Aanvulling ex artikel Fll, Algemeen Ambtenarenreglement. Bijlage no. 356 Leeuwarden, 29 oktober 1987. Aan de Gemeenteraad. Het College voor Arbeidszaken beveelt bij circulaire d.d. 25 juni 1987 aan artikel F 11, lid 2, sub c van het Algemeen Ambtenarenreglement aan te vullen. Dit lid regelt het zich beschikbaar houden van ambtenaren buiten de voor hun betrekking vastgestelde werktijden, indien zulks door B. en W. c.q. het diensthoofd in het belang wordt geacht van de dienst. Sinds 1 januari 1986 behoort de vergoeding voor beschikbaarheidsdiensten in principe niet meer tot het ambtelijke inkomen in de zin van de Algemene burgerlijke pensioenwet. De zinsnede "in principe" impliceert dat hiervan onder voorwaarden kan worden afgeweken. Bij Koninklijk Besluit van 20 juni 1986 wordt bepaald dat beschikbaarheids- dienstvergoeding gerekend kan worden te behoren tot het ambtelijk inkomen in de zin van de Algemeen burgerlijke pesioenwet in die gevallen waarin er sprake is van schriftelijke aanwijzingen voor onbepaalde tijd tot het verrichten van beschikbaarheidsdienst buiten de voor de ambtenaar vastgestelde werktijden. Daarnaast moet worden voldaan aan de voorwaarde dat uit bedoelde schriftelijke aanwijzing blijkt dat betrokkene, in een periode van 12 maanden, op gemiddeld ten minste zestig kalenderdagen beschikbaarheidsdienst zal verrichten. Met andere woorden, ten einde de beschikbaarheidsdienstvergoeding deel uit te laten maken van het ambtelijk inkomen dient deze dienst met een zekere frequen tie en op grond van een schriftelijke aanwijzing te worden verricht. Daar het bevoegd gezag er niet toe gehouden is een schriftelijke aanwijzing te geven, bestaat het gevaar dat er een situatie ontstaat waarin in het ene geval wel en in het andere geval geen schriftelijke aanwijzing plaatsvindt. Om te voorkomen dat een dergelijke rechtsongelijkheid ontstaat, wordt aan bevolen artikel F 11, lid 2, sub c aan te vullen conform bijgaand ontwerp- wi jzigingsbesluit Overleg met de centrales voor overheidspersoneel over deze aanbeveling heeft tot overeenstemming geleid zodat plaatselijk overleg achterwege kan blijven. Wij stellen U voor tot vaststelling van bijgevoegd ontwerp-besluit over te gaan. Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden, mr. G.J. te Loo Burgemeester. mr. W.J.G. Reumer Secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 453