- 2 -
Personele begeleiding.
Gelet op de professionele ondersteuning van de zijde van 't Vliet en de
Straathoek is het aantrekken van een gekwalificeerd ambulant randgroepjongeren
werker niet nodig. Volstaan kan worden met de aanstelling van een beheerder/ac-
tiviteitenbegeleider voor 32 uur per week. De beheerder/activiteitenbegeleider
is in deze opzet verantwoordelijk voor het beheren van de accommodatie en het
samen met de doelgroep opzetten en uitvoeren van activiteiten, terwijl de. hulp
verlening en het straathoekwerk voor rekening (blijven) komen van de gekwalifi
ceerde beroepskrachten van 't Vliet (ruim 30 uur per week) en de Straathoek
(10 uur per week).
Huisvesting.
Aangezien het niet wenselijk wordt geacht het project ook in ruimtelijke zin
onder te brengen bij 't Vliet, ten einde de combinatie van allochtone en
autochtone randgroepjongeren te vermijden, zou het project in een aparte, eigen
accommodatie moeten worden gehuisvest. Daarvoor is het oog gevallen op het pand
Noordvliet 7, dat deel uitmaakt van het complex van panden dat indertijd van de
Vereniging voor Volkshuisvesting werd aangekocht t.b.v. huisvesting van de
G.S.D. Nu deze panden voor het aanvankelijk beoogde doel niet langer nodig zijn,
kan daaraan in principe een andere bestemming worden gegeven. Het genoemde pand
Noordvliet 7 voldoet qua lokatie en aantal m2 vloeroppervlakte aan de vanuit het
project gestelde randvoorwaarden. Vanuit stedebouwkundige en bestemmingsplan-
technische overwegingen blijken er geen bezwaren tegen onderbrenging van de
onderhavige groep jongeren in het desbetreffende pand.
Wel zijn zeer onlangs bezwaren binnengekomen van twee bewonersorganisaties in
dit gebied tegen de vestiging van dit project in het desbetreffende pand in ver
band met mogelijke geluid- en andere overlast. Wij zijn van mening, dat de geko
zen lokatie, vanuit de functie van de voorziening gezien, zeer gunstig te noemen
is (dichtbij de binnenstad), terwijl in het gebied de woonfunctie naar
verhouding slechts spaarzaam vertegenwoordigd is. Nog afgezien van de vraag of
de gevreesde overlast zich werkelijk zal voordoen dan wel voornamelijk
samenhangt met de negatieve beeldvorming die in verband wordt gebracht met de
deelnemers aan het project, valt te verwachten dat de eventuele overlast voor
omwonenden juist in dit gebied en op deze plek tot een minimum beperkt zal blij
ven. Daarbij komt dat wij geen mogelijkheid zien om een even geschikt alter
natief aan te wijzen. Gelet op deze overwegingen hebben wij gemeend aan de naar
voren gebrachte bezwaren tegen de lokatiekeuze te moeten voorbijgaan.
Alvorens het gebouw feitelijk geschikt is voor het bovenomschreven doel, zullen
enkele noodzakelijke aanpassingen moeten plaatsvinden en zal het gebouw moeten
worden ingericht. In de bovengenoemde projectaanvraag, die bij het Rijk is inge
diend, zijn de kosten geraamd op f 60.000,voor de verbouwing en f 25.000,
voor de inrichting.
Exploitatielasten
Op basis van de bovenstaande personele invulling en uitgaande van de genoemde
accommodatie, zijn de jaarlijkse exploitatielasten van het te starten project
etnische randgroepjongeren geraamd op f 103.400,
- 3 -
Dit bedrag is als volgt te specificeren:
f 37.700,huisvestingslasten;
f 10.000,organisatiekosten;
f 12.000,aktiviteitenkosten;
f 43.700,personele kosten.
De ingediende aanvraag voor een rijksbijdrage.
Gelet op het feit dat het projekt mede beoogt de zelforganisatie van jongeren
uit etnische groepen te stimuleren en te versterken, is - zoals hierboven reeds
aangegeven - aan het Rijk verzocht om t.b.v. het project etnische randgroep
jongeren een rijksbijdrage beschikbaar te stellen in het kader van de sub
sidieregeling "ondersteuning eigen organisatie van jongeren uit minderheden".
Verzocht is om een subsidie van f 59.700,in de exploitatielasten en van
f 60.000,en f 25.000,resp. in de verbouwings- en inrichtingskosten van de
te betrekken accommodatie.
Bij deze aanvraag is ervan uitgegaan dat - gelet op het feit dat per
soneelskosten in het kader van de genoemde rijksregeling niet gehonoreerd kunnen
worden - voor deze kosten (ad f 43.700,op jaarbasis) een oplossing gevonden
zou kunnen worden in het kader van het Programma SCW 1987.
Overigens wordt opgemerkt dat aan de genoemde rijksregeling een tijdelijk
karakter is gegeven en dat op basis van deze regeling alleen bijdragen kunnen
worden verstrekt in de jaren 1987 en 1988. Bij de door ons ingediende aanvraag,
die - althans voor wat betreft de exploitatiekosten - op beide jaren betrekking
heeft, is door ons te kennen gegeven dat het in ons voornemen ligt om na deze
jaren te bezien of en in hoeverre de voortzetting van het project kan worden
ingepast in het gemeentelijk (financieel) beleid m.b.t. etnische groepen.
De (gehonoreerde) aanvraag voor een rijksbijdrage.
Inmiddels is, uit telefonische berichten van de zijde van het hoofd van de
betrokken beleidsafdeling van het Ministerie van WVC, komen vast te staan dat de
bovengenoemde aanvraag voor een rijksbijdrage t.b.v. het te starten projekt
etnische randgroepjongeren in Leeuwarden is gehonoreerd, in die zin dat:
a. voor 1987 een bijdrage ad f 15.000,zal worden verstrekt voor de exploita
tielasten van het project (3/12 deel van de aanvraag) ervan uitgaande dat
dit per 1 oktober 1987 van start zal gaan;
b. voor 1987 een (eenmalig) bedrag ad f 60.000,zal worden verstrekt voor de
verbouwingskosten van de beoogde accommodatie;
c. voor 1988 gerekend mag worden op een bedrag ad f 60.000,voor de exploita
tielasten van het projekt.
Voor de kosten van inrichting en inventaris wordt geen rijksbijdrage ter
beschikking gesteld. Daarvoor zal een beroep op fondsen moeten worden gedaan.
Voorstel
Tegen de achtergrond van het bovenstaande stellen wij U thans voor om in te
stemmen met de start van een project etnische randgroepjongeren bij de Stichting
't Vliet, en dit project te subsidiëren zolang als daarvoor rijksmiddelen be
schikbaar worden gesteld in het kader van de Subsidieregeling "ondersteuning
van eigen organisaties van jongeren uit minderheden".