-8-
belangsteHing voor het premiehuur-beleggerscontingent en het niet
verdelen van dit contingent over de gemeenten achten wij het
verantwoord, dat het contingent premie-A-woningen hoger wordt dan is
aangegeven in de gewenste verdeling. Er is een aanwijsbare overloop van
de duurdere (premie-)huurwoningen naar de premiekoopsectoren.
Prioriteiten nieuwbouw 1988 en volgende jaren.
Uitgaande van de gewenste contingenten voor de komende jaren zijn de
prioriteiten voor 1988 en de daaropvolgende jaren vooruitlopend op de
toewijzing van de contingenten vastgesteld. De prioriteit van
stadsvernieuwingsplannnen boven stadsuitlegplannen heeft aan deze
prioriteitstelling ten grondslag gelegen. Voor de bouwplannen in
Camminghaburen is in zoverre een uitzondering gemaakt, dat door de
voortdurende toename van planaanbod uit de stadsvernieuwing, deze
plannen zover in de tijd zouden worden teruggedrongen, dat de
programmering gevaar dreigde te lopen. Hiermee wordt bedoeld, dat de
noodzakelijke realisatie van de bejaardenwoningen ter plaatse van het
winkelcentrum) en de laagbouw van kleine eengezinswoningen
onaanvaardbaar lang zouden moeten worden uitgesteld. Beide woningtypen
zijn in de woningbehoefte als belangrijk tekort aangemerkt. Tevens zijn
beide van belang voor de doorstroming.
Bij de verdeling van de contingenten over de kandidaat-opdrachtgevers
kunnen dezelfde criteria worden gehanteerd als in de vorige planning en
programmering. Het contingent bestemd voor- de bouw van huurwoningen
door institutionele beleggers wordt naar verwachting niet over de
gemeenten verdeeld. Ter compensatie hiervan streven wij naar de
toewijzing van extra premie-A- dan wel premie-C-woningen. Wij zullen de
Hoofdingenieur-Directeur van de Volkshuisvesting en Gedeputeerde Staten
in de provincie Friesland verzoeken de contingenten voor het jaar 1988
overeenkomstig de totalen van de prioriteiten aan de gemeente toe
te wijzen.
Vij zullen de mogelijkheden van het bouwen door corporaties met
gebruikmaking van premiehuur-beleggerscontingent ten behoeve van de
realisatie van stadsvernieuwingsplannen verder onderzoeken. Tevens
streeft het college naar het maximaal profiteren van eventele
knelpuntcontingenten.
Voningverbetering.
Met ingang van 1 januari 1987 is de nieuwe subsidieregeling voor de
woningverbetering, de "Regeling geldelijke steun voorzieningen aan
huurwoningen 1987" in werking getreden. In deze regeling is de
subsidiering van energiebesparende maatregelen geintegreerd. Met de
invoering van deze regeling is een groot aantal bevoegdheden en
verantwoordelijkheden naar de zgn. budgetgemeenten - waartoe ook onze
gemeente behoort - gedelegeerd. De subsidies worden thans verstrekt als
bijdragen ineens. Elk jaar worden aan de gemeente per woningcategorie
subsidiebudgetten verstrekt. De gemeente is zelf verantwoordelijk voor
de besteding van de toegekende budgetten. Binnen in de regeling
aangegeven grenzen is de gemeente bevoegd tot onderlinge uitwisseling
heid. van de deelbudgetten. Deze nieuwe regeling biedt de gemeente
derhalve een grotere vrijheid in de besteding van de door het Rijk
beschikbaar te stellen middelen. Daardoor is het mogelijk om op lokaal
niveau beter in te spelen op de verbeterbehoefte binnen bepaalde
categorieën woningen. Bij de ter inzage gelegde stukken treft U een
inventarisatie aan van de verbeteringsplannen, welke door de
corporaties en het gemeentelijk woningbedrijf zijn aangemeld voor de
periode tot en met 1992. Opgemerkt zij, dat deze inventarisatie enkel
de verbeterbehoefte aangeeft en dus los staat van de beschikbare
middelen van corporaties en woningbedrijf. Uit de inventarisatie
blijkt, dat gedurende de planningsperiode <t/m 1992) nog ca. 300
vooroorlogse woningen van corporaties moeten worden verbeterd. De
verbetering van dit aantal woningen zal gemiddeld binnen de huidige
contingenten en streefgemiddelden in deze periode kunnen worden
gerealiseerd. Daarmee zal de renovatie van het vooroorlogse woningbezit
van corporaties en woningbedrijf in 1992 zijn voltooid.
Voorts blijkt, dat gedurende de periode tot en met 1992 ca. 4000
na-oorlogse waningen van corporaties en gemeentelijk woningbedrijf voor
verbetering in aanmerking komen. Daarnaast moet op basis van een
globale inschatting rekening worden gehouden met verbetering van ca.
300 vooroorlogse en 500 na-oorlogse particuliere huurwoningen. Van deze
eigendomscategorie zijn voor de lange termijn evenwel nog geen concrete
plannen voorhanden. Teneinde dit manco op te heffen en om tot een meer
planmatige aanpak te komen in samenhang met het te verbeteren
corporatiebezit, zijn wij voornemens activiteiten te ontplooien, die er
op gericht zijn de subsidiemogelijkheden van deze verbeterregeling
afdoende onder de aandacht te brengen van de particuliere verhuurders,
in aansluiting waarop tot een lange- termijninventarisatie en
-programmering zal worden overgegaan. Overigens maken eerdergenoemde
aantallen te verbeteren woningen tevens duidelijk, dat gedurende de
planningsperiode de verbeterbehoefte onder het na-oorlogs
woningbestand, gerekend in aantallen, het huidige contingent verre
overtreft, t.w. 4560 t.o.v. 1250. Teneinde het kwaliteitstekcrt van het
na-oorlogs woningbezit binnen een aanvaardbare termijn op te heffen is
het noodzakelijk bij het Rijk met klem aan te dringen op een verhoging
van het jaarlijks contingent.
Prioriteiten.
Met onze raadsbrief nr. 237 van 18 juni 1987 hebben wij U een voorstel
gedaan inzake de verdeling van de subsidiebudgetten op basis van de per