Vaststelling Verordening "overbruggingsregeling ex-BKR-kunstenaars"
Bijlage no. 298 Leeuwarden, 27 augustus 1987,
Aan de Gemeenteraad.
Zoals U bekend zal zijn, is de zogenaamde Beeldende Kunstenaars Regeling
(BKR) per 1 juli 1987 opgeheven. Sedert die datum kunnen ex-BKR-kunstenaars, die
over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken, een aanvraag indienen op grond van
de Algemene Bijstandswet (Rijksgroepsregeling werkloze werknemers). De hoogte
van de uitkeringen die op grond van deze wet kunnen worden verleend, is echter
onvoldoende om behalve in de normale kosten van het bestaan ook nog te voorzien
in de materiaal- en atelierkosten van de kunstenaars die samenhangen met de
uitoefening van hun beroep.
De rijksoverheid heeft inmiddels een nieuw beleidsinstrumentarium
vastgesteld ten behoeve van de uitvoering van het kunstbeleid. Hiertoe behoort
onder meer de oprichting van een fonds.
Naar verwachting zal dit fonds niet eerder dan per 1 januari 1988 volledig gaan
werken. Om te voorkomen dat kunstenaars die voorheen gebruik maakten van de BKR
tot 1 januari 1988 niet over voldoende middelen beschikken om hun beroep uit te
oefenen, is door het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur voor de
periode vanaf 1 juli tot en met 31 december 1987 een tijdelijke beroepskostenre
geling in het leven geroepen.
De aanvragen voor een tegemoetkoming op grond van deze tijdelijke
beroepskostenregeling zijn door de betrokken kunstenaars geruime tijd geleden
bij het Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur (W.V.C.) ingediend,
maar het nemen van een beslissing op deze aanvragen zal niet eerder dan in de
maanden september of oktober van dit jaar worden afgerond.
Voor de betrokken kunstenaars die tot voor kort een beroep konden doen op de
onder de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Sociale Zaken en Werk
gelegenheid vallende Beeldende Kunstenaars Regeling is daarom een periode
aangebroken, waarin zij in grote onzekerheid verkeren over de voortzetting van
hun activiteiten als beeldend kunstenaar op de korte en langere termijn.
Wij zijn van mening, dat het niet op de weg van de gemeente ligt om een per
manente voorziening te treffen voor alle Leeuwarder ex-BKR-kunstenaars.
Wel staan wij op het standpunt, dat het gewenst is om te voorzien in de con
tinuïteit in de beroepsuitoefening van betrokkenen totdat de voorziening van het
Rijk van kracht is.
Aanvankelijk waren wij voornemens om de kunstenaars, die het slachtoffer
dreigen te worden van niet op elkaar aansluitende voorzieningen, tegemoet te
komen door een tijdelijke regeling te treffen in het kader van de Algemene
Bijstandswet. Een dergelijke regeling stuitte echter op onoverkomelijke bezwaren
bij de rijksconsulent sociale zekerheid. Wij hebben daarom besloten van dit
voornemen af te zien en in plaats daarvan U voor te stellen ter zake een gemeen
telijke subsidieverordening vast te stellen.