Wel wordt aan Leeuwarden als stadsgewest en Leeuwarden,
Sneek, Harlingen/Franeker en Dokkum als aandachtsgebieden
extra stimulering beloofd. Met name de inzet van het plano
logisch instrumentarium om de rijksdiensten in eerste in
stantie in Leeuwarden te doen vestigen, is in dat verband
interessant en verdient ondersteuning. Naar onze mening moe
ten echter ook de overige stuwende dienstverlenende bedrij
ven eveneens in de eerste plaats in Leeuwarden gevestigd
worden. Ook voor dit type bedrijvigheid zou het provinciale
(planologische) instrumentarium moeten worden ingezet.
Voor wat betreft de gerichte aandacht voor Noord-oost res-
pektievelijk Westelijk Friesland en voor de zes aandachts
kernen wordt het concrete beleid meer in de toekomst wegge
schoven. Er zullen in een samenwerking tussen de gemeenten
en de provincie gerichte ontwikkelingsprogramma's terzake
moeten worden opgesteld. Omdat er echter geen criteria noch
indikaties worden gegeven hoe verstrekkend deze programma's
zullen zijn, kan op dit moment niet worden aangegeven hoe
(en of) de provincie dit beleid wenst te effektueren.
Overigens blijft het regionale instrumentarium van provin
ciezijde onbekritiseerdhetgeen betekent dat de provincie
geen aanleiding ziet de huidige verschillen in bijvoorbeeld
IPR-premiepercentage tussen de verschillende kernen te
doen verdwijnen. In Leeuwarden geldt een percentage van 15%,
terwijl bijvoorbeeld in Drachten een percentage van 25%
geldt
Leeuwarden ondervindt hiervan veel hinder en is van mening
dat in het stadsgewest-instrumentarium een IPR-premie
percentage van 25 zou moeten worden opgenomen. Daarnaast
wordt evenmin gepleit voor een geconcentreerde inzet van re
gionale stimuleringsmiddelen richting aandachtskernen. Gelet
op het door de provincie geformuleerde concentratiebeleid is
dit weinig consistent.
5Verzorging
Door de provincie wordt aan Leeuwarden duidelijk de positie
als top en drager van de Friese verzorgingshiërarchie toege
dacht. Grootstedelijke voorzieningen van provinciale en
landsdelige importantie dienen in Leeuwarden geconcentreerd
te worden.
Reeds eerder is opgemerkt dat daarvoor de noodzakelijke ver
sterking van het draagvlak onvoldoende in het beleid aan
gaande de bevolkingsontwikkeling en de woningcontingentering
is opgenomen.
In het voorontwerp zijn ten aanzien van de (financiële) on
dersteuning van het verzorgingsniveau in de basisdorpen con
crete mogelijkheden aangegeven. Ten aanzien van de topvoor-
zieningen ontbreken voorstellen voor financiële ondersteu
ning. Hierbij is het gevaar levensgroot van het te nadrukke
lijk richten van de publieke geldstroom (overheidssubsidies)
op kleinschalige voorzieningen. Hierdoor zouden de hoogwaar
dige voorzieningen in de knel kunnen komen. Deze risico's
zijn in de nota te weinig onderkend en wij bepleiten terzake
concrete ondersteunende maatregelen.
Met de provincie zijn wij van mening (Toelichting, pagina
41) dat het realiseren van gesubsidieerde woningbouw, ten
einde enige draagvlakvergroting te bereiken, niet past in
het beleid dat een meer geconcentreerde inzet van instrumen
ten in de basisdorpen voorstaat. Het in stand houden van
voorzieningen dient derhalve buiten de woningcontingentering
te worden gevonden.
6Infrastruktuur
Op het gebied van de infrastruktuur wordt in het voorontwerp
een belangrijk aantal beleidsvoornemens ten aanzien van in-
frastruktuurverbetering genoemd, dat zeker ondersteuning
verdient
In dit verband kunnen worden genoemd de verdubbeling van de
N32 (Leeuwarden-Wolvega) de verdubbeling van een deel van
RW 9 (Midlum-Afsluitdijk)de verdubbeling van de S5 (Leeu
warden-Drachten) en de verbeteringen van de verbindingen van
Leeuwarden met St.iens (bij Jelsum) en Groningen (bij Harde-
garijp)Ook plannen met betrekking tot de spoorverbindingen
behoren in dit verband genoemd te worden Zuiderzeespoorlijn
c.q. de verdubbeling/elektrificatie van de lijn Leeuwarden-
Groningen, met onder meer een halte in Camminghaburen)
Aan de andere kant zijn wij van mening dat ten onrechte een
aantal infrastrukturele projekten niet in het voorontwerp is
opgenomen; wij bepleiten alsnog vermelding daarvan in het
voorontwerp. Dit betreft de volgende zaken:
De gemeente Leeuwarden is voornemens de rondweg te verbe
teren en de knelpunten op te lossen. Daarbij speelt de
vraag of het noordeli'jk rondweggedeelte na verbetering
voldoende capaciteit heeft om ook het bovenlokale verkeer
af te wikkelen. Binnenkort zal de ruimtelijke vertaling
van het onderzoek naar de verkeersprognoses in 1995 ge
reed zijn. Alsdan kan een beslissing worden genomen over
het al dan niet (geheel of gedeeltelijk) noodzakelijk
zijn van de Noord-tangentOp dit moment is het niet op
nemen van het tracé van de Noord-tangent in het Streek-
planontwerp dan ook voorbarig.
-6-
-7-