Hoewel wij het wenselijk achtten terzake vóór 1 september 1987 te worden ge-
informeerd, zijn wij er op verzoek van het stichtingsbestuur mee akkoord gegaan,
dat het bestuur de concrete plannen uiterlijk op 1 oktober 1987 bij ons zou
indienen. Aan de andere gegadigde hebben wij laten weten dat in verband daar
mee in het vierde kwartaal van dit jaar een keuze zou kunnen worden gemaakt.
Op 30 september j.l. heeft de andere gegadigde echter telefonisch te kennen
gegeven af te zien van het voornemen om de exploitatie van de Kinderboerderij
over te nemen. De voornaamste redenen hiervoor waren de lange tijdsduur die
met het proces gemoeid was en de onzekerheden omtrent de uitkomst.
Enige dagen later (op 1 oktober) hebben wij een brief van de Stichting Nuts
Kinderboerderij ontvangen waarin wordt medegedeeld dat "de Stichting ons ver
zoek om de Kinderboerderij in geprivatiseerde vorm te exploiteren, niet kan
honoreren". Sindsdien circuleren allerlei berichten als zou de gemeente van
plan zijn om de kinderboerderij te sluiten.
Teneinde terzake duidelijkheid te verschaffen is in een daartoe speciaal bij
eengeroepen vergadering van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden op 9
oktober j.l. over de ontwikkelingen ten aanzien van de privatisering van de
Kinderboerderij aan de hand van een door het commissiesecretariaat opgestelde
notitie gesproken.
In de reeds genoemde vergadering van de Commissie voor Welzijnsaangelegenheden
hebben alle partijen zich nogmaals uitgesproken voor het behoud van het kinder-
boerderijcomplex en het instandhouden van zowel de recreatieve als de natuur-
educatieve functie daarvan. Een grote meerderheid in de commissie was echter
van mening dat binnen de daarvoor gegeven randvoorwaarden privatisering van
dit complex bespreekbaar moet blijven, met dien verstande dat ook andere mo
dellen waardoor de financiële taakstelling geheel of gedeeltelijk kan worden
gerealiseerd bespreekbaar zouden moeten zijn.
Nadien hebben zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan die onderstaand aan
U worden voorgelegd.
De heer R. Bergsma heeft zich tot ons gewend met het aanbod het complex te
willen kopen danwel te huren of te pachten met het doel een kinderboerderij
te exploiteren overeenkomstig de randvoorwaarden die daarbij door U zijn ge
steld.
Met deze nieuwe gegadigde is op 15 oktober j.l. een gesprek gevoerd waarbij
wensen en verlangens van beide partijen zijn doorgenomen.
Aan hem is verzocht de zaak nader te beoordelen en zo mogelijk schriftelijk
aan de gemeente kenbaar te maken op welke wijze en tegen welke condities
overname van het complex mogelijk is.
Daarnaast is ook met het bestuur van de Stichting Nuts Kinderboerderij ge
sproken. In een overleg dat op 2 november j.l. heeft plaatsgevonden is het
stichtingsbestuur verzocht aan te geven welk bedrag aan gemeentelijk subsi
die minimaal beschikbaar moet zijn om het voor de stichting mogelijk te maken
het complex op een verantwoorde wijze te blijven exploiteren. Daarbij zijn
ondermeer mogelijkheden van kostenbesparing en inkomsten-vermeerdering be
sproken. Daarenboven is bekeken in hoeverre een verandering in subsidiemetho
diek tot netto-besparing op het subsidie zou kunnen leiden. Tot nu toe is
sprake van een zgn. open eind-financiering (een subsidie gelijk aan het
(goedgekeurde) exploitatietekort). Door toepassing van het budgetsysteem zou
het bestuur mogelijk flexibeler kunnen optreden met alle voordelen van dien.
Het stichtingsbestuur zegde toe op zeer korte termijn te laten weten of en
op welke wijze het mogelijk is het gemeentelijk subsidie tot een lager bedrag
terug te brengen.
