In tegenstelling tot het bestuur van de Stichting Leeuwarder Nuts Kinderboer
derij kan de heer Bergsma zich echter niet beroepen op daadwerkelijke erva
ring met het exploiteren van een kinderboerderij.
Uit informatie is ons gebleken dat deze gegadigde veel ervaring heeft met het
houden en verzorgen van dieren, zodat wij het vertrouwen hebben dat de kin
derboerderij bij hem in goede handen is. Ook bezit hij als zelfstandig
ondernemer naar onze mening in voldoende mate zakelijk inzicht.
Met betrekking tot de continuïteit en de haalbaarheid van het ingediende plan
merken wij op, dat het de bedoeling van de heer Bergsma is het kinderboerderij
complex tezamen met zijn vrouw en twee volwassen kinderen te exploiteren. Ge
geven het feit dat daarnaast andere inkomstenverwervende activiteiten geconti
nueerd worden en de familie derhalve voor het inkomen niet uitsluitend afhanke
lijk is van de kinderboerderij, achten wij het ingediende voorstel om het com
plex tegen het symbolisch bedrag van van de gemeente te huren haalbaar.
Wij zijn tevens van mening dat voor de continuïteit niet behoeft te worden
gevreesd. Met betrekking tot het voornemen om op het kinderboerderijcomplex
een verkooppunt voor kleine etenswaren en niet-alcoholische dranken te vesti
gen zijn wij van mening dat dit niet strijdt met de door ons afgegeven verkla
ring aan de eigenaren van de manege met betrekking tot het realiseren van een
horeca-voorziening.
Indien met de heer Bergsma een huur-overeenkomst zou worden gesloten is de
reeds eerder genoemde taakstelling om zo mogelijk 70.000,= te bezuinigen
op de uitgaven voor het instandhouden en exploiteren van het kinderboerderij
complex haalbaar.
Tenslotte hebben wij de zeer onlangs bij ons ingediende voorstellen van twee
andere gegadigden beoordeeld. Beide gegadigden hebben ervaring met het wer
ken op de boerderij en zeggen met behulp van vrijwilligers in staat te zijn
de kinderboerderij overeenkomstig Uw wensen zowel recreatief als natuureduca-
tief te kunnen exploiteren. Hoewel wij niet twijfelen aan de vakkennis van
de betrokkenen menen wij dat ten aanzien van de haalbaarheid van deze plannen
vraagtekens moeten worden geplaatst. Naar het ons voorkomt is het niet moge
lijk dit complex door één persoon te laten beheren. Ofschoon wij geen enkel
bezwaar hebben tegen het inzetten van vrijwilligers en dit zelfs toejuichen
menen wij dat de haalbaarheid van de plannen van beide gegadigden teveel af
hankelijk zijn van de inzet van vrijwilligers, hetgeen de continuïteit niet
ten goede komt.
Ook hebben wij moeten constateren dat deze gegadigden financieel kwetsbaar
zijn en voor hun inkomen en de dekking van hun kosten teveel afhankelijk zijn
van de uit de exploitatie van de kinderboerderij verkregen revenuen.
Of en in hoeverre de taakstelling in het kader van de herwaardering door beide
gegadigden haalbaar wordt geacht kan wegens het ontbreken van nadere gegevens
niet worden vastgesteld. Terzake hebben wij twijfels.
Gegeven het vorenstaande hebben wij gemeend in dit voorstel de namen van deze
gegadigden niet te moeten noemen. Het lijkt ons weinig zinvol de privacy van
deze personen aan te tasten nu blijkt dat zij door ons niet als acceptabele
kandidaten voor het exploiteren van het kinderboerderijcomplex worden gezien.
De brieven van deze personen zijn uiteraard wel voor U ter inzage gelegd.
Voorstel college van B.en W.
Zoals uit de beoordeling van de ingediende plannen blijkt, zijn wij van mening
dat slechts 2 plannen door ons als haalbaar en inhoudelijk acceptabel worden
aangemerkt.
Het betreft de plannen van de Stichting Leeuwarder Nuts Kinderboerderij en
van de heer Bergsma.
Samenvattend moet geconstateerd worden dat het plan van de stichting inhoude
lijk de meeste zekerheid biedt, terwijl het plan van de heer Bergsma finan
- 5 -
cieel beter aansluit bij de in het kader van de herwaardering opgelegde taak
stelling.
