- 6 -
Aan de hand van de door U in Uw vergadering van 17 mei 1982 (bijlage nr.
176) vastgestelde randvoorwaarden voor de rentabiliteitsberekening is de
voorgestelde maatregel als rendabel aan te merken.
Wij stellen U voor een krediet van f 11.610,beschikbaar te stellen.
De uit deze investering voortvloeiende kapitaallasten worden op basis van
een 25-jarige 65% annuïteit geraamd op f 955, gespecificeerd als volgt:
afschrijving f 200,
rente 65% f 755,
f 955,—
De kapitaallasten ad f 955,kunnen worden gedekt ten laste van de op de
post "sociaal-cultureel werk in het kader van andere recreatie" gereser
veerde middelen, waarop ruimte zal ontstaan als gevolg van een lagere sub
sidiëring in de energiekosten.
Recapitulatie
De raming van de post voor onvoorziene uitgaven (subfunctie 922.00) dient te
worden verlaagd met een bedrag van f 39.055,ten laste van:
- tijdelijke personeelsuitbreiding f 30.000,
herstelkosten gebouw en door brand beschadigde
inventaris etc. t.b.v. de openbare basisschool
"De Borne" f 9055
f 39.055,—
Na deze verlaging is op subfunctie 922.00 nog een bedrag van f 242.910,
beschikbaar
Wij stellen U voor de gemeentebegroting en de begrotingen van de Dienst Stads
ontwikkeling en het Woningbedrijf voor het dienstjaar 1987 te wijzigen
overeenkomstig de ter inzage gelegde ontwerp-besluiten
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Verzoek om vrijstelling ex artikel 19, eerste en derde lid van de Wet op de
ruimtelijke ordening.
Bijlage no. 303 Leeuwarden, 2 september 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Voor het gebied begrensd door Verlengde Schrans, Aldlansdyk, Dr. Jacob Bot-
keweg, HempenserwegLegedyk en Van Harinxmakanaal gelden uitbreidingsplannen
uit de jaren 1941 en 1952, waarin de gronden grotendeels zijn bestemd voor woon
bebouwing in daarvoor aangegeven bebouwingsklassen. De realisering ervan is tot
op heden achterwege gebleven, terwijl de huidige planologische inzichten de uit
voering hiervan niet meer realistisch doen zijn. Begin 1985 is studie verricht
naar de mogelijkheden waarop aan dit gebied een samenhangender structuur zou
kunnen worden gegeven. Gelet op de ligging van het gebied aan de rand van de
stad is geconcludeerd dat het gebied in principe geschikt is voor allerlei func
ties waarbij in het bijzonder de woonfunctie moet worden geaccentueerd. Het is
een gegeven dat de buitenranden van zowel 't Nijlan als 't Aldlan, waarin een
woonfunctie is gerealiseerd, een goede waardering ten deel vallen. Deze speci
fieke ligging aan de rand van de stad, de uitzichtmogelijkheden over het
buitengebied en het kanaal, alsmede de mogelijkheden tot het realiseren van
groenvoorzieningen ten behoeve van actieve dan wel passieve recreatie, impli
ceren de mogelijkheid tot het realiseren van woonbebouwing in gestapelde vorm.
De contouren van een gewijzigde stedebouwkundige vormgeving zijn neergelegd in
het inmiddels door de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting
geaccepteerde model waarin op het terrein direct ten oosten van de Verlengde
Schrans twee woontorens zijn geprojecteerd.
Voor het desbetreffende gebied hebt U met het oog op de gewijzigde stede-
bouwkundige inrichting van het desbetreffende gebied bij besluit van 1 december
1986, nr. 20131 een voorbereidingsbesluit genomen met een werkingsduur van twee
jaar. Inmiddels is een bouwplan ingediend ten behoeve van de realisering van een
woontoren op een perceel dat vanaf de Legedyk zal worden ontsloten. Dit bouwplan
conflicteert met vorenvermelde uitbreidingsplannen, doch kan onzes inziens wor
den ingepast in het in voorbereiding zijnde ontwerp-bestemmingsplan
"Huizum-Oostergo"Ten behoeve van het verlenen van medewerking aan het bouwplan
is vereist dat vrijstelling wordt verleend van de aan het bouwplan in de weg
staande voorschriften van de geldende uitbreidingsplannen. Het wettelijk
vereiste aantal leden van Uw Raad heeft verzocht om de Raad te laten beslissen
over het al dan niet aanvragen van een verklaring van geen bezwaar ex artikel
19, eerste lid van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, bij Gedeputeerde Staten.
In verband hiermee is het vrijstellingsverzoek gepubliceerd met de vermelding
dat een ieder tegen inwilliging van het verzoek bezwaren zou kunnen indienen. De
binnengekomen bezwaarschriften zijn voor U bij de stukken ter inzage gelegd.
Voor de materiële inhoud der bezwaren verwijzen wij U kortheidshalve
hiernaar. Ter becommentariëring hiervan brengen wij U het volgende onder de aan
dacht