Nr. 8182 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 7 mei 1987 (bijlage nr. 202); BESLUIT: aan te kopen van de Titus Brandsma Parochie, gevestigd te Leeuwarden (zijnde deze parochie mede ontstaan uit "De Roomsch Katholieke Kerk van de Parochie van den heiligen Johannes de Dooper"), de blote eigendom van een ten noorden van de Huizumerlaan gelegen perceel grond, kadastraal bekend gemeente Huizum, sectie B, nummer 6023, groot 270 centiare, waarvan aan de gemeente Leeuwarden toebehoort het erfpachtsrecht tot 31 december 1995, voor een prijs van 18.000,en voorts onder de volgende bedingen: 1. het perceel wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aanwezig is, voor zover door de wet als onroerend aangemerkt wordende, en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag; 2. de levering en betaling geschieden op de dag van het verlijden van de akte van eigendomsoverdracht; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over te dragen perceel worden geheven, voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de verkoopster is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 6. het risico voor en het onderhoud van het gekochte komt voor rekening van de gemeente Leeuwarden vanaf de dag van het verlijden van de akte van eigen domsoverdracht; 7. alle kosten van overdracht en levering komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Voorbereidingsbesluit ex artikel 21 van de Wet op de ruimtelijke ordening voor een perceel grond aan de noordzijde van de Goutumerdyk te Goutum. Bijlage no. 203 Leeuwarden, 7 mei 1987 Aan de Gemeenteraad. Wij hebben de heer J. Hiemstra te Goutum (de toenmalige eigenaar van het betrokken perceel) bij brief d.d. 13 februari 1986 bericht in principe bereid te zijn medewerking te verlenen aan de bouw van een vrijstaande woning aan de noordzijde van de Goutumerdyk te Goutum, onmiddellijk ten westen van de bestaande rij woningen. Over een lengte van circa 150 m staan hier 10 vrijstaande woningen. Een logische beëindiging ontbreekt (er had ook een woning meer kunnen staan). Bedoeld perceel maakt deel uit van het gebied tussen de Goutumerdyk en de Wergeasterdyk, dat in het bestemmingsplan "Goutum" is aange wezen als agrarisch gebied zonder bebouwing. De heer Hiemstra (van beroep veehandelaar) had de grond in gebruik als wei- en hooiland. Stedebouwkundig gezien is een woning tegenover de aansluiting van de Tilbarten op de Goutumerdyk ook alleszins aanvaardbaar. De woning is gelegen binnen de bebouwde kom (geen "verspreide" woning). Het perceel weiland, waar het te bebouwen perceel deel van uitmaakt, is inmiddels verkocht en wel voor ongeveer de helft aan de heer F. Boonstra, Goutumerdyk 20, die onlangs een verzoek om bouwvergunning heeft ingediend. Er zijn naar onze mening geen stedebouwkundige argumenten aan te voeren op grond waarvan thans in principe geen medewerking zou kunnen worden verleend. Medewerking verlenen aan het bouwplan is slechts mogelijk indien voor het bouwperceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. In die situatie is het mogelijk om vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits vooraf van Gedeputeerde Staten de verklaring is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Hierna kan de gevraagde bouwvergunning worden verleend. Een ieder zal gedurende de termijn van ter- visielegging schriftelijk bezwaren tegen het verlenen van vrijstelling kunnen indienen. Zoals U bekend is, zijn op 1 juli 1986 voor de gemeente de gewijzigde bepa lingen in de Wet op de ruimtelijke ordening en het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 van kracht geworden. Een element in de gewijzigde procedure is, dat plannen waaraan - zoals in dit geval - slechts medewerking kan worden verleend door een vrijstelling op grond van artikel 19 van de Wet op de ruim telijke ordening, onverwijld ter kennis dienen te worden gebracht van de Raad. De nieuwe regel houdt in dat de Raad kan beslissen omtrent het in gang zetten van de vrijstellingsprocedure en uiteindelijk omtrent het al dan niet honoreren van een vrijstellingsverzoek, indien tenminste één vijfde van zijn leden daartoe de wens te kennen geeft (via terinzagelegging in de leeskamer, enz.). Het is evenwel denkbaar dat er behoefte is om medewerking aan een vrijstellingsverzoek te verlenen, doch op het moment van indiening een concreet voorbereidingsbesluit ontbreekt (hetgeen zich ook in dit geval voordoet). In zodanig geval is het de bedoeling dat de Raad zich bij de vaststelling van het voorbereidingsbesluit er

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 270