Ontvangen voorstellen
Bij brief van 12 november j.l. heeft de heer R. Bergsma een verzoek bij het
college ingediend om met ingang van een nader te bepalen datum het kinderboer
derijcomplex van de gemeente te mogen huren voor het symbolische bedrag van
1per jaar.
-3-
De heer Bergsma zegt bereid en in staat te zijn de bestaande educatieve
en natuur-recreatieve functie van dit complex zoveel mogelijk in stand te
houden en de gemeente het goedkeuringsrecht voor eventuele verhogingen
van de toegangsprijzen te willen geven.
Met betrekking tot het horeca-gebeuren merkt hij op de door de gemeente met
de eigenaren van de manege gemaakte afspraak te kennen en uitsluitend kleine
etenswaren en niet-alcoholische dranken te willen verkopen. Teneinde de ge
meente zekerheid te geven met betrekking tot de nakoming van de door hem ge
dane beloften, is de heer Bergsma bereid een en ander in een (huur-)overeen
komst vast te leggen.
Door het bestuur van de Stichting Leeuwarder Nuts Kinderboerderij is op 16
november j.l. schriftelijk medegedeeld dat men bereid en in staat is de ex
ploitatie van de kinderboerderij voort te zetten bij toekenning van een jaar
lijks objectsubsidie van 58.000,= (prijspeil 1988) gesplitst in een perso-
neelscomponent van 50.000,= en een materiële component van 8.000,= onder
de volgende voorwaarden:
1. De gemeente blijft evenals dat tot nu toe het geval is de kapitaallasten,
alsmede het onderhoud voor haar rekening nemen.
2. De stichting krijgt voor een redelijke periode (b.v. 10 jaren) een pacht-
contract aangeboden voor de huidige in gebruik zijnde grond.
Naast de twee reeds bij ons bekende gegadigden hebben de laatste week
(20 en 23 november j.l.) nog twee personen zich schriftelijk (bij ons) aan
gemeld met de mededeling dat zij belangstelling hebben voor de exploitatie
van het kinderboerderij-complex. Beide personen achten zich in staat het kin-
derboerderijcomplex op kostendekkende basis te exploiteren en de be
staande functies te handhaven.
Beoordeling ingediende plannen
Zoals uit het vorenstaande blijkt zijn door 4 rechts-)personen voorstellen
ingediend die moeten worden getoetst aan de door U gestelde randvoorwaarde
met betrekking tot het behoud van functies, maar die ook moeten worden be
oordeeld op haalbaarheid en continuïteit. Tenslotte zal moeten worden geke
ken naar de mate waarin het voorstel aansluit bij de verwachtingen die zijn
opgenomen in de rapportage herwaardering 1988-1992.
Wij menen er goed aan te doen in de eerste plaats het voorstel van de Stich
ting Leeuwarder Nuts Kinderboerderij te beoordelen.
Gesteld mag worden dat het stichtingsbestuur bereid en in staat is de be
staande functies van de kinderboerderij in stand te houden. Het voorstel is
naar onze mening zeker haalbaar terwijl voor de continuïteit mede gelet op
de rechtsvorm van de organisatie niet behoeft te worden gevreesd.
Helaas moet worden geconstateerd dat honorering van dit voorstel slechts een
besparing oplevert van 12.000,= 70.000,= minus f 58.000,=) in plaats van
70.000,= waarmee in het kader van de herwaarderingsoperatie 1988-1992 reke
ning was gehouden. Daarbij dient wel te worden opgemerkt dat de hoogte van
het subsidie door de voorgestane methodiek van objectbudgetsubsidiëring
vast staat en in de toekomst niet gevreesd behoeft te worden voor extra tegen
vallers, die wel mogelijk zijn zolang de stichting voor rekening en risico
van de gemeente het complex blijft exploiteren.
Als tweede voorstel hebben wij het plan van de heer R. Bergsma getoetst aan
de randvoorwaarde en beoordeeld aan de hand van de criteria van continuïteit
en haalbaarheid.
Ook deze gegadigde stelt dat hij bereid en in staat is de bestaande functies
van de kinderboerderij op een verantwoorde wijze gestalte te geven.