Onder de mededeling dat het voorontwerp aan de orde is geweest
in de vergadering van de Commissie Ruimtelijke Ordening op 16
juni jl., stellen wij u voor in te stemmen met het boven
omschreven standpunt van de gemeente Leeuwarden ten aanzien
van het Voorontwerp Herziening Streekplan Friesland en dit ter
kennis van Gedeputeerde Staten van Friesland te brengen.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester
mrW.J.G. Reumer Secretaris.
Preadvies inzake een brief van bewoners en wijkbestuur Tjerk Hiddes
Bijlage no. 257. Leeuwarden, 18 juni 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Bij brief van 9 maart 1987 is door de bewoners en het wijkbestuur Tjerk Hid
des geklaagd over overlast in hun woonomgeving, veroorzaakt door de aanwezigheid
van een caravan in de nabijheid van het pand Bleeklaan 105 en door bezoekers van
de in dat pand gevestigde snackbar. Op 6 april 1987 is door U besloten deze
brief om preadvies in handen van ons college te stellen; voorts werd de
toezegging gedaan dat de wijze van reageren van de politie op de klachten tevens
belicht zou worden.
In dit verband merken wij het volgende op.
De wettelijke mogelijkheden, welke tot onze beschikking staan, om daad
werkelijk op te treden tegen het stallen van caravans in woonwijken zijn momen
teel niet toereikend. In de Parkeerexcessenverordening Leeuwarden wordt een
nauwe relatie gelegd met het Reglement Verkeerstekens en Verkeersregels als wet
telijke basis voor het wegslepen van "motorvoertuigen in een woonerf". Een cara
van is geen motorvoertuig in de zin van genoemde regeling en kan aldus niet wor
den verwijderd op grond van de Parkeerexcessenverordening Leeuwarden. Een
voorstel tot aanpassing van deze verordening om deze lacune op te heffen wordt
overigens afzonderlijk aan U voorgelegd.
De overlast veroorzakende caravan waarover bovenvermelde briefschrijvers
zich beklaagden is inmiddels, na overleg tussen de politie en de eigenaar van de
caravan, verwijderd. De bewoners en het wijkbestuur Tjerk Hiddes zijn hiervan
door ons schriftelijk op de hoogte gebracht.
Ten aanzien van de aanwezigheid van de snackbar merken wij het volgende op.
De beschikbare middelen bieden op dit moment in het algemeen onvoldoende
mogelijkheden vestiging en exploitatie van snackbars tegen te gaan. In de Nota
"De Horeca in de Binnenstad van Leeuwarden" wordt hierop nader ingegaan.
Naast een regulering van de sluitingstijden wordt daarin met name
voorgesteld gebruik te maken van het planologische instrumentarium. Wij menen
dat er thans de voorkeur aan moet worden gegeven de behandeling van deze nota af
te wachten.
Naar aanleiding van klachten over overlast zoals door de buurtbewoners
omschreven is steeds door de politie een onderzoek ingesteld. Klachten over het
verstrekken van alcoholhoudende dranken in de snackbar hebben geresulteerd in
zowel controle als gesprekken van politiezijde met de eigenaar van de zaak.
Daarbij kon niet worden geconstateerd dat er bedrijfsmatig alcoholhoudende
dranken worden verstrekt in de snackbar.
Ondernomen acties en resultaten van deze politie-onderzoeken zijn in de
praktijk niet altijd zichtbaar voor klagers. In een bespreking tussen de politie
en de wijkbewoners zijn echter onlangs afspraken gemaakt om te komen tot ver
betering van de onderlinge contacten en is aan de bewoners duidelijk gemaakt
welke maatregelen de politie in dergelijke gevallen van overlast neemt.
Voorts is afgesproken dat er regelmatig controles zullen worden uitgeoefend
om verdere overlast te voorkomen.
Onder vermelding dat de Commissie voor Openbare Orde in haar vergadering van
24 juni 1987 over het voorgaande zal worden gehoord, stellen wij U voor de bewo
ners en het wijkbestuur overeenkomstig het vorenstaande te informeren.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.