- 82 -
(dubbele vergrijzing, de behoefte van ouderen om zo lang mogelijk zelf
standig te wonen) en anderzijds de ontwikkelingen in het beleid met
betrekking tot ouderen (de uitvoering van het provinciale Plan
Ouderenvoorzieningen met een afbouw van 143 verzorgingsplaatsen vóór
1990, de invoering van de Welzijnswet) ertoe leiden dat geleidelijk
steeds meer een verschuiving optreedt in de hulpverlening van intramu
rale naar extramurale zorg.
Naast de hulpverleningsvormen waar de hulpverlener naar de zelfstandig
wonende oudere toegaat (zoals gezinsverzorging, kruiswerk) valt er een
toename te constateren van hulpverleningsvormen waar de desbetreffende
oudere naar toe moet komen om de noodzakelijke hulpverlening te ont
vangen. Te denken valt aan de wijkfuncties van bejaardenoorden, ver
pleeghuizen, woontussenvoorzieningen en de hulpverlening vanuit de
dienstencentra, zoals de dagopvang. Tegen deze achtergrond wordt door
verschillende instellingen, die zich met hulpverlening aan ouderen be
zighouden, de behoefte gevoeld aan een geregelde vorm van vervoer voor
de belanghebbende ouderen. In het kader van het flankerend ouderenbe
leid 1987 werden door een vijftal instellingen concrete subsidie
aanvragen gedaan voor een bij elk van deze instellingen uit te voeren
vervoersprojectGeen van deze aanvragen werd overigens - ondanks een
positief advies van de gemeente - door de provincie gehonoreerd.
Sindsdien is de gedachte geopperd om één stedelijk vervoersproject te
ontwikkelen, aan te haken bij de SBL en zo via een gezamenlijke aanpak
tegemoet te komen aan de gebleken behoefte aan vervoersfaciliteiten. Op
dit moment wordt door de SBL een onderzoek gedaan naar de totale omvang
van de vervoersbehoefte bij instellingen en naar de organisatorische
consequenties van een op te zetten vervoersprojectAangezien uitvoe
ring van het vervoer door vrijwilligers in het verleden steeds een
moeilijk punt is gebleken (beschikbaarheid van de chauffeurs op het
moment dat het voor de belanghebbenden nodig is, persoonlijke geschikt
heid van de vrijwilligers om verzorgingsbehoeftige ouderen op de juiste
manier te benaderen) wordt een zekere professionalisering een noodzake
lijke voorwaarde voor het slagen van het project geacht. Wij stellen U
voor uit de ruimte voor nieuw beleid voor dit doel in 1988 f 25.000,
en in 1989 f 43.000,-ter beschikking te stellen.
Bovendien stellen wij U voor om het streven te honoreren van organisa
ties van ouderen om zich te organiseren rond thema's die liggen op het
gebied van belangenbehartiging. Gegeven het feit dat in Leeuwarden drie
bonden actief zijn (ANBO, KB0 en PC0B) en het aantal aangesloten leden
globaal op 1600 kan worden gesteld is met de uitvoering van de in te
stellen subsidieregeling naar verwachting voor 1988 een bedrag van
f 6.000,gemoeid. Aangezien verwacht mag worden dat het aantal leden
door de instelling van de subsidieregeling zal stijgen, stellen wij U
voor voor het jaar 1989 f 8.000,voor dit doel beschikbaar te stel
len.
620.05 Sociaal-cultureel werk in het kader van maatschappelijk werk.
Homo_beleid
Nadat U de Nota Reactie op de Homonota Leeuwarden op 8 september 1986
vaststelde, is een aanvang gemaakt met de uitvoering van de in de nota
geformuleerde beleidsvoornemens. Daartoe is een interne werkgroep in
- 83 -
gesteld, met als taak zorg te dragen voor de afstemming van de diverse
uitvoeringsmaatregelen op elkaar. Het ligt in ons voornemen U jaarlijks
op de hoogte te houden van de voortgang van het homobeleid, door middel
van een rapportage ter zake aan de Commissie voor Emancipatie-
aangele genhed en
Kinderopvang
Uit een in opdracht van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkge
legenheid uitgevoerd onderzoek naar aard en omvang van de behoefte aan
kinderopvang ("Kinderopvang en arbeidsparticipatie van vrouwen") blijkt
dat er in Nederland momenteel een tekort is vast te stellen aan eni
gerlei vorm van kinderopvang voor zo'n 230.000 kinderen uit 190.000
huishoudens. Uit het onderzoek wordt afgeleid dat de behoefte aan op
vangplaatsen op kinderdagverblijven minimaal 2 x zo groot is als de
capaciteit daarvan.
In onze gemeente is de situatie niet anders.
De vraag naar kinderopvang en met name baby-opvang blijft groeien. De
Stichting Kinderopvang Leeuwarden heeft dit bij de indiening van de
begroting voor 1988 ook aangegeven.
Ten einde de meest urgent geachte problemen op te lossen, zal een
verhoging van het subsidie aan de Stichting Kinderopvang nodig zijn met
rond f 105.000,te besteden ten behoeve van de volgende projecten:
1. uitbreiding openingsuren naschoolse opvangvoorzieningen in verband
met de vierjarigenmaatregel;
2. subsidiëring kosten premie Ziektewet;
3. subsidiëring personeelskosten gastouderopvang;
4. coördinator tussenschoolse opvang.
ad 1: Uitbreiding openingsuren naschoolse opvangvoorzieningen in ver
band met de vierjarigenmaatregel.
De .invoering van de vierjarigenmaatregel betekent voor de Leeuwarder
scholen dat de vier- en vijfjarigen met ingang van het nieuwe school
jaar op maandag- en vrijdagmiddag vrij zullen zijn. Ook naar aanleiding
van deze maatregel wijst de Stichting Kinderopvang op de daaruit voort
vloeiende noodzaak van uitbreiding van openingstijden van de drie bui
tenschoolse opvangprojecten in Bilgaard, de Binnenstad en Aldlan.
Aangezien de aanwezigheid van buitenschoolse opvang en de aansluiting
tussen schooltijden en openingstijden van de buitenschoolse opvang een
belangrijke voorwaarde zijn voor ouders van op te vangen kleuters om te
kunnen studeren dan wel te participeren op de arbeidsmarkt, wordt
voorgesteld het verzoek te honoreren. Met ingang van 1988 dient derhal
ve rekening te worden gehouden met een extra uitgaaf van
f 23.650,(leidster, 20 uur per week).
ad 2: Subsidiëring kosten premie Ziektewet.
In de Algemene subsidieverordening is er voor gekozen om enerzijds de
premie Ziektewet niet te subsidiëren en anderzijds de inkomsten uit de
ontvangen uitkeringen krachtens de ziektewet bij de afrekening van het