'_J> W Cd <14.
'I
INLEIDING.
De nieuwe Wet Gemeenschappelijke regelingen die op 1 januari 1985 in
werking is getreden zal vele veranderingen teweegbrengen in de prak
tijk van de bestuurlijke samenwerking.
De wet, die na een lange discussie over de reorganisatie van het bin
nenlands bestuur tot stand is gekomen, heeft tot doel eer aantal ver
beteringen te brengen in de gegroeide praktijk van vooral intergemeen-
lijke samenwerking. De nieuwe wet wijkt op tal van punter af van de
oude en introduceert een aantal geheel nieuwe elementen: het bundelen
en integreren van gemeenschappelijke regelingen binnen de door de pro
vincies vast te stellen samenwerkingsverbanden, het aanhalen van be
stuurlijke en financiële banden tussen de deelnemers en samenwerkings
verbanden, een versterking van de rol van de provincie bij interge
meentelijke samenwerking en nieuwe voorschriften in verband met regi
stratie en openbaarheid.
In het hierna volgende zal de doelstelling "het bundelen en integreren
van gemeenschappelijke regelingen" nader worden uitgewerlt, waarbij
zal worden aangegeven hoe deze doelstelling zal kunnen werden bereikt,
welke instrumenten de wet hiervoor aanreikt en welke de Meruit voort
vloeiende gevolgen voor het Woonwagenschap kunnen zijn.
BUNDELING EN INTEGRATIE.
Door middel van bundeling en integratie wil men orde scheppen in de
wirwar, chaos zeggen sommigen, van de vele gemeenschappelijke regelingen
De motieven voor deze ordening zijn dat de bestaande veelheid en ver
scheidenheid van regelingen de doorzichtigheid en doelmatigheid van
het bestuur belemmeren, een hinderpaal vormen bij het voeren van een
samenhangend beleid en bovendien allerminst bevorderlijk zijn voor het
demokratisch gehalte van het bestuur.
De bundeling en integratie van de gemeenschappelijke regelingen zal
moeten geschieden binnen een daartoe vast te stellen geografisch kader,
te weten dat van de zogenaamde samenwerkingsgebieden. Deze samenwer
kingsgebieden, ook wel regio's genoemd, zijn door provinciale staten,
de gemeenten gehoord, vastgesteld.
Een samenwerkingsgebied geeft primair aan op welke partners een ge
meente in het algemeen is aangewezen bij het treffen van een gemeen
schappelijke regeling. Onder bundeling wordt in dit verband verstaan
het zodanig rangschikken van regelingen dat zij betrekking hebben op
één en hetzelfde gebied, met andere woorden dat aan regelingen binnen
één bepaald gebied steeds dezelfde gemeenten deelnemen. Integratie
heeft betrekking op het samensmelten van gebundelde regelingen tot
één regeling. Bundeling van regelingen wordt in de wet min of meer
dwingend voorgeschreven. Ten aanzien van integratie wordt geen
dwingende eis gesteld.
Om bundeling en integratie van gemeenschappelijke regelingen binnen
het kader van samenwerkingsgebieden mogelijk te maken is bepaald,
dat in beginsel alle bestaande regelingen binnen een periode van
ten hoogste vijf jaar na het in werking treden van de wet met het
nieuwe wettelijke regime in overeenstemming moeten zijn gebracht. In
konkreto betekent dit dat de aanpassingsoperatie uiterlijk 1 januari
1990 moet zijn voltooid. Regelingen die voor het aflopen van die
termijn niet in aangepaste vorm ter goedkeuring zijn aangeboden, komen
van rechtswege te vervallen. Door deze valbij1-konstruktie wordt be
reikt, dat het gehele overblijvende bestand aan gemeenschappelijke
regelingen binnen de gestelde periode wordt opgeschoond.