- 4 -
Daartoe worden besprekingen aangegaan met het bestuur van het Fries Natuur
Museum over financieel-materiëlepersonele en werkinhoudelijke randvoor
waarden gericht op het onderbrengen van de natuureducatie bij het Fries
Natuur Museum. Teneinde continuïteit van het ondersteuningsaanbod voor het
onderwijs te garanderen, wordt gestreefd naar een hervatting van de werk
zaamheden op het gebied van de natuureducatie per 1 september 1988.
Ter ontkoppeling van de functie van het NEC van de kinderboerderij wordt met
ingang van 1-1-1988 het NEC-subsidie aan het Stichtingsbestuur
NEC/Kinderboerderij beëindigd en wordt met het bestuur overleg gepleegd over
de wijze van overdracht van de leer- en hulpmiddelen op het gebied van de
natuureducatie en over de positie van de natuureducatief medewerker.
Wij stellen U voor met deze uitgangspunten akkoord te gaan, zodat op basis
hiervan een en ander nader kan worden uitgewerkt. Op basis van de hier
gestelde uitgangspunten is het mogelijk om met ingang van 1988 van een budget
van f 100-000,voor de natuureducatie uit te gaan, waarmee een besparing
van f 30.000,wordt bereikt.
Wij stellen U voor definitief over de realisering van de besparing van
f 30.000,te besluiten door het budget voor de natuureducatie met ingang
van 1988 op f 100.000,te bepalen.
5. Vermindering subsidie ten behoeve van de Buitenschool.
In het kader van de Aanvullende herwaardering 1987-1991 heeft U op 28 april
1987 besloten tot een taakstelling voor de Buitenschool van f 163.000,
voor door het bestuur op dat moment reeds aangegeven bezuinigingsmogelijkhe
den, plus p.m. voor de nadere standpuntbepaling met betrekking tot het
onderzoek "Buitenschool-Buitenspel?
In Uw vergadering van 29 juni 1987 heeft U door de beleidsuitgangspunten uit
het raadsvoorstel Standpuntbepaling bij het rapport
"Buitenschool-Buitenspel?!" vast te stellen, definitief besloten tot het
beperken van de taakstelling tot f 163.000,en tot de invulling van deze
f 163.000,—
Hiermee is dit herwaarderingsproject afgesloten.
6. Basiseducatie.
In het kader van de Aanvullende herwaardering 1987-1991 heeft U op 28 april
1987 besloten om vooralsnog uit te gaan van een budget voor de basiseducatie
van f 1,2 miljoen met ingang van 1989, waarmee op termijn een structurele
bezuiniging van f 230.000,mogelijk werd gemaakt. Op dat moment heeft U
ook besloten tot een nader onderzoek naar de effecten van de regionalisatie
en naar het minimaal noodzakelijk geachte aanbod om aan de hand daarvan te
bezien of uitbreiding van de taakstelling mogelijk zou zijn. In Uw verga
dering van 9 november 1987 heeft U het Programma Basiseducatie 1988
vastgesteld. In het hierbij behorende raadsvoorstel hebben wij U reeds mede
gedeeld dat in het kader van het Programma 1989 aandacht geschonken zal wor
den aan de effecten van regionalisering en aan het minimaal noodzakelijk
geachte aanbod van de basiseducatie. Wij zijn van mening dat voor een goed
oordeel hierover de uitvoering van het eerste jaarprogramma, dat wil zeggen
het Programma 1987, afgewacht moet worden.
In het Programma 1988 is nog geen sprake van teruglopen van de
rijksbijdrage. Dit gebeurt met ingang van 1989 en loopt door tot en met 1993.
De uitwerking van het in 1989 ter beschikking te stellen budget zal via het
Programma 1989 aan U worden voorgelegd, te zamen met de evaluatie van het
Programma 1987.