Realisering van het pleinafsluitend gebouw aan de oostzijde van het
Wilhelminaplein.
Bijlage no. 215 Leeuwarden, 27 mei 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Inleiding.
Op 2 november 1981 hebt U het rapport "Winkels en winkelen in Leeuwarder", ge
dateerd mei 1981, geaccepteerd als uitgangspunt voor het te voeren distributie-
planologisch beleid in onze gemeente en daarbij ons college gemachtigd om ini
tiatieven te ontwikkelen voor de realisering van een z.g. pleinafsluitend gebouw
aan de oostzijde van het Wilhelminaplein. De hieraan ten grondslag liggende ste-
debouwkundige en distributie-planologische motieven zijn U bekend.
Een doorslaggevende factor vormde hierbij, dat het te stichten gebouw zou moeten
voorzien in een hoogwaardig assortiment aan functies. Een zodanige concentratie
van functies, welke tevens worden ervaren als een attractiepunt, is in het ver
loop van de ontwikkelingen aangeduid als "up-grading"-centrum. Resumerend zit
hierbij derhalve de intentie voor om ter plaatse een representatief gebouw te
realiseren, dat in functioneel opzicht de regionale positie van Leeuwarden moet
ondersteunen en de centrumfunctie van de binnenstad moet benadrukken. Na diverse
besluitvormingsstadia betreffende de nadere uitwerking c.q. vormgeving van één
en ander, hebt U op 1 april 1985 ingestemd met het rapport "Het pleinafsluitend
gebouw, afweging en waardering". Bij dit besluit zijn wij gemachtigd om verder
met MAB-Projectontwikkeling B.V. en Aegon N.V. te onderhandelen over de reali
sering van het ingediende ontwerp-plan. Dit betreft het concept van architect
ir. W.Th. Ellerman te Rijswijk, waaraan U Uw goedkeuring hebt gehecht. Deze on
derhandelingen dienden uit te monden in een concept-overeenkomst die aan de Raad
zou worden voorgelegd. Hierbij is tevens de bereidheid uitgesproken - indien de
overeenkomst tot stand zou komen - om de grond waarop het gebouw gerealiseerd
zou gaan worden, tegen nader overeen te komen voorwaarden aan Aegon N.V. in ei
gendom aan te bieden. Zoals U bekend is, heeft Aegon N.V. om haar moverende re
denen zich als participant uit het ontwikkelingsproces teruggetrokken. Gebleken
is dat MAB-Projectontwikkeling B.V. erin is geslaagd het Bedrijfspensioenfonds
voor de Metaalindustrie te interesseren voor de realisering van het project. Wij
zijn van mening dat deze instelling eveneens alleszins acceptabel is voor de
beoogde realisering van het project.
Ook deze belegger heeft te kennen gegeven de grond slechts in eigendom te willen
overnemen. Wij wijzen er bovendien nog op, dat het ten aanzien van het betrokken
perceel vastgestelde stedebouwkundige en distributieve beleid is geformaliseerd
in het op 23 juni 1986 door U vastgestelde bestemmingsplan "Sint Jacobsstraat/
Wirdumerdijk"Tegen dit door Gedeputeerde Staten van Friesland goedgekeurde
bestemmingsplan is weliswaar beroep ingesteld bij de Kroon, doch deze omstan
digheid staat op zich niet in de weg aan de feitelijke uitvoering van het pro
ject. Immers, de Woningwet biedt ingevolge artikel 50, lid 8 de mogelijkheid om
ten aanzien van bouwplannen welke accorderen met een vastgesteld bestemmings
plan, doch waarvan de goedkeuring nog niet onherroepelijk is, op de rechtsgel
digheid daarvan te anticiperen. Het desbetreffende bouwplan is inmiddels in pro
cedure gebracht.