2. Stichting Filmhuis Leeuwarden.
De stichting verzoekt voor de organisatie van het onlangs gehouden filmfestival
om een verhoging van hefe subsidie met een bedrag van f 4.500,waarmee het
totale subsidiebedrag op ruim f 15.000,— zou worden gebracht.
De stichting voert aan dat door de stijging van een aantal kosten, zoals zaal-
en filmhuur, de organisatie van het festival op het huidige kwalitatieve niveau
niet langer mogelijk is indien het gemeentelijk subsidie beperkt blijft tot een
bedrag van f 11.250,
Deze financiële problemen dienden zich reeds aan bij de organisatie van het
festival in 1986. Ook toen heeft U een aanvullend subsidie beschikbaar gesteld
ten einde de organisatoren voor ongedekte tekorten te behoeden.
Gelet op de waarde die wij hechten aan de continuering van het huidige niveau
van dit festival zijn wij van mening dat ook voor dit jaar een aanvullend sub
sidie beschikbaar zou moeten worden gesteld, opdat de exploitatie van het film
festival kostendekkend kan zijn.
Omdat, naar het zich laat aanzien, de gesignaleerde financiële problemen een
structureel karakter dragen, zullen wij in het kader van onze toekomstige
voorstellen omtrent de definitieve verdeling van de middelen ten behoeve van de
subsidiëring van de niet-traditionele kunstbeoefening bezien in hoeverre een
structurele verhoging van het subsidie voor het filmfestival na 1987 mogelijk
en/of wenselijk is.
Wij stellen U voor een eenmalige aanvullende bijdrage ad f 4.500,voor de
organisatie van het filmfestival 1987 toe te kennen.
3. Stichting de Ruimte.
De Stichting de Ruimte verzoekt respectievelijk om een subsidie van
f 3.000,voor de organisatie van de (inmiddels gehouden) theaterproduktie
"Haniaspectakel" en een subsidie van f 23.000,voor het verbeteren van de in
gebruik zijnde accommodatie in de Haniasteeg.
Met betrekking tot het eerste verzoek merken wij op dat de stichting reeds in
een eerder stadium is medegedeeld dat honorering van het verzoek ten laste van
het Fonds voor Culturele Doeleinden, op grond van de geldende subsidievoorwaar
den niet mogelijk is.
Omdat wij echter van mening zijn dat de produktie kan worden aangemerkt als een
kleinschalige, lokaal gebonden activiteit op het terrein van de niet-
traditionele kunstbeoefening, die in principe bijdraagt tot diversificatie van
het aanbod van podiumkunsten in Leeuwarden, achten wij een eenmalige bijdrage
ten laste van de middelen, die zijn gereserveerd voor de subsidieregeling niet-
traditionele kunstbeoefening, gerechtvaardigd.
Gelet hierop stellen wij U voor het verzoek om subsidie ten behoeve van voor
noemde theaterproduktie toe te kennen.
Met betrekking tot het verzoek voor een investeringssubsidie van f 23.000,voot
de verbetering van de theaterruimte in de Haniasteeg merken wij het volgende
op.
De stichting wenst de bestaande accommodatie op een aantal punten te verbeteren,
zoals het plegen van achterstallig onderhoud, het aanbrengen van geluids-
isolerende voorzieningen en het verder optimaliseren van de publieksfunctie.
- 3 -
Hierbij tracht men de kosten zo beperkt mogelijk te houden door de ver
beteringswerkzaamheden op basis van zelfwerkzaamheid uit te voeren.
Daarnaast heeft de stichting voor de financiering en aanschaf van theatertech
nisch materiaal een afzonderlijk beroep gedaan op het Anjerfonds.
Wij zijn van mening dat de door de stichting uit te voeren werkzaamheden er toe
bijdragen dat in toenemende mate kan worden voorzien in het bieden van facili
teiten t.b.v. kleinschalige podiumactiviteiten waartoe in Leeuwarden een
gesignaleerde behoefte bestaat.
Gelet hierop achten wij in relatie tot de beleidslijn dat de gemeente zich
verantwoordelijk houdt voor de instandhouding van accommodaties op het terrein
van de podiumkunsten een subsidie aan de stichting gerechtvaardigd en stellen
wij U voor ten behoeve van de verbetering van de theateraccommodatie in de
Haniasteeg een subsidie van maximaal f 23.000,te verlenen.
4. Stichting De Galerie.
De stichting verzoekt om een bijdrage van f 400,ten behoeve van de organisa
tie van het inmiddels op 24 september 1987 gehouden optreden van de per
cussionist Sam Bennett uit New York.
Gebleken is dat een subsidie ten laste van het Fonds voor culturele doeleinden,
waartoe de stichting verzoekt, met het oog op de geldende subsidievoorwaarden
niet mogelijk is.
Omdat wij de te subsidiëren activiteit van de stichting van belang achten en
genoemde activiteit kan worden gerekend tot het terrein van de niet-traditionele
podiumkunsten, zijn wij van mening dat een eenmalige bijdrage ten laste van de
begrotingspost subsidiëring niet-traditionele kunstbeoefening gerechtvaardigd
is
Wij stellen U derhalve voor het verzoek van de stichting dienovereenkomstig te
honoreren
Ten aanzien van de dekking van de onder 1. t/m 4. genoemde bijdragen van in
totaal f 38.725,— (f 7.825,— f 4.500,— f 23.000,— f 3.000,—
f 400, merken -wij op dat dit bedrag kan worden gedekt ten laste van subfunc
tie 540.04 (subsidiëring niet-traditionele kunstbeoefening).
Onder vermelding dat de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden ter zake is
gehoord in haar vergadering van 16 november 1987 en U adviseert met onderhavige
voorstellen in te stemmen, stellen wij U voor te besluiten overeenkomstig het
bijgevoegd ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
