- 2 -
5. de levering en aanvaarding vinden plaats op de dag van het verlijden van de
akte tot eigendomsoverdracht;
vanaf die dag zijn de baten en lasten voor rekening van de koper en draagt
hij het risico van het verkochte;
indien buiten schuld van verkoper of koper het verkochte vóór het tijdstip
van levering en aanvaarding geheel of gedeeltelijk teniet gaat, dan wel
daaraan aanmerkelijke schade ontstaat en de schade niet vóór de dag van de
aanvaarding of vóór een latere, door de koper te bepalen datum wordt
hersteld, is de koopovereenkomst van rechtswege en zonder tussenkomst van de
rechter ontbonden, tenzij de koper verklaart uitvoering van de overeenkomst
te verlangen, in welk geval de verkoper verplicht is tegelijk met de
levering van het verkochte alle vorderingen, welke hij ter zake van de
schade jegens derden mocht hebben, aan de koper te cederen;
6. verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwin
ning;
7. de uit de overeenkomst voortvloeiende verbintenissen zijn ondeelbaar;
8. partijen verbinden zich om bij het verlijden van de akte tot eigendoms
overdracht afstand te doen van het recht om ingevolge het bepaalde bij de
artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek of op enige andere grond,
ontbinding, vernietiging of ongedaanmaking van de koopovereenkomst te vor
deren;
9. indien koper op de ingevolge het onder 2. vermelde te bepalen tijd en plaats
niet persoonlijk of door een behoorlijk gevolmachtigde verschijnt, dan wel,
verschenen zijnde, weigert de definitieve akte te ondertekenen, of de koop
som en het verder door hem verschuldigde te betalen, wordt hij zonder enige
aanmaning of ingebrekestelling geacht weigerachtig of nalatig te zijn; in
dat geval zal de verkoper het recht hebben de overeenkomst door een schrif
telijke kennisgeving aan koper te ontbinden, alles onverminderd de
bevoegdheid van de verkoper gebruik te maken van de hem door de wet gegeven
rechtsmiddelen;
10. verkoper is bekend met het feit dat de koper - uiteraard onder normale
omstandigheden - onder zekerheid van eerste hypotheek de voor de onderhavige
verkoop benodigde gelden (dan wel een deel daarvan) ter leen dient te ont
vangen;
11. koper heeft het recht de overeenkomst te ontbinden door een schriftelijke
mededeling aan de verkoper, mits op de eerste werkdag na de dag waarop de
akte tot eigendomsoverdracht uiterlijk had moeten zijn verleden, indien de
koper niet uiterlijk op laatstbedoelde dag ondanks zijn redelijke inspanning
de onder 10. vermelde geldlening met de eventueel daarbij aangevraagde
gemeentegarantie mocht hebben kunnen verkrijgen;
12. het hierbij verkochte perceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie
H, nummer 227, waarop is gesticht de woning met aanhorigheden, plaatselijk
gemerkt Verzetsstraat 20, en het vooralsnog bij de verkoper in eigendom
verblijvende ten zuiden aanliggende perceel kadastraal bekend gemeente en
sectie alsvoren, nummer 228, waarop is gesticht de woning met aanhorigheden,
- 3 -
plaatselijk gemerkt Verzetsstraat 18 (welk laatste perceel de verkoper voor
nemens is in eigendom over te dragen aan Jouw Kooistra, wonende te Leeuwar
den, Verzetsstraat 18) worden hierbij ten opzichte van elkaar over en weer
"om niet" belast en bevoorrecht (het hierbij verkochte perceel Leeuwarden H
nummer 227 en het vooralsnog bij de verkoper in eigendom verblijvende per
ceel Leeuwarden H 228 elk voor zoveel nodig en mogelijk tegelijkertijd zowel
als heersend dan wel als lijdend erf) met al die erfdienstbaarheden waardoor
de toestand waarin de bedoelde onroerende goederen zich thans ten opzichte
van elkaar bevinden wordt gehandhaafd, bestaande gemelde erfdienstbaarheden
onder meer in:
a. een erfdienstbaarheid van licht en uitzicht, inhoudende de verplichting
voor de eigenaar van het lijdend erf om te dulden dat aan en in de op
het heersend erf gebouwde opstallen op kortere afstand van de grens van
het lijdend erf dan in de wet is toegestaan, ramen en lichten aanwezig
zijn, zonder dat hiervoor één der in de wet genoemde beperkingen geldt;
b. een erfdienstbaarheid van overbouw, inhoudende de verplichting voor de
eigenaar van het lijdend erf om te dulden dat de op het heersend erf
gestichte opstallen met bijbehoren gedeeltelijk op het lijdend erf zijn
gebouwd, dan wel hierboven uitsteken, dan wel de versnijdingen van de
funderingen in het lijdend erf zijn gelegen;
c. een erfdienstbaarheid van afvoer van regenwater en drop, inhoudende de
verplichting voor de eigenaar van het lijdend erf om het overlopende
hemelwater van de op het heersend erf gestichte opstallen overeenkomstig
de thans bestaande daken, goten, leidingen, putten en wat dies meer zij
te ontvangen;
d. een erfdienstbaarheid van gootrecht (riolering), inhoudende de
verplichting voor de eigenaar van het lijdend erf om te dulden dat vanaf
het heersend erf door/over/boven het lijdend erf schoon en vuil water
met de eventueel daarin aanwezige huishoudelijke afvalstoffen (waaronder
begrepen faecaliën) wegvloeit door middel van de ter zake thans aan
wezige buizen, leidingen, putten en wat dies meer zij;
e. een erfdienstbaarheid van inbalking inhoudende de verplichting voor de
eigenaar van het lijdend erf om te dulden dat de balken van de des
betreffende balklagen van de op het heersend erf gestichte woning met
aanhorigheden zijn ingebracht in de zijgevel van de op het lijdend erf
gestichte woning met aanhorigheden;
alle gevestigde erfdienstbaarheden - waaronder overigens in géén geval zijn
begrepen erfdienstbaarheden krachtens welke op de gemelde percelen Leeuwar
den H nummers 227 en 228 een verbod om te bouwen of te verbouwen (in welke
zin des woords dan ook) wordt gelegd - houden, voor zoveel nodig, mede in de
verplichting tot het op het lijdend erf dulden van onderhouds- en/of alle
andere werkzaamheden aan de voor de uitoefening van de erfdienstbaarheden
benodigde werken; de uitvoering van gemelde werkzaamheden dient te
geschieden op een voor de eigenaar van het lijdend erf minst storende wijze;
eventuele schade aan het lijdend erf dient op kosten van de eigenaar van het
heersend erf te worden hersteld;
de gevestigde erfdienstbaarheden zullen ongewijzigd blijven bestaan, ook al
mocht het heersend erf verder worden bebouwd, gesplitst of van aard of
bestemming worden veranderd, ongeacht de eventueel daardoor veroorzaakte
verzwaring;