- 5 -
VIII. Inlichtingen, verantwoording en terugroeping.
Artikel 18
1. Het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur verstrekken aan de Raden,
uiterlijk binnen een maand, alle inlichtingen die door één of meer leden van
die Raden worden verlangd.
2. De leden van het dagelijks bestuur geven - te zamen dan wel afzonderlijk -
aan het algemeen bestuur, wanneer dit algemeen bestuur één of meer leden
daarvan hierom vraagt, schriftelijk en - indien daartoe wordt verzocht - mon
deling, uiterlijk binnen een maand, alle gevraagde inlichtingen.
3. Het college van elke gemeente verstrekt aan het algemeen bestuur, het dage
lijks bestuur dan wel de voorzitter of de door deze organen aangewezen amb
tenaren alle inlichtingen die deze organen of ambtenaren nodig achtenWoor de
uitvoering van de in artikel 5 genoemde taken.
4. De leden van het dagelijks bestuur zijn, te zamen en ieder afzonderlijk, aan
het algemeen bestuur verantwoording verschuldigd voor het door hen gevoerde
beleid
5. Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd aan de Raden
dan wel de Raad die hem hebben/héeft aangewezen, voor het door hem in dat
bestuur gevoerde beleid, op een wijze dat in het in artikel 19 genoemde
Reglement van Orde is bepaald.
6. De Raden, dan wel de Raad die een vertegenwoordiger in het algemeen bestuur
hebben/heeft aangewezen, hebben/heeft de bevoegdheid dit door hen/hem
aangewezen lid te ontslaan indien dit lid het vertrouwen van de Raden/Raad
niet meer bezit.
IX. Reglementen van Orde.
Artikel 19
Het algemeen bestuur stelt een Reglement van Orde vast voor zijn vergaderingen
en overige werkzaamheden.
X. Financiële bepalingen.
Beheer ën controle
Artikel 20
1. Het geldelijk beheer en de boekhouding worden ingericht naar door het dage
lijks bestuur vast te stellen richtlijnen of voorschriften.
2. Ten aanzien van de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding zijnde
artikelen 265 bis tot en met 265 secties van de Gemeentewet van
overeenkomstige toepassing.
- 6 -
Begroting
Artikel 21
1. Het dagelijks bestuur stelt jaarlijks een ontwerp-begroting op, alsmede een
meerjarenraming voor een aansluitend tijdvak van tenminste vier jaren. Zowel
de ontwerp-begroting als de meerjarenraming worden voor 1 april aan de Raden
toegezonden. De ramingen in de ontwerp-begroting en de meerjarenraming worden
toegelicht
2. De ontwerp-begroting wordt door de zorg van de colleges voor een ieder ter
inzage gelegd en tegen betaling van de kosten algemeen verkrijgbaar gesteld.
Artikel 238, derde lid, van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
3. De Raden kunnen binnen twee maanden na toezending van de ontwerp-begroting
het dagelijks bestuur van hun gevoelen doen blijken. Het dagelijks bestuur
voegt de commentaren bij de ontwerp-begroting, zoals deze aan het algemeen
bestuur wordt aangeboden.
4. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 1 juli van het jaar,
voorafgaande aan dat waarvoor de begroting moet dienen.
5. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur de begroting, zo
nodig, aan de Raden. Deze kunnen hun gevoelen doen blijken bij Gedeputeerde
Staten.
6. Het dagelijks bestuur zendt de begroting terstond na de vaststelling aan
Gedeputeerde Staten ter goedkeuring. Van de beslissing van Gedeputeerde Sta
ten doet het dagelijks bestuur mededeling aan de Raden.
7In de begroting wordt voor elke gemeente voor het jaar waarop de begroting
betrekking heeft de verschuldigde bijdrage aangegeven.
8. Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde bijdrage wordt het nade
lig saldo volgens de begroting over de gemeenten verdeeld naar verhouding van
het inwonertal van de gemeenten op 1 januari van het jaar, voorafgaande aan
dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de aan
tallen inwoners worden aangehouden de door het Centraal Bureau voor de Sta
tistiek bekend gemaakte bevolkingscijfers.
9. De betaling van de bijdragen, of voorschotten daarop, vindt plaats op de
wijze en het tijdstip door het algemeen bestuur te bepalen.
Artikel 22
Met betrekking tot het wijzigen van de begroting is het bepaalde in het vooraf
gaande artikel van overeenkomstige toepassing.
Rekening
Artikel 23
l.a. het dagelijks bestuur biedt jaarlijks uiterlijk 1 april de rekening over
het afgelopen jaar met alle bijbehorende bescheiden, ter voorlopige
vaststelling aan het algemeen bestuur aan. Tevens wordt de rekening aan de
Raden aangeboden.
b. Daarbij worden tevens aangeboden een verslag van het onderzoek naar de
deugdelijkheid van de rekening ingesteld door de overeenkomstig artikel
265 bis van de Gemeentewet aangewezen deskundigen en hetgeen het dagelijks