Ook in het voorgestane beleid ten aanzien van de recreatie
in het algemeen overheerst de voorzichtige benadering, ter
wijl juist hier voor Friesland belangrijke mogelijkheden
liggen, die aktief gestimuleerd (en met provinciale middelen
en aktiviteiten ondersteund) zouden moeten worden.
Blijkens het voorontwerp heeft Leeuwarden en geheel Noord
west Friesland onvoldoende dagrecreatiemogelijkheden nabij
de woonkernen. Voor Leeuwarden klemt dit, sedert de aanwij
zing tot stadsgewest, des te meer. De bosaanplant zoals die
bij Leeuwarden is gedacht (blijkens kaart 3.3.4.) vormt dan
ook wel een bijzonder sobere aanzet, indien die wordt verge
leken met de voorgenomen voorzieningen in de reeds op dit
terrein ruim voorziene delen van Friesland.
Het voorontwerp wijst op de beperkte mogelijkheden in de
buurt van Leeuwarden voor de uitbreiding van de dagrecrea
tie/intensieve waterrecreatie. In dit verband willen wij
nogmaals wijzen op de suggesties terzake in de ontwerp-
struktuurschets van Leeuwarden, zoals bijvoorbeeld het bos
aan de Noordzijde, de uitbreiding van de (kleine) waterre
creatie aan de Zuidzijde en dergelijke.
De uitbouw van de recreatieve voorzieningen in het stadsge
west Leeuwarden zullen in onze visie aan de Noord-, Oost- en
Zuidzijde moeten plaatsvinden. Aan de Noord- en Zuidzijde
zullen de recreatieve voorzieningen in een vorm moeten pas
sen die een bepaalde verweving van deze elementen met het
landschap teweeg brengt. Aan de Oostzijde in de vorm van af
ronding van de Kleine Wielen tot aan de spoorlijn.
De vorm, schaal en omvang van deze elementen zouden in het
Streekplan meer betekenis moeten krijgen. Bijvoorbeeld door
middel van een zone-aanduiding voor nog nader te lokaliseren
recreatieve voorzieningen in het kader van de nadere invul
ling van het stadsgewest Leeuwarden aan de bovengenoemde
drie zijden van de stad. Dit doet meer recht aan de te ver
wachten omvang en de benodigde speelruimte om een en ander
uit te werken, dan de aanduiding van een incidenteel element
op de plankaart.
In de typering van de verhouding tussen recreatief gebruik
en de landschappelijke waarden van de Grote en Kleine Wielen
zou het beter zijn dat de strook van de Grote Wielen die ge
legen is langs de rijksweg, de aanduiding groenelement
krijgt. Dit correspondeert beter met de huidige situatie.
Dit geldt ook voor de Kleine Wielen, tot aan de spoorlijn.
Hier is de betekenis als landbouwgebied duidelijk onderge
schikt, temeer ook omdat hier de aanleg van een golfbaan
wordt nagestreefd.
Tenslotte valt het op dat het streekplan gedetailleerd in
gaat op tekorten aan picknickplaatsen en midgetgolfbanen
terwijl geen woord wordt gewijd aan de thans in veelvoud ge
nomen initiatieven om te komen tot de aanleg van golfbanen.
Een heldere provinciale stellingname terzake van de gewenste
lokatie(s) lijkt gelet op de planologische relevantie van
deze ontwikkeling niet overbodig.
9Stadsgewest
Uit het voorgaande zal duidelijk zijn geworden dat wij van
mening zijn dat in het voorontwerp onvoldoende recht is ge
daan aan en nadruk is gelegd op het stadsgewest Leeuwarden.
Terwijl Leeuwarden toentertijd nog niet was aangewezen als
stadsgewest, was er in het vorige Streekplan toch sprake van
een zekere extra stimulering van Leeuwarden. Sinds de aan
wijzing tot stadsgewest wordt van provincie-zijde blijkbaar
verondersteld dat daarmee extra nadruk voor het Stadsgewest
Leeuwarden in het provinciale beleid niet meer nodig is. Il
lustratief in dit verband is de opmerking in het voorontwerp
dat de aanwijzing van Leeuwarden tot stadsgewest de gehele
provincie ten goede dient te komen en dat het provinciaal
bestuur zich daarvoor ook zal inzetten. Terwijl aan de ande
re kant de invulling en uitwerking van het stadsgewest en de
onderbouwing van de noodzaak van provinciale steun bijna ge
heel aan de betrokken gemeenten wordt overgelaten.
Het voorontwerp legt derhalve ten onrechte onvoldoende na
druk op het belang van het versterken van het stadsgewest
Leeuwarden, terwijl daarnaast ten opzichte van het vorige
Streekplan de aandacht voor Leeuwarden in het Voorontwerp de
facto is verminderd.
10Conclusie
Als algemene conclusie op grond van het bovenstaande kan
worden gesteld dat het voorontwerp er niet in is geslaagd de
bijzondere positie van Leeuwarden als stadsgewest binnen
Friesland enig gewicht te geven. Weliswaar wordt een groot
aantal voor Leeuwarden belangrijke voorzieningen in het
voorontwerp met name genoemd, toch kan niet gezegd worden
dat de provincie in het voorontwerp onvoorwaardelijk voor de
versterking van Leeuwarden heeft gekozen, hetgeen de aanwij
zing tot stadsgewest wel zou rechtvaardigen.
-10-
-11-