-2-
computersysteem. Hierdoor was het tevens niet mogelijk om direct na de
inschrijving van woningzoekenden op geautomatiseerde wijze de
inschrijving naar de woningzoekenden toe te bevestigen door middel van
een verkorte uitdraai van de meest relevante gegevens. Dit is naar
gelang de behoefte daartoe incidenteel opgelost met het verstrekken van
fotokopieën van het inschrijfformulier. Voor het overige worden op het
inschrijvingsbewijs de wijkvoorkeuren vermeld. De kwestie inzake de
keuze van het gewenste automatiseringssysteem zullen wij in paragraaf 2
van deze raadsbrief nog aan de orde laten komen bij de behandeling van
de beslispunten,. Overigens heeft een en ander niet direct geleid tot
onoverkomelijke problemen bij de woonruimteverdeling zelf. Vei moet
worden geconstateerd dat door het uitblijven van de besluitvorming
inzake de automatisering knelpunten zijn blijven bestaan in het
verkrijgen van snelle selecties voor de woningtoewijzingen van
leegkomende woningen en de gewenste informatievoorziening.
Fase III omvat thans het vaststellen van de hoofdlijnen van een
algeheel verbeteringsvoorstel inzake het lokale
woonruimteverdelingssysteem. In deze fase zijn door de werkgroep 2
rapporten uitgebracht met inschakeling van een externe deskundige.
Deelrapport I "de hoofdlijnen" van januari 1986 is behandeld in de
Commissie voor het Voningbedrijf van 19 februari 1986, de Commissie
voor de Volkshuisvesting van 26 februari 1986 en de Stuurgroep
"Huisvesting alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens" op 12 maart
1986 en het Bestuurlijk overleg van ons College met de Federatie van
Leeuwarder Woningcorporaties van 28 mei 1986. Op basis van de
bevindingen in deze commissies kon verdere uitwerking plaatsvinden, zij
het dat de keuze van het automatiseringssysteem werd uitgesteld tot het
moment dat in het eindrapport een verdere pakketvergelijking tussen het
bestaande computersysteem (NCR) van het Woningbedrijf en dat van het
Nationaal computercentrum voor Woningcorporaties (NCCW) zou hebben
plaatsgevonden.
De complete eindrapportage ligt thans voor U voor verdere
besluitvorming. De werkgroep heeft bij deelrapport II "Uitwerking en
bijstelling" een aanbiedingsbrief gevoegd, waarin nadere
compromisvoorstellen worden gedaan over de nog overgebleven
discussiepunten. In het volgende hoofdstuk zullen wij hier nader op
ingaan. Over 3 van de 4 onderwerpen bestaat thans overeenstemming met
de corporaties. Alleen over het al dan niet toepassen van het principe
van decentrale inschrijving bij de deelnemende verhuurders bestaat
feitelijk nog verschil van inzicht.
Fase IV zal worden gevormd door het nader uitwerken van de door U in
overeenstemming met de plaatselijke corporaties vastgestelde
hoofdlijnen van het nieuwe woonruimteverdelingssysteem.
In het kader van de evaluatie zullen wij in deze raadsbrief nog verdere
aandacht schenken aan de wijze van verslaglegging in de afgelopen
periode en de uit de rapportage voortvloeiende aanpassingen van de
verslaglegging.
II. Beslispunten,
a. Algemeen.
-3-
Ter voorbereiding van het gemeentelijke standpunt hebben wij op basis
van een voorlopige ambtelijke notitie ten behoeve van de Commissie voor
het Woningbedrijf in eerste instantie zowel deze Commissie als de
Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting gehoord op
respectievelijk 8 april en 6 mei 1987. Dit heeft geleid tot een
principe-standpunt dat op 14 mei j.l. met de corporaties is besproken.
Hoewel de corporaties bezwaar hebben gemaakt tegen de toonzetting van
deze notitie, werd wel overeenstemming bereikt over 3 van de 4
hoofdbeslispunten. Kortheidshalve verwijzen wij U naar het voor U ter
inzage gelegde verslag van deze vergadering. De hier bedoelde notitie
is geschreven vanuit de optiek van de probleemanalyse teneinde te komen
tot oplossingen en voorstellen, die moeten leiden tot een systeem
waarbij de in het verleden gesignaleerde knelpunten zoveel als mogelijk
worden geëlimineerd. In aanvulling op deze notitie en het verslag
hechten wij eraan te stellen, dat wij in zijn algemeenheid waardering
hebben voor de wijze waarop de corporaties en het Woningbedrijf in de
afgelopen jaren op vrijwillige basis invulling hebben gegeven aan een
gemeenschappelijk woningtoewijzingssysteem. Gesteld kan worden dat
Leeuwarden in relatie tot landelijke ontwikkelingen op het terrein van
de woonruimteverdeling voorop heeft gelopen en een naar verhouding zeer
goedkoop systeem heeft. Dit neemt niet weg, dat gestreefd moet worden
naar optimalisering van het systeem waarbij de knelpunten worden
opgelost. Uiteraard dient een redelijke relatie te worden nagestreefd
tussen de te realiseren kwaliteitsverbetering en de daaraan verbonden
kosten. Bedacht moet worden dat een aantal van de gesignaleerde
knelpuntn relatief gering van omvang zijn ten opzichte van de zaken,
die wel naar tevredenheid lopen. Wellicht ten overvloede wijzen wij
erop, dat de voorgestelde verbeteringen met name zijn gebaseerd op de
in het verleden ervaren knelpunten en dat thans in de beschouwingen
minder het accent behoeft te liggen op de behandeling van de zaken, die
reeds tot tevredenheid van alle partijen zijn opgelost. Met name hebben
wij waardering voor de laatstelijk tot stand gekomen gezamenlijke
woonwijzer voor woningzoekenden, waarin alle informatie over het
sociale huurbezit kort en overzichtelijk is samengevat. Dit duidt op
samenwerkingsgezindheid van de corporaties zowel onderling als in
relatie met het Gemeentelijk Woningbedrijf en vormt de basis voor het
welslagen van het nieuwe verdelingssysteem.
Belangrijk uitgangspunt voor de besluitvorming terzake wordt gevormd
door de reeds eerder overeengekomen scheiding van
verantwoordelijkheden; namelijk: dat de gemeente voor de vaststelling
van de hoofdlijnen van het woonruimteverdelingsbeleid verantwoordelijk
is en dat corporaties verantwoordelijk zijn voor de uitvoering ervan in
relatie met de individuele woningtoewijzing. In deze visie past een
jaarlijkse rapportage aan de Raad over het functioneren van het systeem
en de vaststelling van de toewijzingscriteria.
b. Keuze automatiseringssysteem.
In het kader van het hiervoor genoemde uitgangspunt hebben wij gemeend
het besluit van de gezamenlijke corporaties om van de NCR-computer van
het Gemeentelijk Woningbedrijf over te gaan op het computersysteem van
het NCCW te moeten respecteren. Wij gaan er daarbij van uit, dat de in
de rapportage van de werkgroep geformuleerde verbeteringen en wensen
tegen acceptabele kosten kunnen worden vervuld en dat dit verder geen
bijzondere nadelen oplevert voor het Gemeentelijk Woningbedrijf. Wij
stellen U derhalve voor in te stemmen met de overstap naar het