUCTUREEL
a. Vacaturebeleid/afstoten van taken.
Vanwege de omvang van dit spoor en de veelheid van hiermee gepaard
gaande voorstellen, hebben wij de toelichting op deze voorstellen
in een aparte bijlage opgenomen. Hierin zijn de voorstellen per
dienst geordend.
U wordt voor de toelichting op dit spoor derhalve verwezen naar
bijlage II.
b. Subsidieverlening.
Gelet op de omvang van de financiële tekorten van de gemeente zijn
wij mening dat in principe alle gesubsidieerde instellingen een
bijdrage moeten leveren aan de vermindering daarvan. Voorgesteld
wordt uit te gaan van een korting van 4%. Ook de stortingen in
gemeentelijke subsidiefondsen dienen met dit percentage te worden
gekort.
Gegeven de grote waarde die wij hechten aan het bejaardenwerk,
emancipatie-activiteiten, peuterspeelzaalwerk, kinderopvang en
activiteiten/voorzieningen ten behoeve van gehandicapten wordt
voorgesteld de subsidies die in dat kader worden verstrekt van deze
algemene bezuiniging uit te zonderen.
Daarnaast stellen wij U voor een aantal gesubsidieerde instellingen
een specifieke taakstelling op te leggen die de 4% korting over
stijgt. Ter zake verwijzen wij U naar de toelichting bij de afzon
derlijke voorstellen. Ook de subsidies voor deze instellingen zijn
niet bij de algemene korting betrokken.
Het merendeel van de hiervoorbedoelde kortingen kan met ingang van
1 januari 1988 worden gerealiseerd.
Bovendien onderzoeken wij momenteel welk budget benodigd is om een
minimaal noodzakelijk activiteitenaanbod in het kader van de basis
educatie te kunnen handhaven. Voorshands gaan wij ervan uit dat dit
minimaal noodzakelijke budget circa f 1,2 miljoen bedraagt.
Totaal effect f 989.000,in 1988, oplopend tot f 1.877.000,in
1991.
Specifieke taakstellingen.
Stichting Gereformeerd Pedagogisch Centrum (480.00).
Op 28 juni 1982 is door de gemeente besloten aan het Gereformeerd
Pedagogisch Centrum (G.P.C.) subsidie te verlenen. Het G.P.C. is de
landelijke schoolbegeleidingsdienst voor de vrijgemaakte gerefor
meerde scholen. Op grond van de Rijkssubsidieregeling schoolbege
leiding verstrekte ook het Rijk subsidie. Met ingang van
1 januari 1987 is de rijkssubsidieregeling vervangen door de Wet op
de onderwijsverzorging. Deze wet kent niet het systeem van koppel
subsidie zoals dat in de subsidieregeling was opgenomen. Het Rijk
- 5 -
betaalt nu aan begeleidingsdiensten die aan bepaalde voorwaarden
voldoen een subsidie dat voldoende geacht wordt voor een minimale
dienstverlening. Dat bedrag is de helft van het bedrag dat nodig
zou zijn voor een sobere dienstverlening.
Vanaf 1 januari 1988 zijn de gemeenten vrij al of niet te (blijven)
'subsidiëren. De gemeenten dienen vóór dat tijdstip ter zake een
besluit te nemen. Dat besluit geldt dan voor twee jaren.
Vanaf 1990 moeten gemeenten zich telkenmale voor een periode van 4
jaar vastleggen inzake de subsidiëring.
Aangezien de gemeente Leeuwarden deelneemt aan de gemeenschappe
lijke regeling van het G.C.0. en daaraan een aanzienlijk subsi
diebedrag betaalt, zijn wij van oordeel dat deze dienst op basis
van samenwerking tussen de diverse levensbeschouwelijke richtingen
haar diensten moet en kan verlenen aan alle basisscholen in Leeu
warden, ongeacht de levensbeschouwelijke richtingen.
Aan de specifieke vragen en behoeften aan begeleiding op levensbe
schouwelijk gebied zal het G.C.0. naar redelijkheid tegemoet moeten
en kunnen komen.
Wij stellen U daarom voor om het subsidie aan het Gereformeerd Pe
dagogisch Centrum te Wezep met ingang van 1 januari 1988 te bee'in-
digen.
Effect: f 11.830,
Natuur Educatief Centrum (510.01).
Ten aanzien van het Natuur Educatief Centrum (N.E.C.) is de taak
stelling bepaald op tenminste f 30.000, Dit bedrag zou gezien de
rekeningscijfers over de laatste jaren haalbaar zijn door te
bezuinigen op de materiële kosten van het N.E.C.
Door de beoogde privatisering van de Kinderboerderij, waarin het
N.E.C. is gehuisvest, zal een ontkoppeling moeten plaatsvinden
tussen de Kinderboerderij en het N.E.C.
Een en ander betekent dat zelfstandige huisvesting zou moeten wor
den gezocht voor het N.E.C. Het resterende bedrag van rond
f 105.000,na realisering van de taakstelling laat dat niet toe,
gezien de belangrijke meerkosten van een zelfstandige huisvesting.
Gezien de financiële taakstelling is derhalve opheffing van het
N.E.C. in de huidige vorm onvermijdelijk.
Door het N.E.C. is aangegeven dat van een teruglopende ondersteu-
ningsvraag vanuit het onderwijs gesproken kan worden. Gezien een
aantal externe factoren die hieraan ten grondslag liggen, kan op
dit moment niet worden vastgesteld of deze teruggang structureel
wordt, dan wel van tijdelijke aard is. Bovendien zijn er landelijke
tendenzen om taken en functies van natuur-educatieve centra te
verbreden naar meerdere sectoren van het gemeentelijk milieu
beleid.
Nader onderzoek naar de wenselijke structuur, taak en functie van
de natuureducatie lijkt ons wenselijk.