- 2 -
Artikel 2.
1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelautomatenhal
te vestigen of te exploiteren.
2. De burgemeester kan uitsluitend een vergunning verlenen voor maximaal één
speelautomatenhal gelegen aan de Grote Hoogstraat.
Artikel 3.
De ondernemer dient de vergunning aan te vragen onder overlegging van:
a. een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarbij is opgenomen de
oppervlakte daarvan, alsmede een plattegrond waarin is aangegeven op welke
plaats in de speelautomatenhal en in welk aantal kansspel- en/of behendig
heidsautomaten worden opgesteld;
b. een bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken;
c. een verklaring waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te
beschikken;
d. een verklaring omtrent het gedrag:
van de ondernemer dan wel, indien de ondernemer een rechtspersoon is,
van degene(n) die de onderneming krachtens de (eventueel bij te voegen)
statuten vertegenwoordigt(en) en
van de beheerder.
Artikel 4.
De burgemeester beslist binnen drie maanden na de datum waarop hij de aanvraag
met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor ten
hoogste drie maanden worden verdaagd.
Artikel 5.
1. Indien de vergunningaanvraag niet voldoet aan de in artikel 3 gestelde
eisen, wordt de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid gesteld binnen
twee weken, nadat hem dit is medegedeeld, de aanvraag aan te vullen of te
verbeteren.
2. Indien de vergunningaanvrager van de in het voorgaande lid bedoelde gele
genheid geen gebruik maakt, kan de burgemeester de aanvrager in zijn
aanvraag niet-ontvankelijk verklaren.
Artikel 6.
1. De vergunning kan uitsluitend worden gesteld ten name van de ondernemer en
is niet overdraagbaar.
2. In de vergunning wordt de naam van de beheerder vermeld.
3. Aan de vergunning worden voorschriften en beperkingen verbonden. Deze hebben
in elk geval betrekking op:
a. de sluitingstijden van de speelautomatenhal;
b. het toezicht in de speelautomatenhal;
c. het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;
d. de exploitatie van de hal.
- 3 -
Artikel 7.
1. De vergunning wordt geweigerd, indien:
a. het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen
is verleend;
b. de speelautomatenhal niet uitsluitend rechtstreeks vanaf de openbare weg
voor het publiek toegankelijk is;
c. de beheerder(s) de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft (hebben) bereikt;
d. de ondernemer of de beheerder(s) onder curatele staat (staan) of bewind
is ingesteld over één of meer aan hen toebehorende goederen, als bedoeld
in Boek 1, titel 19, van het Burgerlijk Wetboek;
e. door de aanwezigheid van de speelautomatenhal naar het oordeel van de
burgemeester de leef- en woonsituatie in de naaste omgeving of het
karakter van de winkelstraat/winkelbuurt op ontoelaatbare wijze nadelig
wordt beïnvloed;
f. de exploitatie of vestiging van de speelautomatenhal strijd oplevert met
het geldende bestemmingsplan, dan wel een Stadsvernieuwingsplan c.q.
Leefmilieuverordening in de zin van de Wet op de stads- en dorpsvernieu
wing.
2. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het leeftijdsvereiste, gesteld
in het vorige lid, onder c.
Artikel 8.
1. Indien een overeenkomstig artikel 6, tweede lid, in de vergunning vermelde
beheerder de hoedanigheid van beheerder heeft verloren, dient de ondernemer
onder overlegging van de in artikel 3, onder d, genoemde bescheiden een
nieuwe vergunning aan te vragen binnen 14 dagen nadat de in artikel 3
bedoelde verklaring omtrent het gedrag aan hem, respectievelijk aan degene
die ter vervanging van de hiervoorbedoelde beheerder is aangesteld, is ver
zonden.
2. De vergunning vervalt indien de beslissing op een aanvrage voor een nieuwe
vergunning voor het vestigen dan wel exploiteren van een speelautomatenhal
in hetzelfde pand onherroepelijk is geworden dan wel, indien geen aanvrage
is ingediend, binnen zes maanden na het verlies van de hoedanigheid als
bedoeld in het eerste lid.
Artikel 9.
1. De burgemeester kan de vergunning intrekken:
a. indien blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolle
dige opgave is verleend;
b. indien de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is
afgegeven zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als
bedoeld in artikel 7, eerste lid onder e;
c. indien gehandeld wordt in strijd met aan de vergunning verbonden voor
schriften en beperkingen;
d. indien de exploitatie van een speelautomatenhal voor een periode van
langer dan zes maanden wordt onderbroken.