Uit deze reaktie hebben wij afgeleid dat het O.L.A.F. ook een eventuele eigendomsoverdracht van de installatie zou willen bespreken. Wij hebben ingestemd met het verzoek van het O.L.A.F. en ons vervolgens nader be raden op de toekomstige positie van de A.V.I.. Dit beraad heeft tot de conclusie geleid dat eigendomsoverdracht van de A.V.I. niet alleen aanvaardbaar is, doch onder de huidige omstandighe den tevens de voorkeur verdient. Wij hebben ons hierbij gebaseerd op de volgende overwegingen. a. Het O.L.A.F. draagt alle kosten van de A.V.I. en regelt de aanvoer van het afval. Er is derhalve sprake van een vergaande betrokken heid van het O.L.A.F. met de gang van zaken bij de A.V.I. Indien deze bemoeienis niet gepaard gaat met overeenkomstige beslissings bevoegdheden zullen zich in de praktijk gemakkelijk geschillen in de zeggenschapssfeer kunnen voordoen. b. Ook wanneer de zeggenschap over de A.V.I. volledig overgaat naar het O.L.A.F., terwijl de gemeente de installatie in eigendom houdt, zou de gemeente toch in een moeilijke positie komen te verkeren wanneer het O.L.A.F. veranderingen wenst door te voeren die op weerstand stuiten bij de gemeente of het A.V.I-personeel c. Er zal onduidelijkheid over de aansprakelijkheid van partijen blij ven bestaan wanneer de A.V.I. eigendom blijft van de gemeente; niet alles zal tot in de finesses kunnen worden geregeld. d. Gegeven de eerdervermelde taken van het O.L.A.F. heeft de gemeente geen wezenlijk belang meer bij het in eigendom houden van de A.V.I. e. De A.V.I. is in grote mate een zelfstandige organisatieeenheid, die zonder noemenswaardige organisatorische consequenties van de Dienst Reiniging zou kunnen worden afgesplitst. Op grond van de bovengenoemde argumenten hebben wij gemeend de bespre kingen met het O.L.A.F. te moeten aangaan vanuit de intentie tot "over dracht van de installatie". Het afstaan van het eigendomsrecht zou naar onze mening overigens al leen aanvaardbaar zijn, indien dit gepaard gaat met een indiensttreding van het A.V.I-personeel bij het O.L.A.F.. Overdracht van eigendom zon der een overgang van het personeel zou onzes inziens resulteren in een onwerkbare situatie, die tot spanningen moet leiden. Eind 1985 hebben wij, overeenkomstig de terzake voorgeschreven gedrags lijn in de "leidraad bij Organisatieveranderingen" de M.Z.C. van de Dienst voor Reiniging en Brandweer op de hoogte gesteld van ons voorne men om met het O.L.A.F. besprekingen te voeren omtrent de toekomst van de A.V.I. De M.Z.C. heeft te kennen gegeven dat bij voorkeur de bestaande situa tie gecontinueerd zou dienen te worden, doch wanneer dit om bedrijfsor ganisatorische redenen niet mogelijk zou zijn, een overname van de A.V.I. door het O.L.A.F. aanvaardbaar is, mits de rechtspositionele re geling van de gemeente Leeuwarden van toepassing blijft. Dit voorbehoud hebben wij in de onderhandelingen met het O.L.A.F. als voorwaarde in gebracht. 3Resultaten besprekingen tussen de gemeenten en het O.L.A.F. Medio 1986 heeft een eerste oriënterende bespreking met een delegatie van het O.L.A.F.-bestuur plaatsgevonden. In deze bijeenkomst is gecon stateerd dat bij beide partijen de wil aanwezig was om te komen tot een overdracht van de A.V.I.In een tweetal vervolg-besprekingen zijn de diverse aspecten van de overdracht nader uitgewerkt. Daarbij is onder meer het volgende overeengekomen: - Personeel Het bij de A.V.I-werkzame personeel heeft het recht in dienst van het O.L.A.F. te treden, onder behoud van de huidige rechtspositie regeling van de gemeente Leeuwarden. Hierbij moet worden opgemerkt dat het Algemeen Bestuur van het O.L.A.F. reeds op 1 maart 1985 heeft besloten, bij gebreke van een eigen regeling, voor zijn perso neel de rechtspositieregeling van de Gemeente Leeuwarden toe te pas sen. De rechtspositie van het personeel na de overdracht is (op 20 mei 1987) onderwerp van overleg geweest tussen delegaties van het O.L.A.F., de gemeente Leeuwarden en A.V.I-medewerkersHet verslag van deze bijeenkomst is voor u ter inzage gelegd. Dit overleg heeft geleid tot de volgende aanvullende afspraken betreffende de positie van het personeel na in diensttreding bij het O.L.A.F.. o Het O.L.A.F. zal in navolging van de terzake gehanteerde gedragslijn door het bestuur van de Regio Friesland Noord, naast de rechtsposi tionele regelingen van de gemeente Leeuwarden zich tevens conforme ren aan een aantal gemeentelijke beslissingen op het gebied van het personeelsbeleid. We verwijzen hiervoor naar de bijlage 2A van het verslag van het bovenbedoelde overleg. o Door het dagelijks bestuur van het O.L.A.F. zal een overlegstruktuur worden opgezet ten behoeve van medezeggenschap door het A.V.I.-per soneel o Het huidige A.V.I-personeel zal gedurende vijf jaar na overdracht de gelegenheid worden geboden aan de interne sollicitatie-procedure van de gemeente Leeuwarden deel te nemen. o Het dagelijks bestuur van het O.L.A.F. heeft uitgesproken dat er geen gedwongen ontslagen zullen vallen tengevolge van de overdracht of bezuinigingen in de nabije toekomst. Tenslotte merken wij in dit verband nog op dat het O.L.A.F. voorne mens is per 1 januari '1988 over te gaan op volcontinue-dienstHet A.V.I-personeel is reeds op de hoogte gesteld van dit voornemen en heeft te kennen gegeven geen onoverkomelijke bezwaren te hebben. - Verrekeningen De opstallen en de inventaris zullen worden overgedragen tegen de boekwaarde per 31-12-1987, onder aftrek van het saldo van het ten be hoeve van de A.V.I. gevormde onderhoudsfonds op de genoemde peilda tum. Deze balanswaarde zal door het accountantskantoor van de V.N.G. worden geverifiëerd. Door de gemeente zal een afkoopsom van f 25.000,-- worden betaald ter verrekening van de kosten van onder linge dienstverleningen na overdracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 360