- 36 -
210.02 Parkeren.
De parkeeropbrengst uit meters en automaten heeft over 1986
f 2.108.054,bedragen, hetgeen neerkomt op een toename ten opzichte
van 1985 van ruim 12%. Voor het grootste deel is deze toename een gevolg
van de tariefsverhoging voor de dagparkeerterreinen, waarbij het tarief
op f 1,50 is gebracht.
Als gevolg van het vervallen van het parkeerterrein Oude Veemarkt en het
niet direct volledig compenseren van dit aantal parkeerplaatsen door
andere parkeervoorzieningen met betaald parkeren, zullen de parkeer-
opbrengsten in deze beleidsperiode een lichte daling te zien geven. Deze
derving van inkomsten zal worden opgevangen door te beschikken over "het
fonds ter derving van tijdelijke inkomstenderving parkeergelden"Voor
het terrein Fonteinland en het tijdelijk terrein Tulpenburg wordt uit
gegaan van gratis parkeren om extra parkeerdruk in de omliggende woon
gebieden zoveel mogelijk te beperken. Op de in het vorig beleidsplan
aangekondigde en thans geraamde structurele verhoging van de parkeer-
opbrengsten van f 300.000,in het kader van het dekkingsplan voor
tijdelijke en vervangende parkeervoorzieningen komen wij separaat terug.
In ons voorstel tot uitbreiding van het Oldehoofsterkerkhof met 110 par
keerplaatsen is overigens reeds uitgegaan van een structurele verhoging
van de opbrengsten met f 137.000,
In de komende jaren zal worden voortgegaan met de vervanging van par-
keermeters door centrale parkeermeters (verzamelmeters)waarbij overi
gens nieuwe ontwikkelingen, onder meer van de minimeter (in casu een
verzamelmeter voor een beperkt aantal parkeerplaatsen), nauwlettend
zullen worden gevolgd, om een bij de aard van de parkeervoorzieningen
passende functionele betalings- en controlewijze te creëren.
Vooruitlopend op de definitieve bewegwijzering naar parkeerplaatsen zijn
wij voornemens over te gaan tot het aanbrengen van een tijdelijk systeem
van parkeerverwijzing, ten einde het zoeken naar parkeergelegenheid in
de periode van aanleg en opheffing van tijdelijke vervangende parkeer
voorzieningen zoveel mogelijk te beperken.
Ook thans is de voorgenomen fiscalisering van parkeerboetes nog niet
mogelijk. Wanneer de parlementaire behandeling daarvan is afgerond, is
niet te voorzien. Vooralsnog gaan wij ervan uit dat fiscalisering van
parkeerboetes niet voor 1989 mogelijk zal zijn. Wij zijn er in de ra
mingen van uitgegaan dat deze fiscalisering geen financieel voordeel zal
opleveren.
Functie 212: Stadsautobusdienst.
In het vorige beleidsplan is aangekondigd, dat getracht zou worden en
kele wijzigingen in te voeren ten aanzien van de lijnvoering van en naar
de wijken Westeinde en Camminghaburen. Deze wijzigingen kunnen helaas
niet budgettair neutraal worden uitgevoerd. Het Rijk is niet bereid het
daardoor groter wordende tekort van de stadsautobusdienst af te dekken.
Wij zien op dit moment ook geen kans dit tekort uit eigen middelen te
financieren, zodat onzes inziens vooralsnog van deze wijzigingen moet
worden afgezien.
Wij hebben eerder aangekondigd, dat het bereikbaar maken van een aantal
wijken en objecten door middel van het openbaar vervoer in onderzoek is.
Helaas heeft dit nog niet tot een afgerond rapport kunnen leiden. Wij
- 37 -
hopen U in 1988 een nota over één en ander te kunnen voorleggen.
In het kader van de reconstructie van de omgeving van het N.S.-station
zal naar verwachting in de tweede helft van 1988 gestart worden met de
bouw van twee nieuwe busstations, één t.b.v. het streekvervoer en één
voor het stadsvervoer.
Over het te voeren beleid ten aanzien van het stadsvervoer zullen wij U
in 1988 de nodige voorstellen voorleggen. Een en ander zal zijn beslag
moeten krijgen in een met de Fram te sluiten exploitatie-overeenkomst.
Functie 213: Overig vervoer te land.
Naar alle waarschijnlijkheid zal per 1 januari 1988 de Wet personenver
voer in werking treden. Als gevolg hiervan zal de vergunningverlening
voor het taxivervoer in eerste instantie bij het College van Gedepu
teerde Staten berusten, met de mogelijkheid dit te delegeren aan re
gionale samenwerkingsverbanden. Wij hebben de provincie reeds mede
gedeeld dat onze voorkeur uitgaat naar laatstgenoemde variant, i.e.
overdracht van de bevoegdheden aan de Regio Friesland-Noord, respec
tievelijk de opvolger daarvan per 1 januari 1988.
Indien ook de provincie hiermee akkoord gaat, zullen wij ons op regio
naal niveau beraden over de nadere invulling van dit beleid.