Nr. 10569 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 18 juni 1987 (bijlage nr. 253); BESLUIT aan te kopen van C. Spinder en mevrouw A. de Jong, beiden wonende te Leeuwarden, Willem Loréstraat 36, het perceel met opstal, plaatselijk bekend Willem Loré straat 36, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie G, nummer 8614, groot 83 centiare, voor een prijs van f 56.000,en voorts onder de volgende bedingen: 1. het onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin aan wezig is, voor zover door de wet als onroerend aangemerkt wordende, en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan verbonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag; in de overdracht is tevens begrepen de levering door de verkopers van een hardhouten deurkozijn en een hardhouten raamkozijn, welke roerende zaken zich in het over te dragen pand bevinden (zijn opgeslagen) en welke zullen dienen ter vervanging van twee oude kozijnen in de achtergevel van het pand; 2. de levering en de betaling geschieden op de dag van het verlijden van de akte tot eigendomsoverdracht; 3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van het over te dragen onroerend goed worden geheven, voor rekening van de gemeente Leeuwarden; 4. de verkopers zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens uitwinning; 5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek; 6. het risico voor het over te dragen onroerend goed komt voor rekening van de gemeente Leeuwarden vanaf de dag van het verlijden van de akte van eigen domsoverdracht 7. de kosten van overdracht en levering komen voor rekening van de gemeente Leeuwarden. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van Voorzitter. Secretaris. Standpuntbepaling bij het rapport "Buitenschool-Buitenspel?!". Bijlage no. 254 Leeuwarden, 18 juni 1987. Aan de Gemeenteraad. Reeds enige malen is vanuit de Gemeenteraad aangedrongen op het verstrekken van inzicht in de taak en functie van de Buitenschool in relatie tot de gemeen telijke subsidiëring in de verzorgingskosten. Naar aanleiding daarvan hebben wij besloten een vergelijkend onderzoek onder een aantal buitenscholen in Nederland te doen verrichten. Dit onderzoek, dat in mei 1986 werd afgerond, heeft tevens gediend als doctoraalscriptie voor de juridisch-bestuurswetenschappelijke studierichting aan de Juridische Faculteit van de Rijksuniversiteit te Groningen. In het vergelijkend onderzoek wordt onder meer aan de volgende aspecten aan dacht besteed: de gemeentelijke inkomstenbronnen; kanttekeningen bij het saneringsbeleid t.a.v. de specifieke uitkeringen; - de buitenscholen landelijk vergeleken; consequenties van de veranderde bekostigingsstructuur; - aanbevelingen ter oplossing van de bekostigingsproblematiek van de buitenscholen. Het onderzoek heeft in belangrijke mate bijgedragen tot het formuleren van een nieuw beleidskader voor gemeentelijke subsidiëring van het verzorgings gedeelte van de Buitenschool. Dit beleidskader, waarvoor wij U kortheidshalve naar de bijgevoegde standpuntbepaling verwijzen, kan als volgt worden samenge vat 1. Handhaving van een op de functie afgestemd verzorgingsniveau van de Buitenschool wordt van groot belang geacht. 2. Het gemeentebestuur bepleit bij het Rijk de totstandbrenging van een integraal bekostigingssysteem van buitenscholen door het Rijk. 3. Zolang het Rijk de bekostiging van de verzorgingskosten van de Buitenschool niet heeft overgenomen, continueert de gemeente de subsidiëring in de ver zorgingskosten naar rato van het uit de gemeente Leeuwarden afkomstige aan tal leerlingen, welke leerlingen pas zijn toegelaten na zorgvuldige selec tie. 4. Er vindt jaarlijks bestuurlijk en ambtelijk overleg plaats met de Buitenschool over de hantering van afgesproken criteria ten aanzien van de leerlingenpopulatie. 5. De financiële taakstelling van de Buitenschool, zoals aangegeven in de rap portage in het kader van de herwaarderingen '87-'91 zal worden ver wezenlijkt. 6. Er zal worden gestreefd naar een intergemeentelijke overlegstructuur in ver band met de subsidiëring van de verzorgingskosten van de Buitenschool. De standpuntbepaling is tot stand gekomen na intensief overleg met het stichtingsbestuur en de directie van de Buitenschool.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 387