- 119 -
- 120 -
Minister van Economische Zaken bericht in de circulaire van 30 juni
1987 inzake de algemene uitkeringen uit het Gemeentefonds.
De mededeling houdt in dat de gemeenten vrij zijn in het vaststellen
van de diverse tarieven, mits deze niet uitgaan boven de door de wet
gestelde maxima. Het is verheugend dat op dit front enige deregulering
is opgetreden.
In dit verband merken wij op, dat een wetsontwerp tot wijziging van de
Gemeentewet is ingediend dat inhoudt dat tarieven, geheven op grond van
artikel 277 van de Gemeentewet (dat zijn de leges en de rechten) niet
hoger mogen zijn dan de op de gemeente drukkende kosten. Tot nu toe is
het toegestaan met die rechten een zogenaamde "matige winst" (rond 25%)
te maken. Deze wijziging zal tot gevolg hebben, dat een deel van de
belastingcapaciteit bij de gemeenten wordt weggenomen. In hetzelfde
wetsvoorstel wordt een ander verruimd limietensysteem voor de 0GB
voorgesteld, waarmee wordt beoogd het verlies aan capaciteit bij de
leges en rechten via de 0GB te compenseren. Zoals wij reeds vermeldden,
zal dit wetsvoorstel naar verwachting niet voor 1 januari 1988 door de
kamer zijn behandeld.
Kwijtscheldingj^b^lj|id_ j|emeen_telijkjï heffjxigeri.
Het actief kwijtscheldingsbeleid met betrekking tot de afvalstoffenhef
fing en het rioolrecht, alsmede ten aanzien van de onroerend-goedbe-
lastingen - voor zover door de gemeente beïnvloedbaar - wordt onvermin
derd voortgezet.
Wij hebben aanvullende maatregelen getroffen met het doel die groepen
te bereiken, die in principe voor kwijtschelding in aanmerking komen.
In december 1986 zijn alle personen met een minimuminkomen (via de
Gemeentelijke Sociale Dienst) op de hoogte gesteld op welke wijze en
wanneer een verzoek om kwijtschelding kan worden gedaan. Wij hebben
tevens besloten, dat ambtenaren van het bureau Belastingen en van de
Sociale Dienst behulpzaam zullen zijn bij het invullen van aanvraag
formulieren.
Daarnaast komt er een "bijsluiter" bij de afrekeningsnota's van de N.V.
Frigas. Op deze nota's staat de afrekening van de afvalstoffenheffing
vermeld. Zo wordt de mogelijkheid tot het doen van een verzoek om
kwijtschelding nogmaals onder de aandacht van alle betrokkenen
gebracht.
In mei 1987 is voor het eerst door de Rijksbelastingdienst een over
zicht verstrekt van kwijtgescholden bedragen voor de onroerend-goed-
belastingen (0GB). Daaruit blijkt, dat er een sterke stijging is waar
te nemen van kwijtgescholden bedragen gedurende de afgelopen jaren en
wel als volgt:
kwijtgescholden gebruikersheffingen jaar 1984 f 3.213,
idem belastingjaar 1985 f 51.713,
idem belastingjaar 1986 f 218.580,
Hieruit valt te concluderen, dat nadat met een actief beleid een
aanvang is gemaakt - ruime publikaties en het voegen van "bijsluiters"
bij de aanslagbiljetten voor de 0GB - het aantal verzoeken sterk is
toegenomen. Deze tendens zal zich naar verwachting voortzetten.
Ter zake merken wij op, dat in de tarieven voor de 0GB voor het belas
tingjaar 1987 f 150.000,is doorberekend voor opbrengstverliezen
wegens kwijtschelding, afrondingen en oninbaarstellingen. Bij het vast
stellen van de tarieven voor 1988 en volgende moet dit bedrag, gelet op
de steeds grotere verliezen van niet te innen posten, minimaal worden
verhoogd tot rond f 300.000,Deze doorberekening heeft overigens een
opwaartse druk op het tarief van gebruikers tot gevolg.
In het kader van de werkzaamheden van de Stuurgroep Minimabeleid,
zullen wij nader op de mogelijkheden van een op de sociale minima
gericht heffingenbeleid ingaan.
Tarievenpakket_in ^erjg^M jking_met_andere^ gemeenten.
Jaarlijks worden enkele landelijke overzichten gepubliceerd, waaruit
een indicatie met betrekking tot de belastingdruk van diverse gemeenten
kan worden afgeleid.
Het meest uitgebreide onderzoek betreft het overzicht van de
belastingdruk van een 22-tal grote gemeenten, samengesteld door de
gemeente Tilburg.
In het onderzoek over 1987 wordt de belastingdruk van de drie
belangrijkste heffingen (0GB, afvalstoffenheffing en rioolrechten),
waarmee elke eigenaar of gebruiker in een gemeente te maken krijgt,
zichtbaar gemaakt.
De belastingdruk van de drie genoemde heffingen is onder andere
uitgedrukt in de gemiddelde opbrengst per woning, zijnde de vergelij
king die alleen rekening houdt met de belasting rustende op woningen.
De gemiddelde opbrengst per woning van deze drie heffingen bedraagt
voor het jaar 1987 voor de gemeente Leeuwarden f 440,04. Op een drietal
gemeenten na is dit het laagste bedrag. Het laagst is de belastingdruk
in de gemeente Apeldoorn met een gemiddelde opbrengst van f 385,95. Het
hoogst is de gemeente Zaanstad met een gemiddelde opbrengst van
f 713,58. De gemiddelde opbrengst van de 22 onderzochte gemeenten is
f 521,63. De gemeente Leeuwarden blijft dus ruim beneden dit gemid
delde.
Uit het jaarlijkse onderzoek van de Consumentenbond (publikatie
augustus 1987) blijkt dat de gemeente Leeuwarden van de gemeenten die
bij de bepaling van de 0GB de waardegrondslag hanteren en niet de
oppervlaktegrondslag, het op een na hoogste tarief van de 0GB kent.
Hieruit kan evenwel niet de conclusie worden getrokken, dat de gemid
delde belastingdruk c-q. de gemiddelde opbrengst per woning in Leeuwar
den tot de hoogste behoort. Uit het onderzoek van de gemeente Tilburg
blijkt, dat de gemiddelde opbrengst per woning voor de 0GB in Leeuwar
den f 308,18 bedraagt. De gemiddelde opbrengst van de 22 onderzochte
gemeenten bedraagt f 342,27. De laagste opbrengst per woning heeft de
gemeente Arnhem met f 286,44. De hoogste opbrengst per woning heeft de
gemeente Haarlem met f 459,34.
Het feit, dat Leeuwarden met de gemiddelde opbrengsten voor woningen
met betrekking tot de onroerend-goedbelastingen niet hoog zit, is een
gevolg van de gemiddeld lagere verkoopwaarden van woningen ten
opzichte van andere grotere gemeenten. Anders gezegd, de gemiddelde
verkoopwaarde van een gelijke woning in bijvoorbeeld de gemeente