- 4 -
12. de overeenkomst is tenslotte, wat de verkoopster betreft, aangegaan
onder de voorwaarde dat de Rechter-Commissaris in het faillissement van
De Tilburgsche Hypotheekbank N.V., gevestigd te Tilburg, zijn goed
keuring hecht aan de verkoop van bovenomschreven onroerende goederen;
II. de onder I. bedoelde onroerende goederen onder te brengen bij de Dienst
Stadsontwikkeling (afdeling Grondzaken).
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nr. 14546
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 27 augustus 1987
(bijlage nr. 294);
BESLUIT:
I. aan te kopen van P.B. Zijlstra, wonende te Leeuwarden, Bilderdijkstraat 34,
een gedeelte erf (steeg) behorende tot het perceel met opstal, plaatselijk
gemerkt Tuinen 8, uitmakende een kennelijk ter plaatse aangegeven gedeelte
van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie B, nummer
4596, geheel groot 144 centiare, zulks voor een koopsom van f 600,en
voorts onder de navolgende bepalingen en bedingen:
1. het onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of daarin
aanwezig is, voor zover door de wet als onroerend aangemerkt wordende,
en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan ver
bonden rechten, doch vrij van huur, hypotheek en beslag;
2. de levering en betaling geschieden op de dag van het verlijden van de
akte van overdracht;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van
het over te dragen onroerend goed worden geheven, voor rekening van de
gemeente Leeuwarden;
4. de verkoper is tot geen andere vrijwaring gehouden dan tot die wegens
uitwinning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
6. het risico voor het over te dragen onroerend goed komt voor rekening van
de gemeente Leeuwarden vanaf het moment van het verlijden van de akte
van eigendomsoverdracht;
7de begrenzing van het over te dragen onroerend goed zal ter plaatse
nader worden aangegeven door de landmeetkundig ambtenaar van de Dienst
Stadsontwikkeling, waarna via ambtshalve plaatsvindende kadastrale
opmeting de oppervlakte van het over te dragen onroerend goed definitief
zal worden vastgesteld, welke vaststelling geen aanleiding kan geven,