- 12 -
Samenvatting.
Onder de mededeling dat de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Volkshuisvesting op 15 maart 1988 heeft geadviseerd in te stemmen met dit
voorstel, stellen wij U voor ter zake van het verlenen van financiële
steun voor de verbetering van huurwoningen in 1988 een raambesluit te
nemen, waarvan de uitvoering wordt opgedragen aan ons college, één en
ander overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Burgemeester en Wethouders van Leeuwarden,
mr. G.J. te Loo Burgemeester.
mr. W.J.G. Reumer Secretaris.
Raambesluit, ter uitvoering door Burgemeester en Wethouders, voor het verlenen
van. geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen aan een huurwoning of
een complex huurwoningen in 1988.
Nr. 4755
DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van 17 maart 1988
(bijlage nr. 109);
gehoord de Commissie Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting op 15 maart
1988;
gelet op de Regeling geldelijke steun voorzieningen aan huurwoningen 1987
zoals deze luidt of zal luiden: verder te noemen "de rijksregeling";
gelet op de budgetbrief van de hoofdingenieur-directeur van de Volkshuis
vesting in de provincie Friesland van 27 januari 1988;
BESLUIT:
I. Burgemeester en Wethouders te machtigen de voor 1988 van rijkswege beschik
baar gestelde budgetten voor de verbetering van huurwoningen en eventuele
(in het kader van de herverdeling) uitbreidingen daarvan te besteden door
toekenning van geldelijke steun voor het treffen van voorzieningen aan
huurwoningen zoals is omschreven in het raadsvoorstel van 17 maart 1988
(bijlage nr. 109) onder punt VI, zulks onder de voorwaarden en bepalingen
van de rijksregeling en voorts met inachtneming van de volgende voorschrif
ten en beperkingen.
1. Geldelijke steun wordt verleend als bijdrage ineens.
2. Geldelijke steun wordt verleend met inachtneming van alle bepalingen i
de rijksregeling, zoals deze luidt op de dag van indiening van de
aanvraag, die betrekking hebben op de verlening van geldelijke steun.
3. Burgemeester en Wethouders wijzen een aanvraag om geldelijke steun af:
a. indien met het treffen van de voorzieningen het belang van de
volkshuisvesting niet of niet voldoende wordt gediend;
b. indien de te treffen voorzieningen niet sober en doelmatig zijn;
c. indien de kosten van de voorzieningen niet geacht kunnen worden in
redelijke verhouding te staan tot het te bereiken kwaliteitsniveau
na de verbetering.