raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
Advies inzake het beroepschrift van R. Bergsma.
Bijlage nr. 278 Leeuwarden, 20 juli 1987*
Aan de Gemeenteraad.
1. Inleiding.
Bij brief van 16 maart 1987, R.O.V. nr. 4668, hebben Burgemeester en Wethouders
de heer R. Bergsma te Leeuwarden ingevolge artikel 25, eerste lid, onder b, van
de Woningwet aangeschreven voorzieningen te treffen aan de woning Buygersstraat
35 te Leeuwarden. Tegen deze aanschrijving heeft de heer Bergsma bij brief
van 22 maart 1987 beroep ingesteld bij de Raad.
Ingevolge artikel 2 van de Procedureverordening Raadsadviescommissie voor de
beroep- en bezwaarschriften is het beroepschrift om advies in handen gesteld
van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften.
2. Beroepschrift
Het beroepschrift van de heer Bergsma luidt, samengevat, als volgt:
- De eerste brief was niet van 30 januari 1985, doch eerst van 18 november 1986.
- Met de dienst is afgesproken, dat de gebreken in het voorjaar 1987 zouden
worden hersteld. Toch kómt nu de aanschrijving.
- Van vernieuwen van de dakbedekking van het hoofddak is niet eerder dan in de
officiële aanschrijving sprake geweest. Het was oorspronkelijk een eigen idee.
- De gegeven tijd is te kort. Het geld ontbreekt. Is er een regeling voor?
- De woning zal worden verkocht per 1-6-1987; het voorlopig koopcontract is
gesloten. De toekomstige eigenaar is op de hoogte van de gebreken en wil maat
regelen nemen.
- Eventueel bestaat de bereidheid (mocht de verkoop niet doorgaan) zelf de re
paraties uit te voeren in overleg met de dienst.
3. Reactie van Burgemeester en Wethouders
Bij brief van 7 mei 1987 hebben Burgemeester en Wethouders op het beroepschrift
gereageerd. Hun reactie luidt, samengevat, als volgt:
•Appellant voert nauwelijks inhoudelijke bezwaren aan. Het gaat meer om de tijd.
De termijn van 2 maanden wordt acceptabel geacht, gelet op de tijdige waarschu
wing vanwege de dienst.
Ook de rechtsopvolger dient aan de aanschrijving te voldoen.
Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting.
De op de zaak betrekking hebbende stukken zijn appellant op 14 mei 1987 toe
gezonden. Appellant en de vertegenwoordiger van Burgemeester en Wethouders zijn
in de gelegenheid gesteld hun standpunten mondeling toe te lichten tijdens een
hoorzitting van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en bezwaarschriften op
20 mei 1987, om 15.30 uur in het Stadhuis. Als nieuw gezichtspunt kwam naar voren,
dat de inspecterend ambtenaar niet het dak heeft onderzocht en dat het gebrek
aan het dak zonder meer aan de aanschrijving is toegevoegd. Evenmin kwam vast
te staan, dat herstel van het dak noodzakelijk was.
haar aanleiding hiervan besloot de commissie de behandeling van het beroepschrift
aan te houden en inzake het gebrek aan het dak nadere rapportage te vragen aan
de dienst R.O.B.M. Het beroepschrift is opnieuw aan de orde geweest in de hoor
zitting van de commissie op 25 juni 1987 om 16.00 uur in het Stadhuis. De
raPP°rtage luidt, samengevat, als volgt: