2. De gemeente heeft op de gebruikelijke wijze getracht achter de identiteit
van de krakers te komen. Bij gebrek aan medewerking van de krakers lukte dit
niet, ook niet via de deurwaarder.
3. Het voeren van een kort geding is een bevoegdheid van Burgemeester en
Wethouders (zie artikel 209 r van de Gemeentewet). Het is eveneens de
bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders te besluiten tot het voeren van
rechtsgedingen door de gemeente betreffende het ontruimen van woningen (zie
artikel 177 van de Gemeentewet).
4. Zoals ook valt af te leiden uit het door P.E.L. aangehaalde verslag van het
woonconsumentenoverleg d.d. 24 februari 1987 heeft de wethouder namens het
college in bedoelde vergadering uiteengezet, dat het college de hem bij de
Leegstandwet opgedragen publiekrechtelijke taken loyaal zal uitvoeren, doch
vooralsnog ter zake geen actief beleid zal voeren.
Op de meer toegespitste vraag, gesteld door de vertegenwoordiger van P.E.L.
in het woonconsumentenoverleg van 5 november 1986 (zie verslag onder 3.b),
is door de wethouder geantwoord dat het college niet uitsluit dat de
gemeente als eigenaar van de panden gebruik zal maken van het middel ano
nieme dagvaarding.
5. Bij de planning van de sloopwerkzaamheden was uitgegaan van de veron
derstelling, dat de te slopen panden leeg waren. Omdat dit niet het geval
bleek te zijn, is enigszins van de geplande volgorde afgeweken, mede gelet
op het belang van de voortgang der werkzaamheden en de daaraan verbonden
financiële consequenties.
6. Artikel 18 van de Leegstandwet geeft een wijziging van het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordening en wel uitbreiding van artikel 5, eerste lid,
onder 2. Op grond daarvan is het mogelijk gebruikers van een gebouwd
onroerend goed of een gedeelte daarvan anoniem te dagvaarden. De functie van
het onroerend goed is daarbij niet van belang. Overigens valt het gebouw
onder de definitie van gebouw in de zin van artikel 1 van de Leegstandwet.
De bestemmingsplanfunctie is in dezen niet relevant.
Onder de mededeling, dat de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuis
vesting in haar vergadering van 16 juni 1987 is gehoord, stellen wij U voor om
P.E.L. in bovenbedoelde zin te antwoorden.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Benoeming in diverse commissies.
Bijlage no. 271 Leeuwarden, 27 augustus 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Per 1 september 1987 treedt de heer J.R. Bijkersma af als voorzitter van de
VVD-fractie in de Gemeenteraad. Hij wordt in die functie opgevolgd door de
heer H. Dubbelboer. Gelet op deze functiewisseling is van de zijde van de
VVD-fractie de suggestie gedaan enkele wijzigingen aan te brengen in de per
sonele samenstelling van commissies.
Wij geven U dienovereenkomstig in overweging te benoemen in
de Commissie voor Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting:
de heer J. de Beer in plaats van de heer H. Dubbelboer;
de Commissie voor Algemene Zaken: de heer H. Dubbelboer in plaats van de
heer J.R. Bijkersma;
de Commissie voor Organisatie-, Personeels- en Informatiezaken: de heer
J.R. Bijkersma in plaats van de heer J. de Beer;
de Commissie voor het Woningbedrijf: de heer J.R. Bijkersma in plaats van de
heer H. Dubbelboer.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.