- 46 -
onderwijsondersteunend personeel be'invloedt, zoals het emancipatiebe
leid en de regelgeving vanuit het Rijk inzake herplaatsing van perso
neel, bestaat de behoefte om het beleid ter zake in een nota vast te
leggen. Deze nota met betrekking tot de werving en selectie van onder
wijzend personeel ten behoeve van het openbaar basis-, speciaal en
voortgezet onderwijs zullen wij nog in de loop van het schooljaar
1987-1988 vaststellen en ter kennis van de Commissie voor Onderwijs
brengen.
De eerdergenoemde (negatieve) ontwikkelingen vergen veel van de span
kracht van het onderwijzend en onderwijsondersteunend personeel. Het
verdient waardering dat velen zich grote inspanningen getroosten de
vele leerlingen van kwalitatief goed onderwijs te blijven voorzien.
Deze inspanningen hebben niet alleen betrekking op het geven van de
dagelijkse lessen. Ook het basisonderwijs is inhoudelijk doorlopend in
beweging. Nieuwe didactische werkvormen en vergroting van deskundigheid
leiden tot een steeds verdergaande vervolmaking van de pedagogisch-
didactische benadering van de leerlingen.
Al deze veranderingen vinden hun neerslag in het schoolwerkplan, dat
daardoor ook continu wordt bijgesteld. In overleg met de rijksinspectie
hebben wij een strategie ontworpen ter gefaseerde vervolmaking van het
schoolwerkplan.
Wij streven ernaar de scholen daarbij zoveel mogelijk te ondersteunen
en doen dit in samenhang met het ondersteuningsaanbod van het GCO en
de PABO.
Hoewel het basisonderwijs hevig onder druk staat, achten wij het nood
zakelijk de ontwikkelingen in het basisonderwijs overeenkomstig het
gemeentelijk Innovatieplan te stimuleren. De instrumenten binnen en
buiten de school zijn daartoe ook op lokaal niveau aanwezig
(PABO-GCO). Het zal er in de komende jaren evenwel om gaan deze op
zinnige wijze te hanteren, zodat schoolteams op efficiënte wijze ge
bruik kunnen maken van de beschikbare tijd en energie. Daartoe hebben
wij in overleg met het gemeentelijk basisonderwijs een "meerjarenplan
nascholing" opgezet, waarbij het gaat om het aanbrengen van een goede
planning, fasering en overlegstructuur van nascholing en begeleiding.
In het samenspel tussen opleiding (PABO), begeleiding (GCO) en scho
len krijgt de directe schoolpraktijk een herkenbare invloed op de pro
grammering en de inhoud van de scholings- en begeleidingsactiviteiten.
In overleg met het bevoegd gezag kiezen de scholen op basis van het
Innovatieplan voor een beperkt aantal thema's voor de eerste meerja-
rencyclus 1987-1992. Daarbij zal slechts dan worden ingespeeld op het
landelijk innovatiebeleid, wanneer dat aansluit bij het eigen lokale
beleid.
Daar waar reguliere faciliteiten op basis van het landelijk beleid
ontbreken, trachten wij zelf faciliteiten te verschaffen. Daartoe is in
het kader van de besteding van de LONDO-gelden voor het openbaar basis
onderwijs jaarlijks een bedrag van f 30.000,geraamd.
Bij de komst van de basisschool hebben wij er bij de scholen onder ons
bevoegd gezag voor gepleit een duidelijk schoolconcept te ontwikkelen
waarin de doelstellingen en uitgangspunten van de school zijn vastge
legd.
Voor een aantal scholen was dat aanleiding om te kiezen voor een speci
fieke pedagogisch-didactische identiteit.
- 47 -
In het gemeentelijk onderwijs is er naast de keuze voor een meer of
minder "traditionele" basisschool de mogelijkheid voor Jenaplan-,
Montessori- en FreinetonderwijsDeze keuzedifferentiatie blijkt in
hoge mate tegemoet te komen aan de wensen van ouders. Dit moge blijken
uit de opvallende toename van het aantal leerlingen op deze scholen.
In het onderwijsconcept van de Wilaard (Camminghaburen) is bewust ge
kozen voor het zogenaamde "tweede-instap-model" dat het mogelijk maakt
tweemaal in een schooljaar door te stromen naar een hogere groep, het
geen tegemoet komt aan een aantal principes van het basisonderwijs,
zoals de continue ontwikkeling van de leerling en het doorbreken van
het leerstofjaarklassesysteem.
Ook in de komende jaren zullen wij scholen stimuleren in en onder
steunen bij het ontwikkelen van een eigen pedagogisch-didactische iden
titeit
Met ingang van het schooljaar 1987/1988 wordt voor het eerst onderwijs
in eigen taal en cultuur (OETC) aan Vietnamese kinderen gegeven. In de
komende periode zullen wij nader aandacht besteden aan de verdere ont
wikkeling van het Intercultureel Onderwijs en het OETC. Wij zullen het
beleid ter zake neerleggen in een nota die ter kennis van de Commissie
voor het Onderwijs zal worden gebracht.
Door middel van het zogeheten Onderwijsvoorrangsbeleid wordt gepoogd
onderwijsachterstanden te bestrijden. In verband met het feit dat er
door de wijkprojectgroepen in Schieringen en Achter de Hoven op basis
van vrijwilligheid naar gestreefd is onderwijsachterstanden te ver
minderen hebben wij gemeend deze activiteiten als eerste voor onder
steuning op grond van de voor 1987 en volgende jaren beschikbaar ge
stelde middelen in aanmerking te laten komen. Naar alle waarschijnlijk
heid zal het aantal scholen en welzijnsinstellingen dat voor gemeen
telijke faciliteiten in aanmerking komt, verder stijgen.
Mede door de instelling van het tijdelijke Stedelijk Coördinatiepunt en
het aantrekken van circa vijftien "opvangkrachten" wordt verwacht dat
de tussenschoolse opvang op de scholen aanmerkelijk beter zal kunnen
gaan functioneren dan voorheen.
In 1988 zal het drie jaar geleden zijn, dat de basisschool zijn intrede
deed. In dat jaar zal dus ook een oordeel moeten worden uitgesproken
over de noodzaak van de instandhouding van die openbare basisscholen
die niet aan de zogeheten instandhoudingscriteria voldoen. Voor Leeu
warden betreft dat de openbare basisscholen te HempensLekkum en Wir-
dum. Wij zijn van mening dat alleen bij het voortbestaan van deze scho
len van een evenwichtige spreiding van openbare scholen sprake zal
zijn. Overigens zal bij de besluitvorming omtrent de instandhouding van
een individuele behandeling van de scholen sprake zijn. Een sprei
dingsplan voor het gehele openbare basisonderwijs zoals dat in 1985
moest worden vastgesteld zal slechts in uitzonderlijke gevallen nood
zakelijk zijn. Deze gevallen zijn:
a. bij inwisseling van scholen, d.w.z. het opheffen van een grote
school in ruil voor de instandhouding van een te kleine school;
b. bij tijdelijke daling onder de norm;
c. bij zogeheten termijnafspraken uit 1985.