Plan van aanpak voor de na-oorlogse stadsvernieuwingsbuurt
de Meenthe.
Bijlage nr. 391 Leeuwarden, 19 november 1987.
Aan de Gemeenteraad,
1. Inleiding,
In overeenstemming met Uw besluit van 18 augustus 1986
(bijlage 281) heeft het onderzaeks- en adviesbura SOAB te
Utrecht in nauw overleg met de plangroep "de Meenthe" een
plan van aanpak opgesteld voor de na-oorlogse buurt de
Meenthe. De plangroep, die is samengesteld uit
vertegenwoordigers van bewoners, de Woningstichting
"Leeuwarden-Leeuwarderadeel" (voortaan aangeduid met WLL) en
een ambtelijke vertegenwoordiging van de gemeente, heeft ons
het plan van aanpak bij brief van 20 april 1987 aangeboden en
geadviseerd deze rapportage de basis te laten zijn voor
verdere besluitvorming inzake de verbetering van het woon- en
leefklimaat in de Meenthe.
2. Opzet plan van aanpak.
In het plan van aanpak voor de Meenthe is een stappenplan
aangegeven, dat moet leiden tot verbetering van de woon- en
leefomstandigheden in deze buurt.
De in het plan van aanpak voorgestelde oplossingen kunnen in
drie categorieën worden verdeeld:
1. de bestaande beheerverplichtingen intensiveren;
2. de condities waaronder deze moeten plaatsvinden
verbeteren;
3. de voorgaande punten, aangevuld met het aantrekkelijk
maken van de buurt met aanpassingen in de stedebouwkundige en
bouwkundige situatie.
De mogelijkheden om de problematiek aan te pakken worden
echter mede bepaald door de financiële ruimte tot
het doen van investeringen. Vanwege het oplopend tekort op de
exploitatie van het complex vormt de Meenthe een zware last
voor WLL. De oplossingsvarianten houden rekening met dit
feit, Met uitzondering van de sloopvariant (6) betekenen de
hierna te noemen varianten het leveren van een oplopende
financiële en personele inspanning van WLL en gemeente.
Hieronder is gefaseerd het stappenplan, (door het
SOAB-rapport aangeduid met varianten 1 t/m 5) nader
aangegeven. Voor alle duidelijkheid wijzen wij erop, dat
variant 6 niet automatisch hierop volgt, maar eerst aan bod
komt als eerdere varianten niet succesvol blijken te zijn.
Variant 1.
Het verbeteren van de bestaande beheersituatie in het complex
en een reorganisatie van het gevoerde toewijzingsbeleid.