Hoc oe pa a l de in artikel 3 2, tie enen 3 en 4 van de Algemene
Subsidie-verordening ia slechts van toepassing indien ae
instelling in het verzoen tevens naar genoegen van
Burgemeester en Wethouders aannemelijk maakt,, dat uitvoering
van de aktiviteit geen uitstel gedoogt en niet was te
voorzien voor de in het eerste lid genoemde termijn.
ca
foekennn1ng.
Am Kei 5.
In afwijking van artikel 19, eerste iia en gelet op artikel
19 derde lid van de Algemene Subsidieverordening berust de
oevoegüheid tot net toekennen van subsidie bij het College
van Burgemeester en Wethouders, gehoord de Commissie voor de
Ruimtelijke Ordehing en Volkshuisvesting.
üp de in dit artikel bedoelde beslissingen is artikel 48 van
de Algemene Subsidieverordening van overeenkomstige
toepassing.
Subs i a 1 r .i rigsmet hode
Artikel 6,
Het subsidie is maximaal 100% van de door Burgemeester en
wethouders aanvaarde organisatiekosten en kosten van
activiteiten en kan zowel structureel als eenmalig zijn.
Burgemeester en Wethouders kunnen maximaai 75% van het voor
enig begrotingsjaar Deschikbare gemeentelijke subsidie-budget
bestemmen voor de toekenning van structurele subsidies,
Slechts in door Burgemeester en wethouders te bepalen
gevalien kan tot subsidiëring van huisvestingskosten worden
overgegaan onder de voorwaarde, dat het totaal van de toe te
kennen subsidies in de huisvestingskosten niet meer dan 25%
bedraagt van het in enig begrotingsjaar beschikbare
gemeentelijk subsidie-budget.
dat deze subverordening in werking treedt op de dag volgend
op die van naar afkondiging.
te bepalen, dat indien in enig begrotingsjaar voor het
verlenen van geldelijke steun aan woonconsumenten-
(organisaties) door middel van kredieten beschikbaar gestelde
gelden voor dit doel niet warden besteea, deze ter
beschikking blijven voor dit doel overeenkomstig de
uitgangspunten van de Rijksregeling bijdragen aan gemeenten
ten behoeve van woonconsumenten, voor zover hiertegenover een
rijksbijdrage staat.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
Voorzitter.
1'oe lichting op de subverordening "Geldelijke steun aan woon
consumenten(-organisaties
Luit aan op de algemene subsidie-
waarin de algemene subsidie-voorwaarden,
de procedures en begrippen nader zijn omschreven.
verordening (ASV)
Artikel 1.
Dit artikel spreekt voor zichzelf.
Artikel 2.
De rijksregeling is met name ook bedoeld voor
initiatiefgroepen, die nog. geen rechtspersoonlijkheid
bezitten. Dit geldt mee name voor de eenmalige
subsidie-aanvragen. De in de ASV gestelde voorwaarde ten
aanzien van rechtspersoonlijkheid, dient daarom niet van
toepassing te zijn bij aanvragen om eenmalige subsidies in
bet kader van deze subverordening, indien er sprake is van
het toekennen van structureel subsidie blijft artikel 3
van de ASV van toepassing.
Artikel 3.
De subverordening neeit betrekking op het specifieke
werkterrein van de Commissie voor de Ruimtelijke Ordening en
Valkhuisvesting.
Artikel 4 eerste lid.
In de ASV is als uiterste indieningsdatum vastgesteld: i
maart voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt
gevraagd, Voor vervoigaanvragen van structurele subsidies
geldt een uiterste datum van 1 september voorafgaande aan het
subsidie-jaar. Gelet op het karakter van de rijksregeling
waarop deze sub-verordening is gebaseerd en de mogelijkheid
om toch op vrij korte termijn activiteiten te kunnen
piannen wordt zowel voor eenmalige als structurele
verzoeken in deze sub-verordening ais redelijke termijn 1
september van het jaar vooratgaande aan net subsidie-jaar
gesteld.
Artikel 4 tweede lid.
De bepalingen in üet derde en vierde lid van artikel 12 van
de ASV geven B. en W. de ruimte van de indieningstermijnen af
te wijken. Conform artikel i2 cierde lid van de ASV geldt in
zijn algemeenheid, dat indien in redelijkheid nier kon worden
voldaan aan de termijn van i september deze verzoeken alsnog
in. behandeling kunnen worden genomen op voorwaarde dat een
dergelijk verzoek tenminste 3 maanden voor het tijdstip van
de desbetreffende aktiviteit is ingediend.