-Het kernpunt van de discussie is enerzijds de vrijheid van schoolbesturen
om een begeleidingsdienst te kiezen en anderzijds de vrijheid van de gemeente
om begeleidingsdiensten al of niet te subsidiëren. Opvattingen terzake zijn
dus relevant
-In 1982 is voor het eerst, na ampele discussie, besloten het G.P.C. te sub
sidiëren. Nu is, o.m. met het oog op het belang van het G.C.O. besloten
niet meer te subsidiëren. Van een bestendig beleid is dus geen sprake.
-Tijdens de toekenning van subsidie in 1982 had de gemeente een eigen school
begeleidingsdienst. Het G.C.O. is ontstaan uit een samenvoeging. O.m. door
de schaalvergroting is het voorzieningenniveau verhoogd. Ter handhaving van
dit niveau moet worden vermeden, dat schoolbesturen niet langer deelnemen
aan de samenwerkingsdienst
-Het beginsel van gelijke behandeling wordt niet aangetast. Het deelnemen door
een gemeente aan een schoolbegeleidingsdienst betekent niet automatisch dat
een andere dienst gesubsidieerd moet worden. Gelijke behandeling vindt juist
nu plaats door het niet-subsidiëren van het G.P.C.immers de gemeente subsi
dieert geen enkele begeleidingsdienst meer. Het G.C.O. komt ten volle tege
moet aan de wensen van schoolbesturen die ondersteuning wensen overeenkomstig
de eigen overtuiging. Ook daar geldt het gelijkheidsbeginsel.
-Het bezwaarschrift dient ongegrond te worden verklaard.
IV. Terinzagelegging van de stukken en hoorzitting.
De stukken, die op de zaak betrekking hebben, hebben voor bezwaarde ter gemeen
tesecretarie ter inzage gelegen. Tevens zijn de vertegenwoordigers van bezwaar
den en van Burgemeester en Wethouders in de gelegenheid gesteld hun standpunten
mondeling toe te lichten tijdens de hoorzitting van de Raadsadviescommissie
voor de beroep- en bezwaarschriften op vrijdag 18 september 1987 om 15.30 uur
in het Stadhuis. De vertegenwoordiger van bezwaarde heeft een pleitnotitie
overgelegd. Nieuwe elementen kwamen tijdens de hoorzitting niet naar voren.
V. Overwegingen en advies van de Raadsadviescommissie voor de beroep- en be
zwaarschriften
De commissie is (met de grootst mogelijke meerderheid) van oordeel, dat er geen
sprake kan zijn van schending van het gelijkheidsbeginsel, nu er in Leeuwarden
slechts twee schoolbegeleidingsdiensten opereren van zo verschillende aard en
organisatie. De Stichting G.P.C. opereert specifiek en landelijk en het G.C.O.
opereert algemeen en regionaal. Bovendien kan de specifieke schoolbegeleiding
desgewenst ook door het G.C.O. worden uitgevoerd, zodat begeleiding naar over
tuiging tot de mogelijkheden blijft behoren. Hoewel de inwerkingtreding van
de nieuwe Wet op de Onderwijsverzorging t.a.v. de koppelsubsidie geen breuk
met het verleden betekent, kan dit wel worden gesteld t.a.v. de mogelijkheid
die de wet schept voor het vastleggen van een tweejaarlijks en daarna zelfs
een vierjaarlijkse subsidie. Door nu wel subsidie te verlenen zou de gemeente
dan ook worden vastgelegd voor de toekomst. Hoewel de gemeente in 1982 subsi
die heeft verleend, is dat eenmalig geweest; de gemeente kan dus niet worden
gehouden aan een verworven recht. Gelet op de hoogte van het bedrag, kunnen
de gevolgen voor het G.P.C. niet ernstig worden genoemd. Ingevolge artikel 82
van de W.O.V. heeft de gemeente een bepaalde keuzemogelijkheid, waarvan snel
gebruik is gemaakt. De Stichting G.P.C. heeft dus niet lang in onzekerheid
hoeven te verkeren. Voorts betaalt de gemeente een vast bedrag per inwoner aan
het G.C.O., zodat elk subsidiebedrag, b.v. zoals nu aan het G.P.C., als extra
kosten moet worden beschouwd. Gelet op de geringe consequenties, althans wat
Leeuwarden betreft, die intrekking van het subsidie heeft voor het G.P.C.,
is het dus niet onredelijk de bezuinigingen in die extra kosten te zoeken,
temeer daar de basisvoorziening blijft, ongeacht ieders richting.
-3-
De commissie adviseert De Raad op grond van het bovenstaande het bezwaarschrift
ongegrond te verklaren en te besluiten conform bijgevoegd concept-besluit.
Eén lid van de commissie adviseert het bezwaarschrift gegrond te verklaren.
De gevolgen van het besluit zijn niet afgewogen. Het bestreden besluit
is niet voldoende gemotiveerd. Indien vanuit de gereformeerde basisschool
een begeleidingsverzoek aan het G.C.O. zou worden gericht, moet daarvoor
een speciale kracht worden ingehuurd. Dat kan meer geld kosten dan het aan het
G.P.C. geweigerde subsidiebedrag.