Vaststellen van de werkelijke uitgaven en inkomsten van het openbaar kleuteron
derwijs over het jaar 1983.
Bijlage no. 308 Leeuwarden, 17 september 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge het bepaalde in artikel 47, eerste lid van de Kleuteronderwijswet
stelt de Raad van een gemeente, waarin één of meer openbare kleuterscholen zijn
gevestigd, jaarlijks voor 1 december voorlopig vast:
a. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar ter zake van de
in artikel 38 onder h (onderhoud schoolgebouwen) en i (verlichting, ver
warming en schoonhouden van schoolgebouwen) bedoelde kosten ten behoeve van
die scholen werkelijk heeft uitgegeven;
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 43, eerste lid, of
artikel 46 per lokaal bepaald bedrag in verband met het aantal lokalen van
die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is
gesteld;
c. indien het onder a bedoelde bedrag verschilt van dat onder b, het bedrag van
het verschil;
d. het bedrag, dat de gemeente in het voorafgaand kalenderjaar ter zake van de
in artikel 38 onder j (onderhoud van schoolmeubelen, het ont
wikkelingsmateriaal, de hulpmiddelen en schoolbehoeften, voor zover die
aanschaffing strekt ter vervanging van ontwikkelingsmateriaal en hulpmid
delen die ten gevolge van langdurig gebruik niet meer kunnen worden gebruikt
of tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften in verband met de ver
mindering door gebruik) en 1 (alle andere uitgaven ter verzekering van de
goede gang van het onderwijs) bedoelde kosten ten behoeve van die scholen
heeft uitgegeven;
e. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 44, eerste lid, of
artikel 46 per leerling bepaald bedrag in verband met het aantal kleuters
van die scholen voor dat kalenderjaar daarvoor van rijkswege beschikbaar is
gesteld;
f. indien het onder d bedoelde bedrag verschilt van dat onder e, het bedrag van
het verschil.
Thans kan deze vaststelling over het jaar 1983 plaats hebben.
Aan de hand van de cijfers van de door U voorlopig vastgestelde gemeenterekening
1983 is een berekening van de werkelijke uitgaven en inkomsten gemaakt.
Voor een specificatie ter zake verwijzen wij U naar de bij het raadsbesluit
behorende bijlage.
De overschrijdingen door de gemeente van de bedragen, die het Rijk per lokaal en
per kleuter beschikbaar stelt, komen volgens artikel 73, derde lid van de
Kleuteronderwijswet aan het bijzonder kleuteronderwijs ten goede.
Nu de gemeenterekening 1983 door Gedeputeerde Staten inmiddels is vastgesteld,
zullen de door U thans vast te stellen bedragen definitief zijn.