-6-
aan te besteden. Gelet op het feit, dat veel corporaties buiten het
centrum zijn gehuisvest en ook het Woningbedrijf binnenkort naar de
periferie verhuist, achten wij het van wezenlijk belang, dat er ook een
algemeen inschrijfpunt in de binnenstad wordt gesticht, gekoppeld aan
het kantoor van de centrale registratie. Dit achten wij noodzakelijk in
het licht van de concurrentie-positie van de sociale verhuurders ten
opzichte van niet-sociale verhuurders, maar ook vanuit een grotere
service-gerichtheid naar het publiek toe mede vanuit de optiek van de
stadsgewest-status. Wij stellen U voor met dit compromis-voorstel in te
stemmen. Wij tekenen hierbij aan, dat de Federatie van Leeuwarder
Woningcorporaties in het bestuurlijk overleg met ons College van 11
juni jl. dit compromis-voorste 1 vooralsnog heeft verworpen.
III. Evaluatie jaarverslaglegging.
De centrale registratie rapporteert jaarlijks over het functioneren van
het toewijzingssysteem. Sedert de laatste algehele evaluatie van het
systeem op 25 juni 1984 zijn jaarverslagen verschenen over 1984, 1985
en 1986. Deze verslagen liggen evenals alle andere stukken over de
evaluatie uit de afgelopen periode voor U ter inzage. Hoewel de
verslaglegging thans niet optimaal kan worden genoemd, kunnen wel
ontwikkelingen gesignaleerd worden en enige conclusies worden
getrokken. Over het algemeen spreken de cijfers en de daaraan verbanden
conclusies voor zich. Wij wensen hier nog de volgende kanttekeningen
bij te plaatsen. Tegelijk met de behandeling van het tussenrapport
(fase II) van de werkgroep evaluatie woonruimteverdeling is in de
openbare hoorzitting van de toenmalige Commissie voor de
Volkshuisvesting van 27 augustus 1985 een open brief van het PEL aan de
Gemeenteraad over het verkrijgen van bepaalde informatie uit het
systeem aan de orde gesteld. Haar aanleiding hiervan hebt U op 9
september 1985 besloten om deze brief te betrekken bij de behandeling
van het jaarverslag 1984 van de centrale registratie. Een aantal van de
gevraagde gegevens kan warden ontleend aan dit verslag. Voor het
overige heeft de directeur Woningbedrijf ons aanvullende informatie
verstrekt. Deze gegevens zijn verder betrokken bij de werkzaamheden van
de evaluatie-werkgroep -waarvan de secretaris van het PEL deel
uitmaakt- en uiteindelijk verwerkt in de aanbevelingen ten aanzien van
de model-kwartaalrapportage. Kortheidshalve zij verwezen naar bijlage 3
van deelrapport 2. Wij stellen U voor de jaarverslagen voor
kennisgeving aan te nemen en het PEL in samenhang met de overige
ingekomen stukken van deze vereniging, overeenkomstig Uw
standpuntbepaling te antwoorden, zoals wij dat hebben neergelegd in dit
voorstel
IV. Inspraak tijdens evaluatie-proces.
Onzes inziens is tijdens het gehele evaluatie-proces voldoende aandacht
geschonken aan de mogelijkheden van inspraak van de organisaties van
direct belanghebbenden. Ter voorbereiding van het eindadvies van de
werkgroep "Evaluatie woonruimteverdeling", waarin het PEL als
belangenbehartiger van de woningzoekenden was vertegenwoordigd, heeft
deze werkgroep een hoorzitting georganiseerd, waarvoor het
Huurderserviceburo als belangenbehartiger van de zittende huurders
alsmede de niet in de werkgroep vertegenwoordigde
corporatie-directeuren werden uitgenodigd. Het verslag van deze
bijeenkomst treft U als bijlage 4 bij deelrapport 2 aan. Gelet hierop
hebben wij het niet nodig geoordeeld om dit onderwerp nog eens
-7-
afzonderlijk in het Woonconsumentenoverleg aan de orde te stellen. Wel
zijn de leden van dit overleg gewezen op de mogelijkheid van inspraak
in de openbare vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke
Ordening en Volkshuisvesting van 16 juni j.l. en is in de plaatselijke
pers een advertentie geplaatst, waarin belanghebbenden wordt gewezen op
de mogelijkheid om de desbetreffende vergadering van de commissie over
dit onderwerp bij te wonen en de mogelijkheid om het woord te voeren.
V. Slot.
In bijgevoegd ontwerp-besluit hebben wij de uitgangspunten nader
geformuleerd ten aanzien van de uitwerking van het verbeterde
gezamenlijke woonruimteverdelingssysteem van de plaatselijke sociale
verhuurders. Wij stellen U voor dienovereenkomstig te besluiten onder
de mededeling, dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting is gehoord en onder verwijzing naar de voor U ter
inzage gelegde rapporten en dossiers.
Burgemeester en Wethouder van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J. G. Reumer Secretaris.