- 16 - "Hoofdlijnen van het provinciaal beleid". Daaruit blijkt dat naar onze mening Gedeputeerde Staten er niet in geslaagd zijn op provinciaal ni veau deze elementen te vertalen in een duidelijke beleidsmatige keuze voor het versterken van het stadsgewest Leeuwarden. Wij zullen ons dan ook nadrukkelijk blijven inspannen, opdat de bijzondere positie van Leeuwarden (als belangrijkste stedelijk centrum en als stadsgewest in Friesland) in de definitieve herziening van het streekplan meer gewicht krijgt. Daarvoor zijn in het gezamenlijke standpunt van Gedeputeerde Staten van Drenthe, Groningen en Friesland op de Notitie Ruimtelijke Perspektieven, aanknopingspunten aangegeven. In de visie van de drie provinciale besturen zal bij de toekomstige ontwikkeling van het Noor den gestreefd moeten worden naar een taakverdeling en ontwikkeling op basis van complementariteit, waarbij de functies elkaar aanvullen en versterken. In die visie vormen de stadsgewesten daartoe de belang rijkste aanknopingspunten. Volgens de provinciale besturen zouden bij een dergelijke taakverdeling de ontwikkelingsmogelijkheden van Leeu warden met name gezocht moeten worden bij het bank- en verzekerings wezen, de agrarische industrie, de dienstverlening en de h.b.o.-concen tratie. Wij zijn van mening dat de provinciale besturen met het bovenvermelde voorstel voor specialisatie en taakverdeling een alleszins acceptabele aanzet voor een op de toekomst gerichte ontwikkeling hebben gepresen teerd, die in belangrijke mate aansluit bij onze ideeën ter zake. Wij proberen dan ook in ons stimuleringsbeleid aan te sluiten bij de hier- bovengenoemde speerpunten. In dat licht moeten ook onze inspanningen worden gezien ten aanzien van het onderzoek naar het stichten van een internationaal agrarisch infocentrum, de nieuwe huisvesting van de zuivel- en aardappelbeursde activiteiten in het kader van Leeuwarden- Landbouwstad, de Cheese Dairy beurs, het onderzoek naar het Bio- sciencepark, enz. In samenwerking met het h.b.o. wordt gewerkt op het gebied van kennistransfer, contractonderwijs, spin-off, ontwikkeling technologiebeleid en dergelijke. Ten aanzien van de speerpunt bank- en verzekeringswezen zijn wij voor nemens een aantal activiteiten te ontplooien; zo zullen wij ons in het promotie- en acquisitiebeleid ook nadrukkelijk mede op deze doelgroep trachten te richten. Ook beraden wij ons erop hoe wij deze speerpunt in Leeuwarden structureel kunnen versterken. Wij hebben daartoe contact gezocht met het adviesburo P.N.O.-Twente B.V., ten einde de mogelijk heden daartoe verder uit te werken. Wij denken daarbij aan ontwikkelingen in de richting van een Innovatie Advies Centrum, maar ook aan het opzetten van een project dat erop ge richt is deze branche meer en beter in te laten spelen op de mogelijk heden om voor verschillende activiteiten subsidiebronnen aan te boren. Indien één en ander in concrete projecten zal worden vertaald, zullen wij U nader rapporteren. Aan een nadere invulling van de status stadsgewest voor Leeuwarden is in de afgelopen periode veel aandacht besteed. In januari 1987 is door U het rapport "Stadsgewest Leeuwarden" vast gesteld. Daarin is in grote lijnen aangegeven hoe de gemeente de in vulling van deze status met betrekking tot een aantal beleidssectoren - 17 - binnen de verhoudingen, zoals die in Friesland bestaan, ziet. Als be langrijkste leidraad daarbij geldt dat het stadsgewest voor geheel Friesland een positieve werking heeft, gelet op de ontwikkelingen waarvan wij iri het voorgaande de contouren hebben geschetst. De aan wijzing tot stadsgewest heeft daarvoor openingen gegeven en deze zullen dan ook benut moeten worden. Gelet op de ligging van het stadsgewest Leeuwarden in een weinig verstedelijkt gebied vraagt de invulling om een genuanceerde benadering, waarbij naar een harmonische wisselwerking tussen stad en regio zal moeten worden gezocht. Overigens verwijzen wij U naar het gestelde in hoofdstuk II, hoofdfunctie 8: Ruimtelijke Orde ning en Volkshuisvesting. Uitbreiding van werkgelegenheid in de dienstverlenende sector, opti malisering van voorzieningen in de sociaal-culturele sfeer en op het onderwijsterrein, een winkelvoorzieningenstructuur van betekenis voor een wijde regio: het zijn allemaal aspecten van het stadsgewest Leeu warden. Ten einde deze status verder uit te bouwen en te begeleiden, achten wij het gewenst dat een planmatige aanpak van de infrastruc turele voorzieningen wordt opgezet, te realiseren in een periode van tien jaar. Voor een stadsgewest geldt dat, indien de noodzaak daarvan duidelijk aanwezig is, van de zijde van de rijksoverheid bij voorrang een aantal financiële beleidsinstrumenten zullen worden ingezet. Het is in dat kader dat wij de verschillende knelpunten die zich in de infra structuur voordoen tot één geheel hebben geïntegreerd en in maart 1987 als 'Investeringsplan Stadsgewest" aan de rijks- en provinciale over heid hebben aangeboden. In dit plan komt nadrukkelijk de relatie naar voren die er bestaat tussen enerzijds de overheidsinvesteringen in in frastructuur en anderzijds de investeringen in de marktsector. De investeringen in dit plan belopen een bedrag van f 100 miljoen over een periode van 10 jaar. Met behulp van deze investeringen zullen in dezelfde periode minimaal 5 maal zoveel particuliere investeringen ge genereerd worden. Naar onze mening is dit project een voorbeeld van de wijze waarop effectief het idee van public-private partnership gestalte kan worden gegeven en wij gaan er dan ook van uit dat door het Rijk, al dan niet in I.S.P.-verband, voor de helft in de kosten zal worden bij gedragen. Voor wat betreft de voor rekening van de gemeente blijvende kosten gaan wij er voorshands van uit dat deze binnen de bestaande daartoe geëigende posten op de begroting kunnen worden gedekt. Zoals wij U in het vorige beleidsplan reeds hebben meegedeeld, verloopt de toepassing van het I.S.P. in fase drie aanmerkelijk anders dan in de eerste twee fasen. In het huidige regionale beleid wordt, meer dan voorheen, de nadruk gelegd op versterking van de marktsector en acti vering van de groeipotenties van de regio. Voorts moeten de voor subsi diëring voorgedragen maatregelen en projecten zoveel mogelijk gericht zijn op vernieuwing. Daarbij gaat het om projecten die een stimulans vormen voor het bedrijfsleven in brede zin. Op dit onderdeel heeft de lokale overheid weinig grip. Onlangs is door ons een geactualiseerde lijst van via het I.S.P. te subsidiëren projecten ingediend. Naast de infrastructurele projecten uit het Investeringsplan Stadsgewest betreft het een aantal projecten dat van belang is voor de versterking van de voorzieningenstructuur.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 439