- 6 - e. voor de belanghebbende bedoeld onder a tot en met c, een halfjaar na afloop van de in deze onderdelen bedoelde termijnen, of, indien het recht ingevolge artikel 5, vijfde lid, is herleefd, even zoveel dagen later als de onderbreking heeft geduurd, indien hij aantoont in een periode van zes jaar onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag ten minste 4§ jaar in dienst betrekking van niet bijkomstige aard werkzaam te zijn geweest; f. op de eerste dag van de maand waarin de belanghebbende de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, indien hij op de onder d bedoelde dag 60 jaar of ouder is Uitkering bij overlijden Artikel 12 1. Indien de belanghebbende tijdens het genot van uitkering overlijdt, wordt deze tot en met de laatste dag der tweede maand volgende op die waarin het overlijden plaatsvond uitbetaald, voor zover mogelijk in een bedrag ineens, a. aan de langstlevende der echtgenoten indien de overlevende niet duurzaam van de andere echtgenoot gescheiden leeft; b. bij ontstentenis van de onder a bedoelde persoon aan de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen; c. bij ontstentenis van de onder a en b genoemde personen aan degenen ten aanzien van wie de overledene grotendeels in de kosten van het bestaan voorzag en met wie hij in gezinsverband leefde. Het bepaalde in artikel 11 betreffende het tijdstip waarop het recht op uitkering eindigt blijft voor de toepassing van dit lid buiten beschouwing. 2. Met degene, die in het genot van uitkering is, wordt voor de toepassing van het eerste lid gelijkgesteld degene, wiens overlijden heeft plaatsgevonden v66r het bereiken van de 65-jarige leeftijd en die uitsluitend ingevolge het in artikel 6, eerste lid, onderdeel j, bepaalde over de dag van zijn overlijden geen recht op uitkering had. De uitkering wordt alsdan uitbetaald met ingang van de dag na het overlijden. 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde uitkering bedraagt, met ingang van de dag na het overlijden, 100% van de bezoldiging. Aanvraag uitkering Artikel 13 1. Burgemeester en Wethouders beslissen over de toekenning van uitkering op schriftelijke aanvraag door de belanghebbende. De stukken die Burgemeester en Wethouders nodig achten voor de behandeling van de aanvraag dienen door of vanwege de belanghebbende te worden overgelegd. 2. Burgemeester en Wethouders brengen hun beslissing op de aanvraag schrif telijk ter kennis van de belanghebbende. - 7 - Uitbetaling uitkering Artikel 14 1. De uitkering, over een maand berekend, wordt in maandelijkse termijnen uitbetaald. Met toestemming van de belanghebbende kan de uitbetaling in langere termijnen geschieden. 2. De uitbetaling van de uitkering geschiedt door Burgemeester en Wethouders. Andere verplichtingen Artikel 15 1. De belanghebbende, die in het genot is van een uitkering ingevolge deze verordening, is verplicht van het ter hand nemen van enige arbeid of bedrijf terstond mededeling te doen aan Burgemeester en Wethouders onder opgave, voor zover mogelijk, van de inkomsten, die hij uit die werkzaamheden zal genieten. Zijn de inkomsten niet vooraf op te geven, dan doet hij tijdig vóór het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van de inkomsten, die hij sinds het ter hand nemen van de werkzaamheden of sinds de vorige opgaven heeft genoten. Burgemeester en Wethouders geven nadere voorschriften aangaande het doen van mededelingen door de belanghebbende met betrekking tot de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf. 2. Burgemeester en Wethouders kunnen bij de vaststelling van het bedrag van de vermindering van de opgave van de belanghebbende afwijken. 3. Zolang de belanghebbende de leeftijd van 57,5 jaar nog niet heeft bereikt, dient hij zich te houden aan de voorschriften die Burgemeester en Wethouders geven met het doel belanghebbende weer in het arbeidsproces te doen opnemen. 4. De belanghebbende aan wie een uitkering is toegekend, stemt door het aan vaarden van de uitkering ermee in, dat allen, die daarvoor naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders in aanmerking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven, welke voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Artikel 16 Indien de belanghebbende langer dan een jaar wegens ziekte verhinderd is geweest arbeid te verrichten, kan hij door Burgemeester en Wethouders worden verplicht zich geneeskundig te doen onderzoeken dan wel zich aan een geneeskundig onder zoek volgens de bepalingen van de Pensioenwet te onderwerpen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 451