- 48 -
Wij zullen U op zo kort mogelijke termijn een voorstel ten behoeve van
de instandhouding van eerdergenoemde drie basisscholen doen toekomen.
Nadat in de zeventiger jaren een eerste aanzet is gemaakt om te komen
tot bouwkundige integratie van het toenmalige kleuter- en lager onder
wijs wordt dit streven thans verder ten uitvoer gebracht. Naast de re
cente bouw van vier nieuwe basisscholen is in een aantal gevallen de
dislokatie opgeheven door uitbreiding van het hoofdgebouw dan wel in
terne aanpassing.
Niettegenstaande de voortschrijdende integratie kampt nog een aantal
scholen met dislokatie.
Naar het zich laat aanzien zal het niet in alle gevallen even gemakke
lijk zijn te komen tot een aanvaardbare huisvestingssituatie. Desal
niettemin zullen wij er bij het Ministerie van Onderwijs en Weten
schappen bij voortduring met klem op aandringen dat de door Uw Raad
noodzakelijk geachte huisvestingsvoorzieningen met gebruikmaking van
rijksmiddelen kunnen worden gerealiseerd.
Overigens wordt ook de nodige aandacht besteed aan de algehele aan
passing en het ingrijpend onderhoud van de oudere gebouwen. Na een
langere gebruiksduur is ook een schoolgebouw aan revisie toe. Ook heeft
de onderwijsvernieuwing invloed op de (gewenste) inrichting van gebou
wen. Op grond van deze omstandigheden kan ten behoeve van een school
gebouw na 40 dan wel 60 jaar ingrijpend onderhoud of algehele aanpas
sing plaatsvinden.
Op grond van de bouwjaren van de scholen zijn op het huisvestingsover
zicht voor de periode 1989-1991 de navolgende scholen opgenomen.
De Vosseburcht (1929)
J.H. van IJsselskoalle (1949)
Ferdinand Bolschool (1930)
In het Beleidsplan 1987-1991 kondigden wij aan te zullen bestuderen in
hoeverre het wenselijk en mogelijk zou zijn de basisscholen een jaar
lijks totaalbudget ter beschikking te stellen, waaruit in principe alle
kosten die verband houden met de school dienen te worden bestreden.
Inmiddels hebben wij een werkgroep onder voorzitterschap van de wet
houder van Onderwijs ingesteld, die opdracht heeft hieromtrent advies
uit te brengen. Wij verwachten dat in de loop van 1988 nadere voor
stellen in dit kader kunnen worden geformuleerd.
Functie 430/431: Speciaal onderwijs.
Onlangs is de Nota "Beleidsontwikkeling voor het openbaar speciaal en
voortgezet speciaal onderwijs" vastgesteld. In deze nota wordt de ont
wikkeling geschetst voor het openbaar speciaal onderwijs. De komende
jaren doet zich een aantal ontwikkelingen voor op het gebied van wet
geving, onderwijsvisie en huisvesting dat de nadere bezinning op de
toekomstige structuur, inhoud, taak en functie van deze onderwijsvorm
noodzakelijk maakt. In de onderhavige nota hebben wij onze visie op de
taak en functie van het speciaal onderwijs verwoord en aangegeven dat
wij streven naar twee lokaties voor speciaal onderwijs, waar op basis
van verbrede toelating een deels gemeenschappelijk onderwijsaanbod en
een deels gespecialiseerd aanbod kan worden gerealiseerd.
Daarbij dient rekening te worden gehouden met de dit jaar goedgekeurde
statusverandering van de Prof. Grewelschool
Deze van oorsprong school voor l.o.m.-onderwijs zal zich de komende
- 49 -
jaren steeds verder ontwikkelen als Regionaal Orthopedagogisch Insti
tuut, dat antwoord geeft op zeer indringende hulpvragen op het terrein
van orthopedagogische en orthodidactische begeleiding.
In bovengenoemde nota is een groeimodel voor het speciaal onderwijs
geschetst. Via de betrokken raadsadviescommissie zullen wij regelmatig
verslag doen van de vorderingen op dit terrein.
In dit kader is het belangrijk dat de samenwerking tussen het reguliere
onderwijs en het speciaal onderwijs wordt versterkt. In deze wisselwer
king streven wij naar een vergroting van de zorg voor die leerlingen
die zich anders ontwikkelen dan de gemiddelde leerling, maar die niet
direct zijn aangewezen op een vorm van speciaal onderwijs.
Deze samenwerking zal ertoe dienen te leiden dat het aantal leerlingen
dat op dit moment nog is aangewezen op enige vorm van speciaal onder
wijs verder afneemt. Om die reden zal de vergroting van de zorgbreedte
binnen het basisonderwijs onverminderd dienen voort te gaan.
Wij prijzen ons gelukkig dat het imago van het speciaal onderwijs nu
ook eens langs andere dan onderwijsinhoudelijke weg verbeterd gaat
worden. Reeds vele jaren hebben wij - alhoewel datgene wat met kinderen
gebeurt natuurlijk veel belangrijker is dan in wat voor gebouw dat
gebeurt - aangedrongen op verbetering van de huisvestingssituatie.
Begin 1988 is de nieuwe huisvesting van de Prof. Grewelschool gereed en
kan een aanvang worden gemaakt met een nieuwe accommodatie voor de
Arendstuinschool en de v.s.o.-school.
Al met al reden om de ontwikkeling van het gemeentelijk speciaal onder
wijs met het nodige vertrouwen tegemoet te zien.
Het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen streeft ernaar om met
ingang van 1 januari 1988 een nieuw bekostigingsstelsel voor het spe
ciaal onderwijs in te voeren. Dit stelsel zal nauwe verwantschap ver
tonen met het bekostigingsstelsel voor het basisonderwijs.
Nadere gegevens over het nieuwe stelsel waren bij het opstellen van de
begroting 1988 nog niet bekend. Dit onderdeel van de begroting is der
halve nog gebaseerd op het huidige vergoedingsstelsel.
Functie 440: Algemeen voortgezet en voorbereidend wetenschappelijk
onderwijs.
Het landelijk beleid met betrekking tot het voortgezet onderwijs zal
ook de komende jaren gericht zijn op de drie hoofdfuncties van het on
derwijs, te weten:
de persoonlijke ontplooiing;
de maatschappelijke en culturele vorming;
- de voorbereiding op beroepsmatig functioneren.
Tussen deze drie hoofdfuncties bestaat een zeker evenwicht. Het is
echter duidelijk dat naarmate de omstandigheden veranderen ook de aan
dacht voor de verschillende functies veranderen zal. Thans valt een
tendens te bespeuren het accent ten koste van de andere functies vooral
op het beroepsmatig functioneren te leggen.
Daarnaast wordt steeds sterker de nadruk gelegd op de doelmatigheid van
het onderwijs; het lijkt erop dat allerlei beleidsontwikkelingen eerder
vanuit financiële motieven worden ingegeven, dan vanuit de inhoudelijke
vernieuwing en verbetering van het onderwijs. In dat kader dient ook de