- 2 -
7. de kosten van overdracht en levering ten gevolge van de ruilovereenkomst,
komen voor rekening van de gemeente;
II. het onder I.a. bedoelde perceelsgedeelte onder te brengen bij de Dienst
Stadsontwikkeling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Nr. 19113
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 29 oktober 1987
(bijlage nr. 358);
BESLUIT
I. met mevrouw IJ.W. Annokkee, wonende te Franeker, A.M. van Schuurmansingel
14a, een overeenkomst van ruiling aan te gaan, waarbij:
a. de gemeente van mevrouw Annokkee in eigendom overneemt ten zuiden van
Lekkum liggend weiland, uitmakende een gedeelte ter grootte van ongeveer
40.00 are van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leeuwarden, sectie
H, nummer 416, zijnde dit perceelsgedeelte op de bij dit besluit behorende
tekening gemerkt B met een kruisarcering en een rode kleur indicatief
aangegeven;
b. de gemeente aan mevrouw Annokkee in eigendom overdraagt alsvoren liggend
weiland, uitmakende een gedeelte ter grootte van ongeveer 40.00 are van
het perceel, kadastraal bekend gemeente en sectie alsvoren, nummer 417,
zijnde dit perceelsgedeelte op gemelde tekening met een kruisarcering en
een blauwe kleur indicatief aangegeven;
zulks onder betaling door de gemeente aan mevrouw Annokkee van een toegift
van f 2.000,en voorts onder de navolgende bepalingen en bedingen:
1. de begrenzing van het onder a en b omschreven onroerend goed, met bij
behorende werken ten gevolge van de ruiling, alsmede de oppervlak
tebepaling zullen te zijner tijd in het kader van de ruilverkaveling
"Tietjerksteradeel"in welk kader de nodige afspraken ter zake zijn
gemaakt, nader worden geregeld;
2. de levering en de betaling van de toegift vinden plaats op de dag van het
verlijden van de notariële akte van ruiling;
3. van de levering af komen alle zakelijke lasten en belastingen, welke van
het over en weer te ruilen onroerend goed worden geheven, voor rekening
van de verkrijgende partijen;
4. partijen zijn tot geen andere vrijwaring gehouden dan toe die wegens uit
winning;
5. partijen doen afstand van het recht tot het vragen van ontbinding, als
bedoeld in de artikelen 1302 en 1303 van het Burgerlijk Wetboek;
6. het te ruilen onroerend goed wordt overgedragen met alles wat daarop of
daarin aanwezig is, voor zover door de wet als onroerend aangemerkt wor
dende en met alle daarop rustende erfdienstbaarheden en lasten en daaraan
verbonden rechten, onder gestanddoening van de lopende pachtovereenkomsten,
doch vrij van hypotheken en/of beslagen;