Nr. 21596
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 3 december 1987
(bijlage no. 403);
gelet op de artikelen 170 en 228 van de Gemeentewet;
BESLUIT:
gedurende het jaar 1988 ter voorziening in de behoefte aan kasgeld voor zoveel
nodig tijdelijke financieringsmiddelen aan te trekken, uiterlijk voor de tijd
van een jaar, tegen een percentage hetwelk niet hoger mag zijn dan de op het
tijdstip van het aantrekken der financieringsmiddelen algemeen geldende ren
tevoet op de geldmarkt en verder op de wijze en onder zodanige voorwaarden en
bepalingen als in het belang der gemeente nuttig en nodig zal worden geacht, met
dien verstande, dat op enig tijdstip in 1988 het totaal aan opgenomen tijdelijke
financieringsmiddelen een bedrag van f 36.000.000,niet mag overschrijden.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
Secretaris.
Aangaan van onderhandse geldleningen.
Bijlage no. 404
Leeuwarden, 3 december 1987.
Aan de Gemeenteraad.
Ingevolge artikel 4 van de Wet financiering lagere overheid nemen openbare
lichamen slechts besluiten tot het ramen van uitgaven ten laste van de kapi-
taaldienst van de begroting indien de laatst berekende netto vlottende schuld,
vermeerderd met de laatst berekende overige korte schuld, de laatst berekende
kasgeldlimiet niet overschrijdt. Indien bedoelde overschrijding wel plaatsvindt,
dan kunnen deze ramingen alleen plaatsvinden indien kortlopende leningen worden
omgezet in langlopende leningen teneinde weer onder de kasgeldlimiet te komen.
Om snel te kunnen reageren op bepaalde situaties op de kapitaalmarkt hebt U
ons bij besluit van 1 december 1986, nr. 19798 gemachtigd in 1987 geldleningen
tot een maximum van f 85 miljoen aan te gaan. Hiervan was f 36 miljoen
bedoeld voor de financiering van het investeringsprogramma voor 1987 en f 49
miljoen voor conversie van geldleningen.
Voor de financiering van genoemde investeringen denken wij voor 1988 een
bedrag van ongeveer f 25 miljoen nodig te hebben.
Tevens doet zich - afhankelijk van de ontwikkeling op de kapitaalmarkt - in
1988 waarschijnlijk wederom de situatie voor waarin conversie (omzetting in
nieuwe leningen) van bestaande vaste geldleningen aantrekkelijk is uit het oog
punt van rentabiliteit. Afhankelijk van de rente-ontwikkelingen betreft dit een
contingent van te converteren leningen van maximaal f 71 miljoen, waaronder
begrepen een bedrag van f 54 miljoen wegens rijksvoorschotten voor de
woningbouw. In verband met het voorgaande stellen wij U voor ons:
1. een krediet van f 71 miljoen beschikbaar te stellen voor het in 1988
buitengewoon aflossen van geldleningen om in de plaats daarvan leningen aan
te trekken tegen een lager rentepercentage (conversie).
2. ons college te machtigen voor 1988 geldleningen aan te gaan tot een totaal
bedrag van f 96 miljoen (f 25 miljoen f 71 miljoen).
Van elk door ons, ter uitvoering van het door de Raad te nemen algemeen
geldleningsbes luitvoor 1988 te nemen besluit tot het aangaan van een
geldlening en van de goedkeuring hiervan door Gedeputeerde Staten, zullen wij U
mededeling doen.
Onder mededeling, dat de Commissie voor de Financiën in haar vergadering van
23 november 1987 U heeft geadviseerd met dit voorstel in te stemmen, stellen wij
U voor te besluiten overeenkomstig het hierbij gevoegde ontwerp.
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.