Wijziging Algemeen Ambtenarenreglement.
Bijlage no. 350
Leeuwarden, 29 oktober 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Bij circulaire van 3 september 1987 beveelt het College voor Arbeidszaken de
gemeentebesturen aan om, in navolging van een voor het rijkspersoneel doorge
voerde wijziging in de regelgeving, artikel E23 van het Algemeen Amb
tenarenreglement aan te passen.
Artikel E23 AAR regelt de toekenning van een uitkering ter aanvulling op een
door het ABP toegekend invaliditeitspensioen, ingeval dit pensioen werd toege
kend aan een ambtenaar wiens arbeidsongeschiktheid in overwegende mate zijn oor
zaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden.
De hoogte van deze uitkering bedraagt momenteel 12^% van het toegekende inva
liditeitspensioen. De achterliggende gedachte is dat een ambtenaar, invalide
geworden ten gevolge van de uitoefening van zijn functie, van een invaliditeits-
uitkering verzekerd dient te zijn ter hoogte van 90% van de middelsom die de
grondslag vormt voor het invaliditeitspensioen.
Daar ten gevolge van de pensioenwetswijziging van 20 december 1984 een daling
van de invaliditeitspenioenpercentages heeft plaatsgevonden, is eerdergenoemd
percentage van 90 niet langer gegarandeerd. Ten einde weer aan deze minimumnorm
te kunnen voldoen is een verhoging van de aanvullende uitkering nodig van 12|%
tot 18%.
Naast deze wijziging wordt voorgesteld het in artikel E23, lid 2 genoemde per
centage van 112 te verhogen tot 118.
Dit percentage wordt gehanteerd wanneer aan de gewezen ambtenaar een uitsluitend
naar diensttijd berekend invaliditeitspensioen krachtens de ABP-wet werd toege
kend en dat pensioen lager is dan 112|% (118%) van het bedrag dat hem onder
toepassing van artikel F9 van die wet aan invaliditeitspensioen en aanvulling
zou zijn toegekend. In dat geval wordt hem een uitkering verleend ten bedrage
van het verschil.
Tenslotte wordt voorgesteld de aanvulling die de weduwe van de gewezen amb
tenaar, die, rechtstreeks ten gevolge van de ziekten of gebreken welke in over
wegende mate hun oorzaak vonden in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen
werkzaamheden, overlijdt, te verhogen van 12|% tot 18%. Deze aanvulling wordt
berekend over het weduwenpensioen waarop betrokkene recht heeft, zonder dat
hierop de bepalingen inzake inbouw van AOW/AWW zijn toegepast.
Aan de wijzigingen ware een terugwerkende kracht te geven tot en met
1 januari 1986.
Daar op centraal niveau reeds overeenstemming werd bereikt over deze aan
beveling, kan plaatselijk overleg achterwege blijven.
Wij stellen U voor tot vaststelling van het bijgevoegde ontwerp-besluit over
te gaan.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.