1
B8Ï
RAADSADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEROEP- EN BEZWAARSCHRIFTEN.
Advies inzake het beroepschrift van R. Steinvoorte inzake aanschrijving tot het
treffen van voorzieningen aan de woning Akeleistraat 15.
Bijlage no. 170. Leeuwarden, 17 december 1986
Aan de Gemeenteraad.
I. Inleiding.
Bij brief d.d. 26 september 1986, kenmerk R.O.V. nr. 16294 MG/PJO hebben
Burgemeester en Wethouders de heer R. Steinvoorte aangeschreven tot het
treffen van voorzieningen aan de woning Akeleistraat 15 te Leeuwarden.
Burgemeester en Wethouders baseren zich hierbij op artikel 25, eerste lid
onder b van de Woningwet.
Tegen deze aanschrijving heeft de heer Steinvoorte voornoemd bij Burge
meester en Wethouders een beroepschrift ingediend.
Op grond van artikel 30 van de Woningwet diende dit beroepschrift te zijn
ingediend bij de Gemeenteraad.
Op grond van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur is dit beroep
schrift dan ook in handen gesteld van de Raad.
Overeenkomstig artikel 2 van*de Procedureverordening Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies in han
den gesteld van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschrif
ten.
II. Beroepschrift.
Het beroepschrift van de heer Steinvoorte luidt, samengevat, als vólgt:
volgens appellant vindt de bewoner van het pand dat er geen grote gebreken
zijn. Hij zegt toe de gebreken te zullen opheffen.
Appellant vindt het aantal, dat is opgesomd overdreven.
Hij vraagt verder hem voldoende tijd te geven die gebreken te repareren.
III. Reactie van Burgemeester en Wethouders.
Bij brief van 21 november 1986, kenmerk R.O.V. 20135 MG/DS hebben Burge
meester en Wethouders op het beroepschrift gereageerd. Hun reactie luidt,
samengevat, als volgt:
M.b.t. ontvankelijkheid:
- De beroepstermijn eindigde op 14 oktober 1986.
Het beroepschrift, gedateerd 13 oktober 1986, werd ter secretarie blij
kens het registratiestempel op 15 oktober 1986 ontvangen. De enveloppe
van het beroepschrift is evenwel in het ongerede geraakt, zodat geen
controle op de datum van het poststempel mogelijk is.
Om deze reden wordt geadviseerd appellant in zijn beroep ontvankelijk te
verklaren.
M.b.t. materiële bezwaren:
- het is niet van belang hoe de betrokken huurder haar/zijn huisvesting
ervaart.
- appellant is sedert december 1985 op de hoogte van de in de aanschrijving
genoemde gebreken.