- 8 -
Wijziging van de uitkering
Artikel 17
Een beslissing tot toekenning van een uitkering wordt in het nadeel van de
belanghebbende slechts dan met terugwerkende kracht gewijzigd:
a. indien de uitkering door toedoen van de belanghebbende ten onrechte of tot
een te hoog bedrag is toegekend;
b. indien de wijziging haar grond vindt in de omstandigheid, dat de belangheb
bende na de toekenning van de uitkering over dezelfde periode inkomsten als
bedoeld in artikel 6, eerste lid, onderdelen a tot en met f, en artikel 9,
eerste en tweede lid, heeft genoten.
Artikel 18
Indien aan een belanghebbende een uitkering ingevolge deze verordening wordt
toegekend over een tijdvak, waarover krachtens de Algemene bijstandswet (Stb.
1963, 284) reeds bijstand in de 'noodzakelijke kosten van het bestaan is
verleend, zijn Burgemeester en Wethouders bevoegd deze uitkering over dat tijd
vak te verrekenen met het bedrag van de hem verleende bijstand dan wel de
uitkering tot het bedrag van deze bijstand zonder diens machtiging uit te beta
len aan het gemeentebestuur, dat de bijstand verleende.
Toekenning loonsuppletie
Artikel 19
Regels, gesteld op grond van artikel 25 van de Invoeringswet stelselherziening
sociale zekerheid (Stb. 1986, 567) zijn van overeenkomstige toepassing ten aan
zien van de belanghebbende in de zin van deze verordening.
Verlenging uitkeringsduur
Artikel 20
1. De belanghebbende, wiens recht op uitkering eindigt wegens het aflopen van
de uitkeringstermijn, bedoeld in artikel 11, onderdeel d, en die op de
laatste dag van die termijn 50 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is,
behoudt vanaf die dag recht op uitkering overeenkomstig dit artikel.
2. De uitkering bedraagt:
a. voor de ongehuwde, alsmede de gehuwde duurzaam gescheiden levende,
belanghebbende 70% van het in artikel 8, eerste lid, bedoelde maand
bedrag van het minimumloon, vermeerderd met de daar bedoelde vakantie
bijslag;
b. voor de gehuwde, niet duurzaam gescheiden levende, belanghebbende het
maandbedrag van dat minimumloon en die vakantiebijslag.
3. De ingevolge het tweede lid berekende uitkering bedraagt ten hoogste het
bedrag van de bezoldiging.
- 9 -
4. Indien een recht op uitkering als bedoeld in het eerste lid is geëindigd,
doch vervolgens de omstandigheden die tot dat eindigen hebben geleid of
zouden hebben geleid, hebben opgehouden te bestaan zonder dat een nieuw
recht op grond van een van de overige artikelen van deze verordening is
ontstaan, herleeft het eerstbedoelde recht.
5. De bepalingen van de overige artikelen van deze verordening zijn, voor
zoveel nodig, van overeenkomstige toepassing, voor zover daarvan in dit
artikel niet is afgeweken.
Herziening van de beslissing
Artikel 21
1. De belanghebbende, die bezwaar heeft tegen een beslissing welke te zijnen
aanzien ter uitvoering van deze verordening is genomen kan binnen 30 dagen
na de verzending daarvan bij Burgemeester en Wethouders een verzoek om her
ziening van deze beslissing indienen.
2. Van de mogelijkheid tot het indienen van een verzoek om herziening wordt de
belanghebbende bij de kennisgeving van de in het eerste lid bedoelde
beslissing mededeling gedaan.
3. Burgemeester en Wethouders nemen op het verzoek zo spoedig mogelijk een met
redenen omklede beslissing, welke de belanghebbende ter kennis wordt
gebracht
Slotbepalingen
Artikel 22
Deze verordening is niet van toepassing op degene die, uit hoofde van een
ontslag waaraan hij de hoedanigheid van belanghebbende kan ontlenen, recht heeft
op een uitkering ingevolge de Wet werkloosheidsvoorziening (Stb. 1964, 485).
Artikel 23
1. Deze verordening treedt heden in werking en werkt terug tot en met 1 januari
1987.
2. Deze verordening vervalt op 1 januari 1988.
Artikel 24
Deze verordening kan worden aangehaald als: Tijdelijke Verordening WWV-
vervangende uitkering.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.