Alles overziende komen wij tot de conclusie dat elke vorm van privatisering
waarbij andere gegadigden dan de huidige stichting worden ingeschakeld onze
kerheden met zich meebrengt die moeten worden afgewogen tegen het financieel
voordeel dat voortvloeit uit de gewijzigde beheersvorm.
Wij menen, de voor- en nadelen tegen elkaar afwegende, U te moeten voorstellen
de beheersovereenkomst met de Stichting Leeuwarder Nuts Kinderboerderij per
1 maart 1988 op te zeggen en met ingang van die datum het kinderboerderijcom
plex voor het symbolische bedrag van 1,per jaar aan de heer Bergsma te
verhuren.
Met betrekking totdit voorstel merken wij nog het volgende op.
Met de heer Bergsma zal een huurcontract moeten worden gesloten, waarin naast
de gebruikelijke voorwaarden, bepalingen worden opgenomen omtrent het beheer
van het complex.
Ondermeer zal moeten worden geregeld dat de huurder op een, naar het oordeel
van ons college, verantwoorde wijze gestalte moet geven aan de recreatieve
en natuureducatieve functie van dit complex.Naast een voldoende aantal speel-
voorzieningen zal de kinderboerderij moeten blijven beschikken over een vol
doende en een gedifferentieerd aanbod van dieren.
Daarnaast zal moeten worden bepaald op welke tijdstippen en in welke periode
de kinderboerderij voor het publiek geopend moet zijn en dat verhoging van
de aan het publiek in rekening te stellen toegangsprijs de instemming van ons
college behoeft. Uiteraard zullen in deze huurovereenkomst ook bepalingen moe
ten worden opgenomen die garanderen dat de huurder zich aan het overeengekomene
houdt. Ook zal moeten worden bepaald dat de gemeente gerechtigd is zonder
tussenkomst van de rechter de huurovereenkomst op te zeggen indien zou blijken
dat deze naar het oordeel van het college niet wordt nageleefd.
Een concept-huurovereenkomst waarin het voorgaande is verwerkt en waarover
met de heer Bergsma wordt overlegd is voor U ter inzage gelegd.
Hoewel het streven er in eerste instantie op was gericht een wijziging in het
beheer van het kinderboerderijcomplex met ingang van 1 januari 1988 door te
voeren menen wij om de hierna te noemen reden daarvan af te zien en dit te
moeten uitstellen tot een nader overeen te komen datum, zo mogelijk
1 maart 1988.
Indien U zich met ons voorstel kunt verenigen zal in overleg met het bestuur
van de Stichting Leeuwarder Nuts Kinderboerderij de huidige exploitatie moe
ten worden afgebouwd. Daarbij zal o.m. het ontslag van het personeel moeten
worden geregeld en dienen afspraken te worden gemaakt over de overdracht van
de roerende en onroerende goederen. Aangezien het niet mogelijk is deze kwes
ties in twee weken te regelen stellen wij voor met een uitstel van twee maan
den akkoord te gaan.
Verder uitstel is onzes inziens niet gewenst omdat de nieuwe exploitant vol
doende tijd moet hebben om op een verantwoorde wijze de voorbereiding voor
het nieuwe seizoen ter hand te nemen.
Financiële consequenties collegevoorstel
Resumerend kan worden gesteld dat door overdracht van de exploitatie van de
kinderboerderij aan de heer R. Bergsma het subsidie van rond 70.000,= dat
tot en met 1987 voor het instandhouden van het kinderboerderijcomplex op de
gemeentebegroting was gereserveerd overeenkomstig de taakstelling voortvloei
ende uit de herwaardering 1988-1992 niet meer behoeft te worden uitgegeven.
In de ontwerp-gemeentebegroting 1988 is reeds op de haalbaarheid van bedoel
de taakstelling geanticipeerd en is een subsidieraming voor dit doel achter
wege gebleven.
Als gevolg hiervan leidt uitstel van de privatisering tot extra kosten. Reke
ning houdend met het feit dat de stichting in de maanden januari en februari
geen inkomsten heeft doch wel kosten, zal alsnog besloten moeten worden de
stichting ter dekking van deze kosten een subsidie te verlenen. Voorshands
gaan wij er vanuit dat een subsidie van 15.000,= voor die periode voldoende
zal zijn. In overleg met het stichtingsbestuur zal bekeken worden of deze
aanname juist is an zal tot een verdere specificering van het toe te kennen sub
sidiebedrag worden overgegaan.