Daarnaast is middels een afzonderlijk schrijven het personeel van de
gemeente individueel op de hoogte gesteld van de inhoud van genoemde
nota
Voorgenoemde instanties is gevraagd om - overeenkomstig het gestelde
in het plan van aanpak - voor 15 juni 1987 te reageren op:
- de in de nota door ons geschetste hoofduitgangspunten ten behoeve
van de organisatie van de gemeente Leeuwarden;
- de in het plan van aanpak geschetste procedure inzake het reorgani
satieproces
Overeenkomstig ons verzoek hebben genoemde instanties gereageerd op de
betreffende nota. Wij achten het gewenst thans nader te informeren
over de stand van zaken en de resultaten van de inspraak.
In het navolgende zal nader ingegaan worden op de reakties c.q. wordt
verwezen naar de onderliggende stukken.
IReaktie raadscommissie O.P.I.
Op 21 mei jl. heeft de raadscommissie O.P.I. de Evaluatienota c.a. be
sproken. Het verslag van deze vergadering ligt voor U ter inzage.
Zoals uit het verslag blijkt, kunnen de leden van de commissie zich
over het algemeen vinden in de in de Evaluatienota c.a. geschetste
hoofdlijnen en procedure.
Er zijn overigens een drietal opmerkingen van de commissie, die nadere
aandacht vergen, te weten:
a. men dringt aan op behandeling van de nota in de Raad, met het doel
te komen tot een bestuurlijke sanctionering van de geformuleerde
hoofduitgangspunten
b. men dringt erop aan om ook externe relaties van de gemeente in de
te houden interviews mee te nemen;
c. men dringt erop aan positief in te spelen op het verzoek van de
vakbonden om faciliteiten ter beschikking te stellen ter regulering
van de personeelsinbreng.
Ad a
Tot dusverre is in de besluitvorming in fase 1 van het organisatie
onderzoek inschakeling van de Raad niet opgenomen. De procedure is be
perkt tot behandeling in de raadscommissie O.P.I.Hierbij heeft de
gedachte een rol gespeeld, dat de inrichting van het gemeentelijk ap
paraat en de procedures tot wijziging in eerste aanleg tot de verant
woordelijkheden van het College van B en W behoren.
Gelet op de relaties tussen het bestuur enerzijds en het ambtelijk ap
paraat anderzijds en de consequenties van wijzigingen terzake, menen
wij tegemoet te moeten komen aan de wens tot behandeling van de Eva
luatienota c.a. in de Gemeenteraad. Hierbij dient naar onze mening te
worden volstaan met een behandeling in hoofdlijnen, waarbij alleen de
hoofduitgangspunten voor de nieuwe organisatievorm aan de orde komen.
Een en ander is eveneens van belang, teneinde in het vervolg van het
onderzoek voldoende beleidsruimte - ook ten aanzien van de inspraakre
sultaten - te behouden.
Ad b
De suggestie om ook externe relaties in de interviews mee te nemen,
hebben wij overgenomen. De wijze waarop dit zal plaatsvinden vormt nog
onderwerp van nader beraad. Gezien de tijdsdruk zal een en ander even
wel niet van grote omvang kunnen zijn.
Ad c
Voor wat betreft het verzoek van de vakbonden om faciliteiten ter be
schikking te stellen voor de inbreng van het personeel in het organi
satie-onderzoek, kunnen wij meedelen, dat wij besloten hebben om per 1
juli jl. 1 full-time funktionaris voor deze werkzaamheden vrij te
stellen.
Reaktie diensthoofden
Vrijwel alle diensthoofden hebben gereageerd op de nota. De betreffen
de reakties en ons standpunt naar aanleiding daarvan liggen voor U ter
inzage. Wij zullen hier dan ook niet meer in extenso op de diverse re
akties van de diensthoofden ingaan, maar volstaan met een drietal es
sentiële elementen nader te belichten.
1. Uit de reakties blijkt, dat het management zich over het algemeen kan
vinden in het feit, dat wij voornemens zijn om de organisatie van de
gemeente te wijzigen en in dat kader te komen tot integratie van de
beleidsvoorbereiding en -uitvoering binnen de diensten in combinatie
met een "Secretarie nieuwe stijl". Het management van de secretarie is
van mening dat thans hierover nog geen besluitvorming dient plaats te
vinden. Zij. acht een meer uitgebreide knelpunteninventarisatie en
-analyse noodzakelijk, alvorens conclusies moeten worden getrokken
over de hoofdlijnen van een nieuwe organisatie (zie ook punt 3). Op de
vraag in hoeverre thans keuzes moeten worden gedaan over de hoofdlij
nen van een nieuwe organisatie, wordt ingegaan mede aan de hand van de
reaktie van de commissie voor het Georganiseerd Overleg (zie hierna).
2. Een aantal diensthoofden zet vraagtekens bij het uitgangspunt te komen
tot minder diensten. In het plan van aanpak worden de redenen genoemd
op grond waarvan er door ons voor gekozen is het aantal diensten - al
dan niet gefaseerd - te verminderen. Met name worden genoemd verbete
ring van de coördinatiemogelijkheden, vermindering van het aantal co
ördinatie-organen, een betere beleidsvoorbereiding en een vergroting
van de continuïteit en de flexibiliteit. Mede gelet hierop is er naar
onze mening geen aanleiding het betreffende uitgangspunt te verlaten.
Uit het nadere onderzoek in fase 2 zal moeten blijken hoe en in welke
mate een en ander dient te worden geconcretiseerd.
3. Door enkele diensthoofden wordt naar voren gebracht, dat men van me
ning is, dat er een grondiger inventarisatie en analyse van knelpunten
moet plaatsvinden. Het volgende willen wij hierbij opmerken.
Het overzicht van de knelpunten in de Evaluatienota c.a. is tot stand
gekomen door middel van een evaluatie van de huidige situatie door het
College van Burgemeester en Wethouders en enkele adviseurs.
-2-
-3-