Nr. 10568
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 juni 1987
(bijlage nr. 252);
BESLUIT:
aan mevrouw C. Coenen, wonende te Leeuwarden, Monnikemuurstraat 109, hierna ook
te noemen "de erfpachter":
I. voor onbepaalde tijd in erfpacht af te staan - zulks gecombineerd met de
vestiging van een accessoir opstalrecht - het ten westen van de Monnikemuur
straat liggende perceel grond waarop is gesticht de opstal met aanhorighe-
den, plaatselijk gemerkt Monnikemuurstraat 109, uitmakende een ter plaatse
nader aangegeven gedeelte ter grootte van ongeveer 78 centiare van het per
ceel kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie A, nummer 2472, zulks
tegen een jaarlijkse canon berekend naar een grondwaarde van ELF DUIZEND
TWEE HONDERD EN VIJFTIG GULDEN (f 11.250, (géén B.T.W. verschuldigd) en
een rentevoet van 7,65% per jaar, bedragende deze canon derhalve ACHT
HONDERD EN ZESTIG GULDEN (f 860,per jaar (behoudens hernieuwde
vaststelling van dit bedrag ingevolge na te melden Algemene Erfpachtsbepa
lingen Leeuwarden 1982);
zijnde gemeld perceel op de bij dit besluit behorende tekening met een
arcering globaal aangegeven;
II. te verkopen en in eigendom over te dragen de op het hiervoor onder I.
bedoelde perceel grond gestichte opstal met aanhorigheden, plaatselijk
gemerkt Monnikemuurstraat 109, voor een koopsom van DRIE EN VIJFTIG DUIZEND
GULDEN (f 53.000,- géén B.T.W. verschuldigd -;
één en ander voorts onder de navolgende bedingen:
1. de erfpachtscanon is verschuldigd vanaf de dag van het verlijden van de akte
tot uitgifte in erfpacht etc.;
indien het verlijden van deze akte door toedoen van de erfpachter later
plaatsvindt dan 2 maanden nadat dit besluit de goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van Friesland heeft verkregen, is de erfpachter vanaf de dag,
vallende 2 maanden na de dag van goedkeuring van dit besluit tot aan de dag
van het verlijden van de akte aan de gemeente een vergoeding verschuldigd,
welke wordt berekend overeenkomstig de berekening van de erfpachtscanon;
alsdan is over dezelfde periode over de koopsom der opstal eveneens een
rente van 7,65% per jaar verschuldigd, alles onverlet het in artikel 12
gestelde;
