Jt
- 2 -
artikel 3.
1. Burgemeester en Wethouders beslissen omtrent de toekenning van het sub
sidie
2. Burgemeester en Wethouders kunnen de directeur van de Gemeentelijke
Sociale Dienst en/of de adjunct-directeur Sociale Dienstverlening
machtigen namens hen te beslissen omtrent de toekenning van het
subsidie
Vaststelling van het subsidie,
artikel 4.
Ten behoeve van de vaststelling van het subsidie dient de kunstenaar
uiterlijk op 1 december 1987 een verslag over de voorzieningenperiode bij
Burgemeester en Wethouders in te dienen bevattende overzichten van:
a. de genoten inkomsten;
b. de werkelijke materiaal- en atelierkosten;
c. de uitgevoerde beroepsactiviteiten.
artikel 5.
1. Burgemeester en Wethouders beslissen omtrent de vaststelling van het
subsidie
2. Burgemeester en Wethouders kunnen de directeur van de Gemeentelijke
Sociale Dienst en/of adjunct-directeur Sociale Dienstverlening machtigen
namens hen te beslissen omtrent de vaststelling van het subsidie.
Subsidiëringsmethode
artikel 6.
1. Op grond van deze verordening kan een subsidie worden verleend bestaande
uit 100% van de maandelijkse materiaal- en atelierkosten met dien
verstande, dat:
a. het subsidie in de materiaalkosten ten hoogste f 500,per maand
bedraagt;
b. het subsidie in de atelierkosten ten hoogste f 500,per maand
bedraagt;
c. de subsidies in de materiaal- en atelierkosten te zamen niet meer dan
f 700,bedragen.
2. De op grond van het eerste lid van dit artikel berekende subsidies wor
den gekort indien en voor zover het bedrag van de maandelijkse inkomsten
van de kunstenaar het bedrag van de algemene noodzakelijke kosten van
het bestaan overtreft.
- 3 -
Overgangs- en slotbepalingen,
artikel 7.
1. Deze regeling geldt tot en met 31 oktober 1987.
2. Deze regeling treedt heden in werking en werkt terug tot 1 juli 1987.
II. Ten behoeve van de uitvoering van deze verordening een krediet beschikbaar
te stellen van f 30.000,
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.