-4- -5- peil is en dat het mede gelet op de uitstraling naar de rest van het complex thans niet meer verantwoord is, deze situatie langer voort te laten bestaan. Desalniettemin dient onzes inziens niet alleen aan een oplossing in de sfeer van sloop te worden gedacht. De problematiek wordt met name bepaald door het grote aantal leegstaande woningen in combinatie met de geringe mate van sociale controle, waardoor er sprake is van veel vandalisme, criminaliteit, intimidatie en het daardoor ontstaan van een grote mate van sociale onveiligheid in de S8-flat en in de direkte omgeving ervan. Vij zijn van mening, dat ondanks de autonome principe-besluitvorming van VLL, zoals reeds verwoord onder punt 3. toch nog een serieuze poging zou moeten worden gedaan om de daaraan verbonden kapitaalvernietiging van ongeveer 4,5 miljoen te voorkomen c.q. te reduceren. Hiermee wordt een adempauze gecreëerd, waarin een nader beraad over de toekomstmogelijkheden van het complex kan plaatsvinden. Tevens kan worden nagegaan of er mogelijkheden zijn om het beheer van het complex in andere handen te doen overgaan. Dit is van onze kant ook de inzet geweest voor het bestuurlijke overleg dat sedert de gezamenlijke informatieve vergadering van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting en de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden van 11 mei 1987 een aantal malen met WLL heeft plaats gevonden. Het oorspronkelijk vastgestelde behandelingsschema gebaseerd op ons streven om deze kwestie nog voor de zomervakanties van 1987 aan U voor te leggen werd als gevolg van de hier geschetste ontwikkeling niet gehaald. Ons voorstel aan VLL behelst het nog gedurende 2 jaren trachten te komen tot een acceptabele verhuur van de S8-flat. Als toetsingscriterium voor een eventueel sloopbesluit zou kunnen worden gehanteerd een leegstandspercentage van maximaal 50% gedurende het laatse halfjaar van 1989. Mocht de leegstand in het eerste halfjaar van 1989 nog rond het bestaande percentage van 80% blijven hangen, dan zou eerder bestuurlijke besluitvorming inzake sloop kunnen plaatsvinden, omdat in die situatie het zich laat aanzien, dat verbetering van de verhuur niet haalbaar is. In geval van het direkt realiseren van de sloop van de S8-flat is het verlies van de boekwaarde van f 4,5 miljoen namelijk definitief en zijn alternatieven om tot een lager nadelig resultaat te komen radicaal afgesloten. Vij realiseren ons, dat op langere termijn een leegstandspercentage van rond de 50% vanuit een oogpunt van verantwoorde volkshuisvesting niet acceptabel is. Bij een besluit tot handhaving, zal zicht moeten zijn op een verbeterde verhuur. Mocht dit mede gelet op de uitkomsten van woningmarktverkenningen niet tot de mogelijkheden behoren, dan zal te zijner tijd alsnog sloop (variant 6) of een eventuele andere herbestemming moeten worden overwogen. De gehele opzet van het plan van aanpak gaat van een regelmatige evaluatie uit op van te voren vastgestelde momenten. Vij stellen U voor in te stemmen met een dergelijke aanpak. 7. Consequenties college-standpunt terzake van nadere uitvoeringsmaatregelen. a. Maatregelen ter verhoging van de sociale veiligheid. Teneinde de problematiek van sociale onveiligheid in de S8-flat zo veel als mogelijk tot een oplosing te brengen, stellen wij ons voor, dat eerst alle bewoners van dit flatgebouw worden geherhuisvest. Een nieuwe poging tot verhuur zou onzes inziens in eerste instantie vanuit de onderste woonlaag zodanig moeten worden opgezet, dat de condities voor de nieuwe huurders aanvaarbaar zijn gemaakt. De bovenste woonlagen, dienen tijdelijk te warden afgesloten. Zodra de onderste woonlaag volledig is bewoond kunnen de woningen, die gesitueerd zijn op de volgende bouwlagen gefaseerd en naast elkaar worden toegewezen, op voorwaarde dat er een systeem wordt aangebracht, waardoor de toegankelijkheid van het totale gebouw en de galerijen en liften in het bijzonder voor onbevoegden wordt beperkt. Vij denken hierbij aan de ontwikkeling van een sleutelplan en de realisering van een intercom-/belsysteem. De beperkte toegankelijkheid kan slechts worden gerealiseerd in samenhang met het loskoppelen van de S8- van de S5-flat. Beide flatgebouwen zijn met een loopbrug met elkaar verbonden. De loopstraten van de S8 worden ook gebruikt door bewoners van de S5, die van de lift gebruik wensen te maken. Dit houdt dus in dat bij de S5-flat een lift moet worden geplaatst. In afwijking van het SOAB-rapport achten wij deze voorziening direkt bij de start van variant 1. onontkoombaarteneinde een reële basis te leggen voor een verbetering van het woon- en leefklimaat. Bij sloop van de S8-flat dient deze voorziening overigens ook te worden getroffen. Inschakeling van een huismeester alsmede intensivering van het politie-toezicht zijn verder randvoorwaarden voor een verhoging van de sociale veiligheid. Inmiddels is VLL tot de aanstelling van een huismeester overgegaan en heeft hiervoor subsidie bij het Rijk aangevraagd. Omtrent de intensivering van het politie-toezicht worden binnenkort nadere afspraken gemaakt. Qok selectieve toewijzing van woonruimte dient naar onze mening te worden toegepast, om het escaleren van de huidige problemen te voorkomen. b. Herhuisvesting huidige bewoners van de S8-flat. Teneinde de noodzakelijke herhuisvesting van bewoners uit de S8-flat redelijk te laten verlopen, verdient het aanbeveling de betreffende bewoners een verhuiskostenvergoeding in het vooruitzicht te stellen van f 4.000,per woning. Vij achten de herhuisvesting op een lijn staan met de noodzakelijke verhuizingen bij woningverbetering en kratontruiming in stadsvernieuwingsgebieden. De hieraan verbanden kosten dienen ten laste van de stelpost na-oorlogse wijken van het stadsvernieuwingsfonds te komen en worden geraamd op f 128.000,(toepassing subsidie-verordening stads- en dorpsvernieuwing onderdeel vergoedingen verhuis- en herinrichtingskosten bij woningverbetering) Tevens stellen wij U voor de salariskosten van een tijdelijk contactpersoon

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1987 | | pagina 531