- 2 - Op grond van deze verordening kan aan alle Leeuwarder ex-BKR-kunstenaars die sedert 1 januari 1986 gebruik hebben gemaakt van de BKR, een tegemoetkoming wor den verstrekt in de materiaal- en atelierkosten. Aangezien wij verwachten, dat in de maanden september en oktober voor alle kunstenaars duidelijk zal worden of zij hun beroep als beeldend kunstenaar met behulp van financiële ondersteuning van het Rijk (W.V.C.) kunnen voortzetten, verdient het naar onze mening aanbeveling de werkingsduur van de gemeentelijke subsidieverordening te beperken tot de periode vanaf 1 juli 1987 tot 1 november 1987. Mede gelet op het tijdelijke karakter van deze verordening hebben wij ervoor gekozen om deze subsidieregeling niet in de vorm te gieten van een sub verordening van de Algemene subsidieverordening, maar een afzonderlijke gemeen telijke subsidieverordening aan U voor te leggen Wij zijn van mening, dat de hoogte van de te verlenen tegemoetkoming aan de ex-BKR-kunstenaars binnen redelijke grenzen afhankelijk dient te worden gesteld van de individuele behoefte van de kunstenaar. In de subsidieregeling hebben wij dit tot uitdrukking gebracht door de hoogte van de te verlenen financiële tege moetkoming niet alleen afhankelijk te stellen van de materiaal- en ate lierkosten, maar deze ook te relateren aan de eigen inkomsten van de betrokken kunstenaar Op grond van de ons ter beschikking staande gegevens verwachten wij, dat ongeveer 15 Leeuwarder ex-BKR-kunstenaars in aanmerking zullen komen voor een financiële tegemoetkoming. Voorts verwachten wij dat de hoogte van de te verle nen vergoeding gemiddeld f 500,per maand zal bedragen, zodat het totale sub sidiebedrag dat in het kader van deze subsidieregeling zal worden toegekend, ongeveer f 30.000,zal bedragen (15 kunstenaars x 4 maanden x f 500,In de gemeentebegroting 1987 zijn op de post onvoorziene uitgaven (922.00) nog voldoende dekkingsmiddelen voor deze uitgaaf beschikbaar. Zoals wij hierboven al hebben aangeduid, is de opheffing van de BKR een uitvloeisel van het voornemen van de rijksoverheid om het kunstbeleid op een andere wijze inhoud te geven. Wij gaan ervan uit, dat in deze nieuwe situatie ruimte blijft bestaan voor het voeren van een gemeentelijk kunstbeleid. Wij beraden ons nog op de vraag hoe wij deze ruimte kunnen benutten om de gevolgen van het verdwijnen van de Beeldende Kunstenaars Regeling te kunnen compenseren. Onder vermelding dat de Commissie voor Welzijnsaangelegen ter zake schrif telijke is gehoord en zich met het voorstel kan verenigen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig bijgaand concept-besluit. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris. Nr. 14718 DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 27 augustus 1987 (bijlage nr. 298); gelet op artikel 168 gemeentewet; BESLUIT: I. de volgende Verordening "overbruggingsregeling ex-BKR-kunstenaars" vast te stellen. Begripsomschrijving, artikel 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: kunstenaar de in Leeuwarden woonachtige natuurlijke persoon ten aanzien van wie in de periode vanaf 1 januari 1986 tot 1 juli 1987 gedurende enige tijd een voorziening is getroffen op grond van de Beeldende Kunstenaars Regeling; voorzieningenperiode: het tijdvak waarop het subsidie betrekking heeft; inkomen alle verdiensten van de kunstenaar, inclusief het sub sidie of bijdragen van rijkswege i.v.m. de uitoefening van het beroep van beeldend kunstenaar, die de kunste naar, m.b.t. de voorzieningenperiode heeft ontvangen. Toekenning van het subsidie, artikel 2 Een verzoek om in aanmerking te komen voor een subsidie dient uiterlijk op 31 oktober 1987 te worden ingediend bij Burgemeester en Wethouders onder overlegging van een begroting van de inkomsten en van de noodzakelijke materiaal- en atelierkosten in verband met de voortzetting van de uitoefening van de beroepsmatige activiteiten als beeldend kunstenaar gedurende de voorzieningenperiode.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 298